Al eeuwenlang bevindt zich pal ten zuiden van de historische
binnenstad van Bergen op Zoom een fascinerend terrein, dat langzaam afloopt naar
het water van de voormalige Oosterschelde, momenteel de Binnenschelde.
Op 17 december 1998 koos het gemeentebestuur ervoor om dit gebied, Kijk in de Pot, te ontwikkelen tot een
stadspark. De betreffende gronden met een oppervlakte van ruim twintig hectaren
vormden vroeger een onderdeel van de vestingwerken rond de stad en was
daarna tot in de 20e eeuw in gebruik als militair oefenterrein.
De naam Kijk in de Pot dankt het gebied aan een gelijknamige
uitkijktoren die zich op een van de punten van een lunet bevond.
De gemeente verstrekte de opdracht aan de bekende
landschapsarchitect Pieter Germeraad. In zijn plannen werd ruimte overgehouden
voor een hedendaagse aanpak van de drie restanten van historische locaties. In
overleg werd besloten deze aparte opdracht te gunnen aan het
kunstenaarscollectief B.O.Z.O. uit Bergen op Zoom. Dit bestond uit Auke van der
Heide, Bart Stuart en Jan Wessendorp.
B.O.Z.O. diende op 15 september 1999 een Ontwerpschets
historische locaties in het stadspark Kijk-in-de-Pot in. De historische
locaties werden beeldend gereconstrueerd.
Kort daarna werd Albert Hagenaars door B.O.Z.O. verzocht teksten te
maken voor één van deze locaties, de Veldschans, ook wel Slikschans genoemd.
De Veldschans is een artillerieplaats uit de tijd van Menno van
Coehoorn. De oorspronkelijk rechthoekige ruimte was omgeven door wallen en
diende ter afweer van vijanden die Bergen op Zoom vanaf de Schelde belaagden.
Volgens de ideeën van B.O.Z.O. moest de Veldschans bedoeld worden
als een stilteplek, een andere wereld waar het individu geconfronteerd wordt met
de eigen geschiedenis en die van de stad en tegelijk met de menselijke strijd op
alle niveaus. De plek biedt beschutting tegen de buitenwereld. De relatie tussen
binnen en buiten wordt versterkt door de vormverschillen tussen de amorfe
parkomgeving en het constructieve menselijke bouwen.
In de Veldschans bevinden zich muren die tezamen een
binnen- en buitenruimte creëren. De ruimte binnen de Veldschans is dusdanig
gecomponeerd dat hij zorgt voor een spanning die uitnodigt om er rond te lopen.
Wegens het grote aantal contrasten gaf Albert Hagenaars er de
voorkeur aan de opdracht niet alleen uit te voeren maar in nauwe samenwerking
met Bert Bevers, die een andere soort poëzie voorstaat.
Hoewel Albert Hagenaars en Bert Bevers al dertig jaar regelmatig
artistiek samenwerken, bijvoorbeeld met Galerie Valckesteyn en de literaire
tijdschriften Het Roze Gevaar en De Houten Gong, leidde de uitnodiging ditmaal
tot een unieke samenwerking, namelijk om gezamenlijk tweemaal één gedicht te
vervaardigen.

Eerste gezamenlijke verkenning van de locatie voor de in roestvrij staal
uitgevoerde dichtregels: de zgn.Veldschans
tussen de huidige Binnenschelde (vroeger de Oosterschelde) en park Kijk-in-de-Pot
in Bergen op Zoom.
V.l.n.r.: Albert Hagenaars, opdrachtgever Jan Wessendorp, Bert Bevers en
mede-opdrachtgever Auke van der Heide. |
Albert Hagenaars begon met de eerste woorden van de hoofdtekst, die
aangevuld werden met enkele woorden van Bert Bevers waarna Albert Hagenaars weer
verder ging. Hetzelfde procédé werd gevolgd voor de langere tekst, die echter
door Bert Bevers aangevangen werd.
Op 2 juni 2000 werd op een Antwerps caféterras, na maanden wikken en wegen,
schrappen en aanvullen, twisten en verzoenen, het laatste woord geplaatst.
De uiteindelijke resultaten, twee compacte teksten waarin een aantal woorden
meerdere betekenissen heeft, werden in de
betonnen muren aan twee van de buitenzijden in roestvrij stalen platen
uitgespaard. De hoofdtekst werd deels op extra groot formaat en tegen een blauwe
kunststofplaat uitgevoerd.
Deze regel luidt:
JIJ DIE
HIER VERDWIJNT
doorzie
dit niemandsland vol iedereen
De tekst houdt er rekening mee dat de
automobilisten op de Markiezaatsweg, richting noorden, de tekst lezen juist in
een bocht die hen uit hun uitzicht op de Veldschans haalt. De automobilisten
vormen echter niet de enige doelgroep.
De kleiner uitgevoerde maar langere tekst is:
door tij & tijd bestendigt
deze verschansing woorden
die zich niet laten kennen:
strijd roert ons tot wie we zijn
in de dunte der dagen

Zicht op Kijk in de Pot, aan de overkant van de
Binnenschelde. |

Zicht op de Veldschans vanaf de vroegere oever van
de Schelde. |

Zicht op de noordzijde. Op de voorgrond de
tijdcapsules van BOZO. |


Detailopname van de noordzijde. |

Zicht op de westzijde en zuidzijde. |

De zuidzijde van de Veldschans. Op de achtergrond
Connie Jensen, die samen met Ann-Dorit Schonemann
een aantal gedichten uit de bundel Intriges in het Deens vertaalde.
|

Detailopname van de zuidzijde. |

Detailopname van de zuidzijde. |
Problemen
Sinds de teksten op de Veldschans zijn aangebracht, waren ze
regelmatig het doel van stadswandelingen en –excursies. Daarnaast waren ze ook al tot drie keer toe slachtoffer van
vandalisme en diefstal. Helaas waren de daders geen literaire fanatici maar
praktisch ingestelde lieden, die weten dat de roestvrij stalen platen veel waard zijn! Ook andere kunstwerken in de gemeente werden de
laatste jaren ontvreemd dan wel beschadigd.
SPREUK OP KUNSTWERK OPNIEUW VERNIELD
Voor de
tweede keer binnen vier weken is de dichtregel in stadspark Kijk-in-de-Pot
vernield.
Conservator
Johanna Jacobs is woest.
Speciaal voor het
stadspark componeerden Bert Bevers en Albert Hagenaars de dichtregel ‘Jij die
hier verdwijnt, doorzie dit niemandsland vol iedereen’. De letters zijn zichtbaar
vanaf de Markiezaatsweg. Van het eerste deel staat nu nog ‘ie hier verdwijnt’.
Vier weken geleden werd een kleine plaat met letters van het kunstwerk gesloopt
en meegenomen. Sinds anderhalve week is die weer vervangen. Om te voorkomen dat
vandalen de platen opnieuw zouden loshalen, zijn de gaten van de schroefbouten
uitgeboord. De bouten met een schroevendraaier losdraaien werd dus onmogelijk.
‘Hufterproof maken’, noemt Johanna Jacobs de maatregel. Helaas mocht het niet
baten. ‘Nu is een grote plaat met een breekijzer losgewrikt. Een passerende
fietser heeft een groepje jongeren bij het kunstwerk bezig gezien en de gemeente
gebeld. Ze zijn blijkbaar gestoord want de plaat hing er nog, aan een schroef.
De buitendienst van de gemeente heeft de plaat kunnen ophalen voordat die is
weggehaald.’
Simpelweg terugschroeven is volgens Jacobs niet mogelijk, ‘Hij is helemaal
verbogen. Een flinke kostenpost.’
Jacobs heeft vandaag een overleg met de wijkmanager van de gemeente, wijkagent
en beeldenwacht (die klein onderhoud aan kunstwerken verricht). ‘Ik ga zeker
vragen of er meer gesurveilleerd kan worden. Verder wil ik bekijken wat we nog
meer kunnen doen om dit kunstwerk te bechermen.’
Het aantal vernielingen aan kunstwerken neemt volgens haar toe. Voorbeelden
durft ze niet te noemen, uit angst voor herhaling.
‘Ik heb een bepaald budget voor kunst in openbare ruimte. Dit soort vernielingen
kost klauwen met gemeenschapsgeld en ik hoef in deze tijd nergens aan te
kloppen. Als kunstwerken beschadigd zijn, neemt de verloedering van een wijk of
buurt bovendien weer een stukje toe. Ze beseffen niet wat ze aanrichten’,
verzucht ze.
BREGJE SUURLAND, BN/DESTEM, 13-05-2005
KIJK-IN-DE-POT
Een niemandsland voor iedereen. Zo noemen de dichters Bert Bevers en Albert
Hagenaars stadspark Kijk-in-de-Pot. De spreuk en het bijbehorend kunstwerk in
het park hebben de nodige last gehad van vandalen. Het is ook wel heel erg groot
en leeg, dit park tussen het stadshart en de Binnenschelde.
Op het daartoe aangewezen hondenuitlaatterrein lapt een baasje deze ochtend de
opruimplicht aan zijn laars. Op de kunstmatig aangelegde kazematten in dit
voormalig vestingwerk alom graffiti. Zulke dingen gebeuren nu eenmaal in een
land dat geen echte parkcultuur kent. Bergen op Zoom noemt zich tenslotte
Bourgondisch, niet Latijns. Hier is het ’s ochtends niet vol met met oude mannen
die in alle rust hun krantje lezen en onderwijl hun schoenen laten poetsen. Ook
aan het eind van de middag stroomt het park niet vol met familie en evenmin
lopen jonge verliefden er hun rondjes. Het spel van de ogen komt hier niet voor.
Ogen van liefde, ogen die mededogen zoeken, ogen van droefheid, ogen van
eindeloze pijn. Niets van dit alles. Ogen ontbreken op de Kiek.
Wel zijn er zichtlijnen op de stad in al haar gedaanten. De bedenkers van dit
plan hebben vast en zeker goede bedoelingen gehad. Waar je ook loopt, altijd is
er wel een markant gebouw van de stad te zien. Het Landmark op de Bergse Plaat,
zwembad De Schelp, de kerk aan het Lourdesplein, de ribbenkast van de uitgeklede
Lucerna-flat. De Peperbus, stadsschouwburg De Maagd, de torentjes
van het Markiezenhof, de stad laat zich vanaf de Kiek graag bewonderen. Mooi is
het ook om buien uit zee te zien aankomen. De bankjes in het park zijn fris
blauw geverfd. Ze doen al een beetje aan de zee denken. De boompjes staan in
lange geometrische lijnen, ieder in hun eigen stenen cirkel gevat. Over het
Retranchement, de verbindende weg van rood steengruis door het park, haast een
fietser zich voort. Hij lijkt de bui boven zijn hoofd te willen verslaan. Nog
voor de meet aan de Zuidwestsingel is hij geklopt.
Het regent vandaag op de Kiek. Goed voor de planten. Op de educatieve
grondwatermeter in het park wordt het nog eens uitgelegd. Op de hoge gedeelten
van het park verdrogen planten eerder, beneden zijn ze sappiger. Veel is er
eigenlijk niet te zien in het park. Geen protserige beelden of ruisende
fonteinen, wel een stukje oud spoor en verwilderde natuur. Her en der stenen,
gevangen in een vlechtwerk van ijzer. Zal ook wel kunst zijn. Te lezen valt er
ook weinig in het park, op de graffiti na dan.
Mooi is het bij de hoek met de Gertrudisboulevard. Klassiek aandoende zuilen,
als een soort reuzenpergola’s overwoekerd met groen. Na jaren discussie is het
park er gekomen. Een stadspark nog wel. Niet iedereen was even enthousiast over
de nieuwe Kijk-in-de-Pot. Nog altijd wordt er door sommigen gemokt. Niet meer
door de bewoners van de appartementen rond het park. Hun uitzicht mag er zijn.
Kijk-in-de-Pot is nooit af, lijkt het wel. Een stadswal moet er nu weer
bijkomen. Aan de achterkant van de meubelboulevard. Met ruimte voor
starterswoningen. Er wordt ook veel in het park georganiseerd, het hele jaar
door. Voorjaarskermis, concours hippique, sledehondenraces zelfs, het
Staatscircus van Moskou of gewoon een potje jeu de boulen met ’t Petangeske.
Zonder dat soort activiteiten is het park echtwer heel erg groot en leeg. Een
niemandsland voor iedereen.
BEN VAN DEN AARSSEN, BN/DESTEM, 27-08-2005
KUNST BEHOUDEN
BLIJFT HELE KUNST
Kunst uit handen van rovers en vandalen houden, het blijft in Bergen op Zoom een
hele kunst. In een poging om vernielzuchtigen het leven zuur te maken, heeft de
gemeente een kunstwerk in stadspark Kijk-in-de-Pot weggehaald. Dat keert straks
in steviger vorm terug.
De dichtregel ‘Jij die hier verdwijnt, doorzie dit niemandsland vol iedereen’
gecomponeerd door Bert Bevers en Albert Hagenaars, krijgt zwaardere bouten en
betere lijm.
‘Het moet dusdanig sterk worden, dat de platen gewoon niet te slopen zijn’, zei
wethouder Leo Withagen deze week in het vragenuurtje voor de gemeenteraad.
Daarin stelde de fractie van D66/BSD vragen over het kunstwerk op Kijk-in-de-Pot.
Het was de fractie opgevallen dat de dichtregel helemaal weg was. Dat blijkt dus
door de gemeente zelf te zijn gedaan. ‘Nadat het tot twee keer toe was
gesloopt’, aldus Withagen.
Ook de tuin met beelden van geiten aan de Boulevard is regelmatig het terrein
van mensen die het blijkbaar leuk vinden om andermans spullen kapot te maken. Nu
zijn er volgens Withagen weer twee poten naar de gallemieze geholpen. ‘Alle
geiten halen we weg. We gaan ze allemaal in beton zetten.’
Behalve met vernielingen hebben kunstwerken in de stad ook te maken met
diefstal. Afgelopen zomer verdwenen er diverse bronzen beelden. Ze zijn nog niet
teruggevonden.
AD GODDRIE, BN/DESTEM, 06-10-2005
|

Spotprent in BN/De Stem van Erik Elich. |
Op
18 maart 2007 is een filmpje op YouTube gezet waarin de zuidzijde van de
Veldschans een rol speelt. De onbekende maker(s), opererend onder de naam
Azazel Production, spelen met name in op de tekst JIJ DIE HIER VERDWIJNT.
Het
filmpje is gecategoriseerd in de rubriek Comedy.

Tijdens een rondleiding op Kijk-in-de-Pot
in juli 2001. |
NIEUWE OPGRAVINGEN OP KIJK-IN-DE-POT.
Deze zomer is een nieuw onderzoek gestart op het noordelijke gedeelte van
Kijk–in–de-Pot, grenzend aan het Geertruidaplein. Naar verwachting
wordt er nog tot begin september gegraven. In 2004 werden resten uit de
IJzertijd (8e eeuw v. Chr. - 0) en de Romeinse tijd (0 – 3e
eeuw) gevonden, waarover in een eerdere nieuwsbrief al is bericht. De
vervolgopgraving maakt duidelijk dat het ven iets groter was dan eerst
werd aangenomen. Bewoningssporen zijn nog niet gevonden, maar moeten er
vlakbij wel geweest zijn. Ook werden opnieuw sporen gevonden van het grote
hoornwerk, dat kort voor 1600 was opgeworpen ten zuiden van de
brandweerkazerne. De grondboringen die vorige maand in het bos achter de
meubelboulevard werden gezet, tonen aan dat daar een echte ‘steilrand’
in het landschap is geweest: het hoogteverschil tussen de renbaan en de
ondergrond in het bos was ooit meer dan
7 meter
. De steilrand is zelfs hoger geweest dan aan de zuidwestelijke flank van
Kijk–in–de-Pot, bij het hotel Golden Tulip. Het bos zelf is niet erg
oud (pas na 1950). Op oudere foto’s is grasland te zien. Om het
hoornwerk aan te leggen, moest enorm veel zand worden aangevoerd. Ook bij
de uitbouw van de vesting van Menno van Coehoorn is zand opgebracht om een
glacis te maken. De vijand kon zich anders achter de rand verschansen. Op
deze kunstmatige ophoging is later het bos gegroeid. Van nature was dit
gedeelte van de ‘Kiek’ dus een indrukwekkende hoogte, die ideaal moet
zijn geweest voor bewoning.
MARCO VERMUNT, NIEUWSBRIEF ARCHEOLOGIE EN MONUMENTEN, JRG. 9, NO. 33,
SEPTEMBER 2006
“Ze
doen zomaar wat, die zitbanken horen er niet”
Bergen
op Zoom – Boos zijn de Bergse kunstenaars niet. Ze zijn vooral
teleurgesteld. Midden in hun kunstwerk in stadspark Kijk-in-de-Pot zijn
onlangs zitbankjes en een afvalbak geplaatst door de gemeente Bergen op
Zoom. “Dat straatmeubilair is een aantasting van het kunstwerk”, vindt
Louis van der kallen, fractievoorzitter van de BSD. “Ze horen er niet.
Men doet zomaar wat. Het doet inbreuk op het merkenrecht.”
De
kunstzinnige ligwei in het stadspark, bij de voormalige Slikbatterij, waar
ook teksten van de Bergse dichters Albert Hagenaars en Bert Bevers te
bezichtigen zijn, mag niet zonder overleg met de ontwerpers worden
veranderd, meent de BSD-fractie. “Een zitbank is geplaatst vlak voor een
richel in het kunstwerk, een richel die door de kunstenaars was
aangebracht als mogelijkheid om juist op te zitten. Ik ben hier door
verschillende kunstenaars op aangesproken. Deze kwestie moet weer eens
aangekaart worden bij de gemeente.”
“Er is meer frictie,” vertelt Van der Kallen verder. “Niet alleen
dat straatmeubilair en die prullenbak zorgen voor irritatie. De meeste
lantaarnpalen die om het kunstwerk staan en de teksten verlichtten, zijn
door vandalen vernield en verwijderd. Degene die er nog staan, zijn hun
kop kwijt en verlichten dus ook niets meer. Die situatie wordt ook niet
aangepakt. En het onderhoud van de verblijfsruimte in de Slikbatterij is
verder niet best. Er wordt amper gemaaid.”
In september 2005 stelde de BSD’er ook al vragen over de kunst in het
stadspark. “Toen was de tekst van Bert Bevers en Albert Hagenaars
gesloopt maar werd na overleg met de gemeente in een aangepaste,
vandalismebestendige vorm weer teruggeplaatst. Mijn complimenten voor die
aanpak, er werd toen namelijk in samenspraak met de kunstenaars naar een
passende oplossing gezocht. Ook het groen onderhoud werd veranderd, zodat
de tekst nu ook vanaf de Markiezaatsweg overdag te lezen is. Een
dergelijke samenspraak had nu wéér moeten gebeuren”, meent Van der
Kallen.
De Bergse kunstenaar Auke van der Heide vindt het vooral jammer dat de
gemeente zonder overleg iets aan het kunstwerk heeft veranderd. “We zijn
er gewoon niet blij mee, dat willen wij ook gaan aankaarten bij de
gemeente.” De kunstenaars waren er bij de realisering van het kunstwerk
van uitgegaan dat de gemeente het onderhoud zou regelen. “Blijkbaar
moeten er toch duidelijke afspraken over worden gemaakt.” Hij vindt het
jammer dat acht jaar na de onthulling het kunstwerk er onverzorgd bij
ligt.
“Door die lantaarnpalen had het kunstwerk een verlicht plekje in de
duisternis moeten worden, dat was onze insteek maar zij zijn helaas
vernield. Ook de ligwei is, doordat er gemaaid wordt, niet goed meer te
herkennen.”
Van der Heide denkt niet dat de gemeente met het plaatsen van het
straatmeubilair opzettelijk het kunstwerk wilde verstoren. “Degene die
het geplaatst heeft, wist waarschijnlijk niet dat het een kunstwerk was.
Het is vast uit onwetendheid gebeurd. Ik ben blij dat de BSD aandacht
vraagt voor de huidige situatie maar ik verwacht ook dat we er met de
gemeente wel uitkomen. Dat is de vorige keer wel gebleken: een goed
overleg met de gemeente maakt veel dingen mogelijk.”
Wethouder Maarten van Eekelen heeft inmiddels toegezegd de zaak rond het
straatmeubilair en het groenonderhoud te bekijken.
BREGJE VAN GURP, BERGEN OP ZOOMSE BODE, 1 JUNI 2008
|

VANDALISME TEGEN
VANDALISME Omdat de betonwanden waarop de gedichten zijn aangebracht,
en ook de gedichten zelf, constant bespoten, beschilderd, bezeken,
besproeid en besprenkeld worden, besloot de gemeente Bergen op Zoom tot
een grote schoonmaakactie om zowel de Slikschans als de teksten grondig
schoon te laten maken. De medewerkers die dit karwei klaarden, deden
dit zo grondig dat tevens de blauwe achtergrondkleur van de letters van de
grootste tekst weggespoten werd, waarmee een essentieel onderdeel van het
kunstwerk opnieuw verloren ging. Weliswaar wezen doorgewinterde
poëzielezers er al op dat daarmee vorm en inhoud van het gedicht perfect
samenvallen maar de makers hopen dat de betreffende gemeentelijke dienst
de oorspronkelijke opzet in de bedoelde stijl terugbrengt.
Zomer 2009
KUNSTWERK ZWAAR BESCHADIGD DOOR KLIEDERWERK VAN
VANDALEN
BERGEN OP ZOOM - "Door tij & tijd
bestendigt deze verschansing woorden die zich niet laten kennen: strijd
roert ons tot wie we zijn in de dunte der dagen." Tekst van de bekende
dichters Albert Hagenaars en Bert Bevers. Te vinden in stadspark Kijk in
de Pot. Op een kunstwerk. Zorgvuldig weggeschreven in roestvrij staal.
Maar nu amper leesbaar. Vandalen gaan hier tekeer met spuitbussen.
Dichtregel en het beton er omheen zijn volgekalkt. Lange tijd leek het
goed te gaan, de laatste weken is het goed raak, zeggen Aagje Pel, Peter
Pel en Gerard Fransen. ”Als er eentje iets spuit, komen er al heel snel
nieuwe bij'', weten ze uit ervaring.
Drie dagen werk
Ze zijn deze dinsdag aan het poetsen en
schrobben. Om het kunstwerk weer toonbaar te maken. ,”Dit kost ons twee
à drie dagen werk. En dan nog is het de vraag of we alles goed
wegkrijgen.'' De drie vormen de Beeldenwacht. Waken over de kunst in de
stad. Maken die schoon als dat nodig is. In ruil voor een kleine
vergoeding van de gemeente.
Fors
Ze zijn wel wat gewend. Maar de beschadiging met verf van dit kunstwerk
is fors. ”We moeten zelfs agressieve middelen gebruiken, terwijl we dat
normaal niet hoeven.'' Bergen op Zoom is een stad van graffiti. ,”Maar
noem degenen die dit doen alsjeblieft geen kunstenaars. Dat is veel te
veel eer voor ze'', meent Peter Pel. Zijn vrouw Aagje en Gerard
Fransen knikken instemmend. Wat hier in dit verloren hoekje gebeurt is
het doelloos leegspuiten van verfbussen. Met loze kreten, met een datum.
,”Kijk 11 februari 2017'', wijst Peter Pel. En Aagje vult aan:
,”Bergenaren nemen hun verantwoordelijkheid niet. Ze laten dit gewoon
gebeuren.'' Want al zit het kunstwerk aan de rand van het park, toch
komt er om de haverklap een hondenbezitter voorbij wandelen.
Kliederwerk
Blijkbaar, zo concluderen de drie, kijkt iedereen weg als er vandalen
bezig zijn met hun kliederwerk. En dat stoort ze. ,”Net zoals het feit
dat de hele stad onder de stickers zit. Iemand van de Stichting Samen
Werken heeft er een dagtaak om ze weg te halen.'' Ze vinden de
graffiti, de stickers, slechte reclame voor de stad terwijl die juist zo
hard aan de weg timmert om bezoekers te trekken. En Gerard Fransen zegt:
,”Ik was pas in Middelburg. Dat is zoveel schoner. Dit is echt jammer
voor Bergen op Zoom.''
JAN VAN DE KASTEELE,
BN/DESTEM, 26 APRIL 2017
Klik hier voor de bijbehorende video |


|