HOME


Al eeuwenlang bevindt zich pal ten zuiden van de historische binnenstad van Bergen op Zoom een fascinerend terrein, dat langzaam afloopt naar het water van de voormalige Oosterschelde, momenteel de Binnenschelde.
Op 17 december 1998 koos het gemeentebestuur ervoor om dit gebied, Kijk in de Pot, te ontwikkelen tot een stadspark. De betreffende gronden met een oppervlakte van ruim twintig hectaren vormden vroeger een onderdeel van de vestingwerken rond de stad en was daarna tot in de 20e eeuw in gebruik als militair oefenterrein.
De naam Kijk in de Pot dankt het gebied aan een gelijknamige uitkijktoren die zich op een van de punten van een lunet bevond.
De gemeente verstrekte de opdracht aan de bekende landschapsarchitect Pieter Germeraad. In zijn plannen werd ruimte overgehouden voor een hedendaagse aanpak van de drie restanten van historische locaties. In overleg werd besloten deze aparte opdracht te gunnen aan het kunstenaarscollectief B.O.Z.O. uit Bergen op Zoom. Dit bestond uit Auke van der Heide, Bart Stuart en Jan Wessendorp.
B.O.Z.O. diende op 15 september 1999 een Ontwerpschets historische locaties in het stadspark Kijk-in-de-Pot in. De historische locaties werden beeldend gereconstrueerd.
Kort daarna werd Albert Hagenaars door B.O.Z.O. verzocht teksten te maken voor één van deze locaties, de Veldschans, ook wel Slikschans genoemd.


De Veldschans is een artillerieplaats uit de tijd van Menno van Coehoorn. De oorspronkelijk rechthoekige ruimte was omgeven door wallen en diende ter afweer van vijanden die Bergen op Zoom vanaf de Schelde belaagden.
Volgens de ideeën van B.O.Z.O. moest de Veldschans bedoeld worden als een stilteplek, een andere wereld waar het individu geconfronteerd wordt met de eigen geschiedenis en die van de stad en tegelijk met de menselijke strijd op alle niveaus. De plek biedt beschutting tegen de buitenwereld. De relatie tussen binnen en buiten wordt versterkt door de vormverschillen tussen de amorfe parkomgeving en het constructieve menselijke bouwen.
In de Veldschans bevinden zich muren die tezamen een binnen- en buitenruimte creëren. De ruimte binnen de Veldschans is dusdanig gecomponeerd dat hij zorgt voor een spanning die uitnodigt om er rond te lopen.
Wegens het grote aantal contrasten gaf Albert Hagenaars er de voorkeur aan de opdracht niet alleen uit te voeren maar in nauwe samenwerking met Bert Bevers, die een andere soort poëzie voorstaat.
Hoewel Albert Hagenaars en Bert Bevers al dertig jaar regelmatig artistiek samenwerken, bijvoorbeeld met Galerie Valckesteyn en de literaire tijdschriften Het Roze Gevaar en De Houten Gong, leidde de uitnodiging ditmaal tot een unieke samenwerking, namelijk om gezamenlijk tweemaal één gedicht te vervaardigen.


 


Eerste gezamenlijke verkenning van de locatie voor de in roestvrij staal uitgevoerde dichtregels: de zgn.Veldschans tussen de huidige Binnenschelde (vroeger de Oosterschelde) en park Kijk-in-de-Pot in Bergen op Zoom. V.l.n.r.: Albert Hagenaars, opdrachtgever Jan Wessendorp, Bert Bevers en  mede-opdrachtgever Auke van der Heide.



 

Albert Hagenaars begon met de eerste woorden van de hoofdtekst, die aangevuld werden met enkele woorden van Bert Bevers waarna Albert Hagenaars weer verder ging. Hetzelfde procédé werd gevolgd voor de langere tekst, die echter door Bert Bevers aangevangen werd.
Op 2 juni 2000 werd op een Antwerps caféterras, na maanden wikken en wegen, schrappen en aanvullen, twisten en verzoenen, het laatste woord geplaatst.
De uiteindelijke resultaten, twee compacte teksten waarin een aantal woorden meerdere betekenissen heeft, werden in de betonnen muren aan twee van de buitenzijden in roestvrij stalen platen uitgespaard. De hoofdtekst werd deels op extra groot formaat en tegen een blauwe kunststofplaat uitgevoerd.

Deze regel luidt:

 

JIJ DIE HIER VERDWIJNT

doorzie dit niemandsland vol iedereen

 

De tekst houdt er rekening mee dat de automobilisten op de Markiezaatsweg, richting noorden, de tekst lezen juist in een bocht die hen uit hun uitzicht op de Veldschans haalt. De automobilisten vormen echter niet de enige doelgroep.

De kleiner uitgevoerde maar langere tekst is:

 

door tij & tijd bestendigt

deze verschansing woorden

die zich niet laten kennen:

strijd roert ons tot wie we zijn

in de dunte der dagen

 




Zicht op Kijk in de Pot, aan de overkant van de Binnenschelde.





Zicht op de Veldschans vanaf de vroegere oever van de Schelde.

 



Zicht op de noordzijde. Op de voorgrond de tijdcapsules van BOZO.

 



De noordzijde.

 



Detailopname van de noordzijde.

 



Zicht op de westzijde en zuidzijde.

 



De zuidzijde van de Veldschans. Op de achtergrond Connie Jensen, die samen met Ann-Dorit Schonemann
een aantal gedichten uit de bundel Intriges in het Deens vertaalde.





Detailopname van de zuidzijde.

 



Detailopname van de zuidzijde.

 

 

Problemen
Sinds de teksten op de Veldschans zijn aangebracht, waren ze regelmatig het doel van stadswandelingen en –excursies. Daarnaast waren ze ook al tot drie keer toe slachtoffer van vandalisme en diefstal. Helaas waren de daders geen literaire fanatici maar praktisch ingestelde lieden, die weten dat de roestvrij stalen platen veel waard zijn! Ook andere kunstwerken in de gemeente werden de laatste jaren ontvreemd dan wel beschadigd.

 

SPREUK OP KUNSTWERK OPNIEUW VERNIELD
Voor de tweede keer binnen vier weken is de dichtregel in stadspark Kijk-in-de-Pot vernield. Conservator Johanna Jacobs is woest. Speciaal voor het stadspark componeerden Bert Bevers en Albert Hagenaars de dichtregel ‘Jij die hier verdwijnt, doorzie dit niemandsland vol iedereen’. De letters zijn zichtbaar vanaf de Markiezaatsweg. Van het eerste deel staat nu nog ‘ie hier verdwijnt’.
Vier weken geleden werd een kleine plaat met letters van het kunstwerk gesloopt en meegenomen. Sinds anderhalve week is die weer vervangen. Om te voorkomen dat vandalen de platen opnieuw zouden loshalen, zijn de gaten van de schroefbouten uitgeboord. De bouten met een schroevendraaier losdraaien werd dus onmogelijk.
‘Hufterproof maken’, noemt Johanna Jacobs de maatregel. Helaas mocht het niet baten. ‘Nu is een grote plaat met een breekijzer losgewrikt. Een passerende fietser heeft een groepje jongeren bij het kunstwerk bezig gezien en de gemeente gebeld. Ze zijn blijkbaar gestoord want de plaat hing er nog, aan een schroef. De buitendienst van de gemeente heeft de plaat kunnen ophalen voordat die is weggehaald.’
Simpelweg terugschroeven is volgens Jacobs niet mogelijk, ‘Hij is helemaal verbogen. Een flinke kostenpost.’
Jacobs heeft vandaag een overleg met de wijkmanager van de gemeente, wijkagent en beeldenwacht (die klein onderhoud aan kunstwerken verricht). ‘Ik ga zeker vragen of er meer gesurveilleerd kan worden. Verder wil ik bekijken wat we nog meer kunnen doen om dit kunstwerk te bechermen.’
Het aantal vernielingen aan kunstwerken neemt volgens haar toe. Voorbeelden durft ze niet te noemen, uit angst voor herhaling.
‘Ik heb een bepaald budget voor kunst in openbare ruimte. Dit soort vernielingen kost klauwen met gemeenschapsgeld en ik hoef in deze tijd nergens aan te kloppen. Als kunstwerken beschadigd zijn, neemt de verloedering van een wijk of buurt bovendien weer een stukje toe. Ze beseffen niet wat ze aanrichten’, verzucht ze.
BREGJE SUURLAND, BN/DESTEM, 13-05-2005

 

KIJK-IN-DE-POT
Een niemandsland voor iedereen. Zo noemen de dichters Bert Bevers en Albert Hagenaars stadspark Kijk-in-de-Pot. De spreuk en het bijbehorend kunstwerk in het park hebben de nodige last gehad van vandalen. Het is ook wel heel erg groot en leeg, dit park tussen het stadshart en de Binnenschelde.
Op het daartoe aangewezen hondenuitlaatterrein lapt een baasje deze ochtend de opruimplicht aan zijn laars. Op de kunstmatig aangelegde kazematten in dit voormalig vestingwerk alom graffiti. Zulke dingen gebeuren nu eenmaal in een land dat geen echte parkcultuur kent. Bergen op Zoom noemt zich tenslotte Bourgondisch, niet Latijns. Hier is het ’s ochtends niet vol met met oude mannen die in alle rust hun krantje lezen en onderwijl hun schoenen laten poetsen. Ook aan het eind van de middag stroomt het park niet vol met familie en evenmin lopen jonge verliefden er hun rondjes. Het spel van de ogen komt hier niet voor. Ogen van liefde, ogen die mededogen zoeken, ogen van droefheid, ogen van eindeloze pijn. Niets van dit alles. Ogen ontbreken op de Kiek.
Wel zijn er zichtlijnen op de stad in al haar gedaanten. De bedenkers van dit plan hebben vast en zeker goede bedoelingen gehad. Waar je ook loopt, altijd is er wel een markant gebouw van de stad te zien. Het Landmark op de Bergse Plaat, zwembad De Schelp, de kerk aan het Lourdesplein, de ribbenkast van de uitgeklede Lucerna-flat. De Peperbus, stadsschouwburg De Maagd, de torentjes van het Markiezenhof, de stad laat zich vanaf de Kiek graag bewonderen. Mooi is het ook om buien uit zee te zien aankomen. De bankjes in het park zijn fris blauw geverfd. Ze doen al een beetje aan de zee denken. De boompjes staan in lange geometrische lijnen, ieder in hun eigen stenen cirkel gevat. Over het Retranchement, de verbindende weg van rood steengruis door het park, haast een fietser zich voort. Hij lijkt de bui boven zijn hoofd te willen verslaan. Nog voor de meet aan de Zuidwestsingel is hij geklopt.
Het regent vandaag op de Kiek. Goed voor de planten. Op de educatieve grondwatermeter in het park wordt het nog eens uitgelegd. Op de hoge gedeelten van het park verdrogen planten eerder, beneden zijn ze sappiger. Veel is er eigenlijk niet te zien in het park. Geen protserige beelden of ruisende fonteinen, wel een stukje oud spoor en verwilderde natuur. Her en der stenen, gevangen in een vlechtwerk van ijzer. Zal ook wel kunst zijn. Te lezen valt er ook weinig in het park, op de graffiti na dan.
Mooi is het bij de hoek met de Gertrudisboulevard. Klassiek aandoende zuilen, als een soort reuzenpergola’s overwoekerd met groen. Na jaren discussie is het park er gekomen. Een stadspark nog wel. Niet iedereen was even enthousiast over de nieuwe Kijk-in-de-Pot. Nog altijd wordt er door sommigen gemokt. Niet meer door de bewoners van de appartementen rond het park. Hun uitzicht mag er zijn. Kijk-in-de-Pot is nooit af, lijkt het wel. Een stadswal moet er nu weer bijkomen. Aan de achterkant van de meubelboulevard. Met ruimte voor starterswoningen. Er wordt ook veel in het park georganiseerd, het hele jaar door. Voorjaarskermis, concours hippique, sledehondenraces zelfs, het Staatscircus van Moskou of gewoon een potje jeu de boulen met ’t Petangeske. Zonder dat soort activiteiten is het park echtwer heel erg groot en leeg. Een niemandsland voor iedereen.
BEN VAN DEN AARSSEN, BN/DESTEM, 27-08-2005

 

KUNST BEHOUDEN BLIJFT HELE KUNST
Kunst uit handen van rovers en vandalen houden, het blijft in Bergen op Zoom een hele kunst. In een poging om vernielzuchtigen het leven zuur te maken, heeft de gemeente een kunstwerk in stadspark Kijk-in-de-Pot weggehaald. Dat keert straks in steviger vorm terug.
De dichtregel ‘Jij die hier verdwijnt, doorzie dit niemandsland vol iedereen’ gecomponeerd door Bert Bevers en Albert Hagenaars, krijgt zwaardere bouten en betere lijm.
‘Het moet dusdanig sterk worden, dat de platen gewoon niet te slopen zijn’, zei wethouder Leo Withagen deze week in het vragenuurtje voor de gemeenteraad.
Daarin stelde de fractie van D66/BSD vragen over het kunstwerk op Kijk-in-de-Pot. Het was de fractie opgevallen dat de dichtregel helemaal weg was. Dat blijkt dus door de gemeente zelf te zijn gedaan. ‘Nadat het tot twee keer toe was gesloopt’, aldus Withagen.
Ook de tuin met beelden van geiten aan de Boulevard is regelmatig het terrein van mensen die het blijkbaar leuk vinden om andermans spullen kapot te maken. Nu zijn er volgens Withagen weer twee poten naar de gallemieze geholpen. ‘Alle geiten halen we weg. We gaan ze allemaal in beton zetten.’
Behalve met vernielingen hebben kunstwerken in de stad ook te maken met diefstal. Afgelopen zomer verdwenen er diverse bronzen beelden. Ze zijn nog niet teruggevonden.
AD GODDRIE, BN/DESTEM, 06-10-2005

 



Spotprent in BN/De Stem van Erik Elich.

 

Op 18 maart 2007 is een filmpje op YouTube gezet waarin de zuidzijde van de Veldschans een rol speelt. De onbekende maker(s), opererend onder de naam Azazel Production, spelen met name in op de tekst JIJ DIE HIER VERDWIJNT.
Het filmpje is gecategoriseerd in de rubriek Comedy.



Tijdens een rondleiding op Kijk-in-de-Pot in juli 2001.

 

NIEUWE OPGRAVINGEN OP KIJK-IN-DE-POT.
Deze zomer is een nieuw onderzoek gestart op het noordelijke gedeelte van Kijk–in–de-Pot, grenzend aan het Geertruidaplein. Naar verwachting wordt er nog tot begin september gegraven. In 2004 werden resten uit de IJzertijd (8e eeuw v. Chr. - 0) en de Romeinse tijd (0 – 3e eeuw) gevonden, waarover in een eerdere nieuwsbrief al is bericht. De vervolgopgraving maakt duidelijk dat het ven iets groter was dan eerst werd aangenomen. Bewoningssporen zijn nog niet gevonden, maar moeten er vlakbij wel geweest zijn. Ook werden opnieuw sporen gevonden van het grote hoornwerk, dat kort voor 1600 was opgeworpen ten zuiden van de brandweerkazerne. De grondboringen die vorige maand in het bos achter de meubelboulevard werden gezet, tonen aan dat daar een echte ‘steilrand’ in het landschap is geweest: het hoogteverschil tussen de renbaan en de ondergrond in het bos was ooit meer dan 7 meter . De steilrand is zelfs hoger geweest dan aan de zuidwestelijke flank van Kijk–in–de-Pot, bij het hotel Golden Tulip. Het bos zelf is niet erg oud (pas na 1950). Op oudere foto’s is grasland te zien. Om het hoornwerk aan te leggen, moest enorm veel zand worden aangevoerd. Ook bij de uitbouw van de vesting van Menno van Coehoorn is zand opgebracht om een glacis te maken. De vijand kon zich anders achter de rand verschansen. Op deze kunstmatige ophoging is later het bos gegroeid. Van nature was dit gedeelte van de ‘Kiek’ dus een indrukwekkende hoogte, die ideaal moet zijn geweest voor bewoning.
MARCO VERMUNT, NIEUWSBRIEF ARCHEOLOGIE EN MONUMENTEN, JRG. 9, NO. 33, SEPTEMBER 2006  

 

“Ze doen zomaar wat, die zitbanken horen er niet”

Bergen op Zoom – Boos zijn de Bergse kunstenaars niet. Ze zijn vooral teleurgesteld. Midden in hun kunstwerk in stadspark Kijk-in-de-Pot zijn onlangs zitbankjes en een afvalbak geplaatst door de gemeente Bergen op Zoom. “Dat straatmeubilair is een aantasting van het kunstwerk”, vindt Louis van der kallen, fractievoorzitter van de BSD. “Ze horen er niet. Men doet zomaar wat. Het doet inbreuk op het merkenrecht.”

De kunstzinnige ligwei in het stadspark, bij de voormalige Slikbatterij, waar ook teksten van de Bergse dichters Albert Hagenaars en Bert Bevers te bezichtigen zijn, mag niet zonder overleg met de ontwerpers worden veranderd, meent de BSD-fractie. “Een zitbank is geplaatst vlak voor een richel in het kunstwerk, een richel die door de kunstenaars was aangebracht als mogelijkheid om juist op te zitten. Ik ben hier door verschillende kunstenaars op aangesproken. Deze kwestie moet weer eens aangekaart worden bij de gemeente.”
“Er is meer frictie,” vertelt Van der Kallen verder. “Niet alleen dat straatmeubilair en die prullenbak zorgen voor irritatie. De meeste lantaarnpalen die om het kunstwerk staan en de teksten verlichtten, zijn door vandalen vernield en verwijderd. Degene die er nog staan, zijn hun kop kwijt en verlichten dus ook niets meer. Die situatie wordt ook niet aangepakt. En het onderhoud van de verblijfsruimte in de Slikbatterij is verder niet best. Er wordt amper gemaaid.” 
In september 2005 stelde de BSD’er ook al vragen over de kunst in het stadspark. “Toen was de tekst van Bert Bevers en Albert Hagenaars gesloopt maar werd na overleg met de gemeente in een aangepaste, vandalismebestendige vorm weer teruggeplaatst. Mijn complimenten voor die aanpak, er werd toen namelijk in samenspraak met de kunstenaars naar een passende oplossing gezocht. Ook het groen onderhoud werd veranderd, zodat de tekst nu ook vanaf de Markiezaatsweg overdag te lezen is. Een dergelijke samenspraak had nu wéér moeten gebeuren”, meent Van der Kallen.
De Bergse kunstenaar Auke van der Heide vindt het vooral jammer dat de gemeente zonder overleg iets aan het kunstwerk heeft veranderd. “We zijn er gewoon niet blij mee, dat willen wij ook gaan aankaarten bij de gemeente.” De kunstenaars waren er bij de realisering van het kunstwerk van uitgegaan dat de gemeente het onderhoud zou regelen. “Blijkbaar moeten er toch duidelijke afspraken over worden gemaakt.” Hij vindt het jammer dat acht jaar na de onthulling het kunstwerk er onverzorgd bij ligt.
“Door die lantaarnpalen had het kunstwerk een verlicht plekje in de duisternis moeten worden, dat was onze insteek maar zij zijn helaas vernield. Ook de ligwei is, doordat er gemaaid wordt, niet goed meer te herkennen.”
Van der Heide denkt niet dat de gemeente met het plaatsen van het straatmeubilair opzettelijk het kunstwerk wilde verstoren. “Degene die het geplaatst heeft, wist waarschijnlijk niet dat het een kunstwerk was. Het is vast uit onwetendheid gebeurd. Ik ben blij dat de BSD aandacht vraagt voor de huidige situatie maar ik verwacht ook dat we er met de gemeente wel uitkomen. Dat is de vorige keer wel gebleken: een goed overleg met de gemeente maakt veel dingen mogelijk.”
Wethouder Maarten van Eekelen heeft inmiddels toegezegd de zaak rond het straatmeubilair en het groenonderhoud te bekijken.
BREGJE VAN GURP, BERGEN OP ZOOMSE BODE, 1 JUNI 2008

 

 

VANDALISME TEGEN VANDALISME
Omdat de betonwanden waarop de gedichten zijn aangebracht, en ook de gedichten zelf, constant bespoten, beschilderd, bezeken, besproeid en besprenkeld worden, besloot de gemeente Bergen op Zoom tot een grote schoonmaakactie om zowel de Slikschans als de teksten grondig schoon te laten maken.
De medewerkers die dit karwei klaarden, deden dit zo grondig dat tevens de blauwe achtergrondkleur van de letters van de grootste tekst weggespoten werd, waarmee een essentieel onderdeel van het kunstwerk opnieuw verloren ging.
Weliswaar wezen doorgewinterde poëzielezers er al op dat daarmee vorm en inhoud van het gedicht perfect samenvallen maar de makers hopen dat de betreffende gemeentelijke dienst de oorspronkelijke opzet in de bedoelde stijl terugbrengt.

Zomer 2009

 


KUNSTWERK ZWAAR BESCHADIGD DOOR KLIEDERWERK VAN VANDALEN

BERGEN OP ZOOM - "Door tij & tijd bestendigt deze verschansing woorden die zich niet laten kennen: strijd roert ons tot wie we zijn in de dunte der dagen." Tekst van de bekende dichters Albert Hagenaars en Bert Bevers. Te vinden in stadspark Kijk in de Pot. Op een kunstwerk. Zorgvuldig weggeschreven in roestvrij staal. Maar nu amper leesbaar. Vandalen gaan hier tekeer met spuitbussen. Dichtregel en het beton er omheen zijn volgekalkt. Lange tijd leek het goed te gaan, de laatste weken is het goed raak, zeggen Aagje Pel, Peter Pel en Gerard Fransen. ”Als er eentje iets spuit, komen er al heel snel nieuwe bij'', weten ze uit ervaring.

Drie dagen werk
Ze zijn deze dinsdag aan het poetsen en schrobben. Om het kunstwerk weer toonbaar te maken. ,”Dit kost ons twee à drie dagen werk. En dan nog is het de vraag of we alles goed wegkrijgen.'' De drie vormen de Beeldenwacht. Waken over de kunst in de stad. Maken die schoon als dat nodig is. In ruil voor een kleine vergoeding van de gemeente.

Fors
Ze zijn wel wat gewend. Maar de beschadiging met verf van dit kunstwerk is fors. ”We moeten zelfs agressieve middelen gebruiken, terwijl we dat normaal niet hoeven.'' Bergen op Zoom is een stad van graffiti. ,”Maar noem degenen die dit doen alsjeblieft geen kunstenaars. Dat is veel te veel eer voor ze'', meent Peter Pel.
Zijn vrouw Aagje en Gerard Fransen knikken instemmend. Wat hier in dit verloren hoekje gebeurt is het doelloos leegspuiten van verfbussen. Met loze kreten, met een datum. ,”Kijk 11 februari 2017'', wijst Peter Pel. En Aagje vult aan: ,”Bergenaren nemen hun verantwoordelijkheid niet. Ze laten dit gewoon gebeuren.'' Want al zit het kunstwerk aan de rand van het park, toch komt er om de haverklap een hondenbezitter voorbij wandelen.

Kliederwerk
Blijkbaar, zo concluderen de drie, kijkt iedereen weg als er vandalen bezig zijn met hun kliederwerk. En dat stoort ze. ,”Net zoals het feit dat de hele stad onder de stickers zit. Iemand van de Stichting Samen Werken heeft er een dagtaak om ze weg te halen.''
Ze vinden de graffiti, de stickers, slechte reclame voor de stad terwijl die juist zo hard aan de weg timmert om bezoekers te trekken. En Gerard Fransen zegt: ,”Ik was pas in Middelburg. Dat is zoveel schoner. Dit is echt jammer voor Bergen op Zoom.''

JAN VAN DE KASTEELE, BN/DESTEM, 26 APRIL 2017


Klik hier voor de bijbehorende video
















Mysterie opgelost: het opmerkelijke verhaal van een gedicht in Kijk in de Pot

Ooit gezien? Tijdens een heerlijke lunchwandeling door het Bergse stadspark Kijk in de Pot, kun je zomaar stuiten op een bijzonder, maar kort gedicht. De regel ‘Jij die hier verdwijnt’ ligt een beetje verstopt, maar er hoort wel een heel verhaal bij.
De geschiedenis van hoe Kijk in de Pot is ontstaan, hebben we al eens voor je uitgezocht. Toen het stadspark zijn huidige vorm kreeg, was er ook het idee om er kunst in aan te brengen. De Bergse beeldend kunstenaar Albert Hagenaars ging in 1999 samen met de Bergse dichter Bert Bevers aan de slag om tot een paar bijzondere dichtregels voor in het park te komen.
 
Verdwijnen in een niemandsland
Het gedicht is dus door twee Bergenaren geschreven. Albert Hagenaars bedacht de eerste paar woorden. Vervolgens voegde Bert Bevers wat woorden toe en zo ging het een tijdje door. Uiteindelijk hakten ze halverwege het jaar 2000 op een terras in Antwerpen de knoop door over de definitieve tekst. Het gedicht zie je nu dus terug in Kijk in de Pot.
 
De dichtregels staan aan de kant van de Binnenschelde in het park. Dat gedeelte is de zogenoemde Veldschans, een onderdeel van Kijk in de Pot wat vroeger een artillerieplaats was. Je ziet daar nog restanten van enkele muren die het gevoel van een binnen- en een buitenruimte moeten opwekken. Dat gevoel lees je ook terug in die beroemde dichtregel: Jij die hier verdwijnt/doorzie dit niemandsland vol iedereen.
 
Dichtregel voor automobilisten
Nadat Albert en Bert het eens waren over de tekst, werden de regels in betonnen muren geplaatst. De ondergrond werd een roestvrijstalen plaat en de letters waren blauw. De tekst werd zo geplaatst dat je deze als automobilist vanaf de Markiezaatsweg goed kon lezen. Helaas heeft het kunstwerk door de jaren heen al heel wat uitdagingen moeten doorstaan.
 
Vandalen aan het werk
Al verschillende keren hebben vandalen het voorzien op de dichtregel in ‘niemandsland’ Kijk in de Pot. De teksten werden beklad, maar ook de roestvrijstalen platen werden gestolen. Het heeft er door de jaren heen voor gezorgd dat de blauwe kleur van het kunstwerk na verschillende opknapbeurten is verdwenen. Dat zorgt ervoor dat de tekst minder goed leesbaar is vanaf de Markiezaatsweg. Ook de begroeiing van struiken en bosjes zorgt er regelmatig voor dat je de dichtregel niet goed kunt zien.
 
 
 
Redactie rubriek In de buurt, BN De Stem, 22 november 2024



Dankzij een stevige snoeibeurt in januari 2025 is er na vele jaren weer zicht op het gedicht voor automobilisten die op de Markiezaatsweg noordwaarts rijden. De kleur blauw wordt echter node gemist!
Foto: © Albert Hagenaars.