Al eeuwenlang
bevindt zich pal ten zuiden van de historische
binnenstad van Bergen op Zoom een fascinerend
terrein, dat langzaam afloopt naar het water van
de voormalige Oosterschelde, momenteel de
Binnenschelde.
Op 17 december 1998 koos het gemeentebestuur
ervoor om dit gebied, Kijk in de Pot, te
ontwikkelen tot een stadspark. De betreffende
gronden met een oppervlakte van ruim twintig
hectaren vormden vroeger een onderdeel van de
vestingwerken rond de stad en was daarna tot in de
20e eeuw in gebruik als militair
oefenterrein.
De naam Kijk in de Pot dankt het gebied aan een
gelijknamige uitkijktoren die zich op een van de
punten van een lunet bevond.
De gemeente verstrekte de opdracht aan de bekende
landschapsarchitect Pieter Germeraad. In zijn
plannen werd ruimte overgehouden voor een
hedendaagse aanpak van de drie restanten van
historische locaties. In overleg werd besloten
deze aparte opdracht te gunnen aan het
kunstenaarscollectief B.O.Z.O. uit Bergen op Zoom.
Dit bestond uit Auke van der Heide, Bart Stuart en
Jan Wessendorp.
B.O.Z.O. diende op 15 september 1999 een Ontwerpschets
historische locaties in het stadspark
Kijk-in-de-Pot in. De historische locaties
werden beeldend gereconstrueerd.
Kort daarna werd Albert Hagenaars door B.O.Z.O.
verzocht teksten te maken voor één van deze
locaties, de Veldschans, ook wel Slikschans
genoemd.
De Veldschans is een
artillerieplaats uit de tijd van Menno van
Coehoorn. De oorspronkelijk rechthoekige ruimte
was omgeven door wallen en diende ter afweer van
vijanden die Bergen op Zoom vanaf de Schelde
belaagden.
Volgens de ideeën van B.O.Z.O. moest de Veldschans
bedoeld worden als een stilteplek, een andere
wereld waar het individu geconfronteerd wordt met
de eigen geschiedenis en die van de stad en
tegelijk met de menselijke strijd op alle niveaus.
De plek biedt beschutting tegen de buitenwereld.
De relatie tussen binnen en buiten wordt versterkt
door de vormverschillen tussen de amorfe
parkomgeving en het constructieve menselijke
bouwen.
In de Veldschans bevinden zich muren die tezamen
een binnen- en buitenruimte creëren. De ruimte
binnen de Veldschans is dusdanig gecomponeerd dat
hij zorgt voor een spanning die uitnodigt om er
rond te lopen.
Wegens het grote aantal contrasten gaf Albert
Hagenaars er de voorkeur aan de opdracht niet
alleen uit te voeren maar in nauwe samenwerking
met Bert Bevers, die een andere soort poëzie
voorstaat.
Hoewel Albert Hagenaars en Bert Bevers al dertig
jaar regelmatig artistiek samenwerken,
bijvoorbeeld met Galerie Valckesteyn en de
literaire tijdschriften Het Roze Gevaar en De
Houten Gong, leidde de uitnodiging ditmaal tot een
unieke samenwerking, namelijk om gezamenlijk
tweemaal één gedicht te vervaardigen.

Eerste
gezamenlijke verkenning van de locatie
voor de in roestvrij staal uitgevoerde
dichtregels: de zgn.Veldschans tussen de
huidige Binnenschelde (vroeger de
Oosterschelde) en park Kijk-in-de-Pot in
Bergen op Zoom. V.l.n.r.: Albert
Hagenaars, opdrachtgever Jan Wessendorp,
Bert Bevers en mede-opdrachtgever
Auke van der Heide. |
Albert
Hagenaars begon met de eerste woorden van de
hoofdtekst, die aangevuld werden met enkele
woorden van Bert Bevers waarna Albert Hagenaars
weer verder ging. Hetzelfde procédé werd gevolgd
voor de langere tekst, die echter door Bert Bevers
aangevangen werd.
Op 2 juni 2000 werd op een Antwerps caféterras, na
maanden wikken en wegen, schrappen en aanvullen,
twisten en verzoenen, het laatste woord geplaatst.
De uiteindelijke resultaten, twee compacte teksten
waarin een aantal woorden meerdere betekenissen
heeft, werden in de betonnen muren aan twee van de
buitenzijden in roestvrij stalen platen
uitgespaard. De hoofdtekst werd deels op extra
groot formaat en tegen een blauwe kunststofplaat
uitgevoerd.
Deze regel
luidt:
JIJ DIE HIER VERDWIJNT
doorzie dit niemandsland vol iedereen
De tekst houdt er rekening mee dat
de automobilisten op de Markiezaatsweg, richting
noorden, de tekst lezen juist in een bocht die hen
uit hun uitzicht op de Veldschans haalt. De
automobilisten vormen echter niet de enige
doelgroep.
De kleiner
uitgevoerde maar langere tekst is:
door tij
& tijd bestendigt
deze
verschansing woorden
die zich
niet laten kennen:
strijd roert
ons tot wie we zijn
in de dunte
der dagen

Zicht op Kijk
in de Pot, aan de overkant van de
Binnenschelde. |

Zicht op de
Veldschans vanaf de vroegere oever van de
Schelde. |

Zicht op de
noordzijde. Op de voorgrond de tijdcapsules
van BOZO. |


Detailopname
van de noordzijde. |

Zicht op de
westzijde en zuidzijde. |

De zuidzijde van de
Veldschans. Op de achtergrond Connie
Jensen, die samen met Ann-Dorit Schonemann
een aantal gedichten uit de bundel
Intriges in het Deens vertaalde.
|

Detailopname
van de zuidzijde. |

Detailopname
van de zuidzijde. |
Problemen
Sinds de teksten op de Veldschans zijn
aangebracht, waren ze regelmatig het doel van
stadswandelingen en –excursies. Daarnaast waren ze
ook al tot drie keer toe slachtoffer van
vandalisme en diefstal. Helaas waren de daders
geen literaire fanatici maar praktisch ingestelde
lieden, die weten dat de roestvrij stalen platen
veel waard zijn! Ook andere kunstwerken in de
gemeente werden de laatste jaren ontvreemd dan wel
beschadigd.
SPREUK OP KUNSTWERK OPNIEUW VERNIELD
Voor de
tweede keer binnen vier weken is de
dichtregel in stadspark Kijk-in-de-Pot
vernield. Conservator Johanna
Jacobs is woest. Speciaal voor het
stadspark componeerden Bert Bevers en
Albert Hagenaars de dichtregel ‘Jij die
hier verdwijnt, doorzie dit niemandsland
vol iedereen’. De letters zijn zichtbaar
vanaf de Markiezaatsweg. Van het eerste
deel staat nu nog ‘ie hier verdwijnt’.
Vier weken geleden werd een kleine plaat
met letters van het kunstwerk gesloopt
en meegenomen. Sinds anderhalve week is
die weer vervangen. Om te voorkomen dat
vandalen de platen opnieuw zouden
loshalen, zijn de gaten van de
schroefbouten uitgeboord. De bouten met
een schroevendraaier losdraaien werd dus
onmogelijk.
‘Hufterproof maken’, noemt Johanna
Jacobs de maatregel. Helaas mocht het
niet baten. ‘Nu is een grote plaat met
een breekijzer losgewrikt. Een
passerende fietser heeft een groepje
jongeren bij het kunstwerk bezig gezien
en de gemeente gebeld. Ze zijn blijkbaar
gestoord want de plaat hing er nog, aan
een schroef. De buitendienst van de
gemeente heeft de plaat kunnen ophalen
voordat die is weggehaald.’
Simpelweg terugschroeven is volgens
Jacobs niet mogelijk, ‘Hij is helemaal
verbogen. Een flinke kostenpost.’
Jacobs heeft vandaag een overleg met de
wijkmanager van de gemeente, wijkagent
en beeldenwacht (die klein onderhoud aan
kunstwerken verricht). ‘Ik ga zeker
vragen of er meer gesurveilleerd kan
worden. Verder wil ik bekijken wat we
nog meer kunnen doen om dit kunstwerk te
bechermen.’
Het aantal vernielingen aan kunstwerken
neemt volgens haar toe. Voorbeelden
durft ze niet te noemen, uit angst voor
herhaling.
‘Ik heb een bepaald budget voor kunst in
openbare ruimte. Dit soort vernielingen
kost klauwen met gemeenschapsgeld en ik
hoef in deze tijd nergens aan te
kloppen. Als kunstwerken beschadigd
zijn, neemt de verloedering van een wijk
of buurt bovendien weer een stukje toe.
Ze beseffen niet wat ze aanrichten’,
verzucht ze.
BREGJE SUURLAND, BN/DESTEM, 13-05-2005
KIJK-IN-DE-POT
Een niemandsland voor iedereen. Zo
noemen de dichters Bert Bevers en Albert
Hagenaars stadspark Kijk-in-de-Pot. De
spreuk en het bijbehorend kunstwerk in
het park hebben de nodige last gehad van
vandalen. Het is ook wel heel erg groot
en leeg, dit park tussen het stadshart
en de Binnenschelde.
Op het daartoe aangewezen
hondenuitlaatterrein lapt een baasje
deze ochtend de opruimplicht aan zijn
laars. Op de kunstmatig aangelegde
kazematten in dit voormalig vestingwerk
alom graffiti. Zulke dingen gebeuren nu
eenmaal in een land dat geen echte
parkcultuur kent. Bergen op Zoom noemt
zich tenslotte Bourgondisch, niet
Latijns. Hier is het ’s ochtends niet
vol met met oude mannen die in alle rust
hun krantje lezen en onderwijl hun
schoenen laten poetsen. Ook aan het eind
van de middag stroomt het park niet vol
met familie en evenmin lopen jonge
verliefden er hun rondjes. Het spel van
de ogen komt hier niet voor. Ogen van
liefde, ogen die mededogen zoeken, ogen
van droefheid, ogen van eindeloze pijn.
Niets van dit alles. Ogen ontbreken op
de Kiek.
Wel zijn er zichtlijnen op de stad in al
haar gedaanten. De bedenkers van dit
plan hebben vast en zeker goede
bedoelingen gehad. Waar je ook loopt,
altijd is er wel een markant gebouw van
de stad te zien. Het Landmark op de
Bergse Plaat, zwembad De Schelp, de kerk
aan het Lourdesplein, de ribbenkast van
de uitgeklede Lucerna-flat. De Peperbus,
stadsschouwburg De Maagd, de torentjes
van het Markiezenhof, de stad laat zich
vanaf de Kiek graag bewonderen. Mooi is
het ook om buien uit zee te zien
aankomen. De bankjes in het park zijn
fris blauw geverfd. Ze doen al een
beetje aan de zee denken. De boompjes
staan in lange geometrische lijnen,
ieder in hun eigen stenen cirkel gevat.
Over het Retranchement, de verbindende
weg van rood steengruis door het park,
haast een fietser zich voort. Hij lijkt
de bui boven zijn hoofd te willen
verslaan. Nog voor de meet aan de
Zuidwestsingel is hij geklopt.
Het regent vandaag op de Kiek. Goed voor
de planten. Op de educatieve
grondwatermeter in het park wordt het
nog eens uitgelegd. Op de hoge gedeelten
van het park verdrogen planten eerder,
beneden zijn ze sappiger. Veel is er
eigenlijk niet te zien in het park. Geen
protserige beelden of ruisende
fonteinen, wel een stukje oud spoor en
verwilderde natuur. Her en der stenen,
gevangen in een vlechtwerk van ijzer.
Zal ook wel kunst zijn. Te lezen valt er
ook weinig in het park, op de graffiti
na dan.
Mooi is het bij de hoek met de
Gertrudisboulevard. Klassiek aandoende
zuilen, als een soort reuzenpergola’s
overwoekerd met groen. Na jaren
discussie is het park er gekomen. Een
stadspark nog wel. Niet iedereen was
even enthousiast over de nieuwe
Kijk-in-de-Pot. Nog altijd wordt er door
sommigen gemokt. Niet meer door de
bewoners van de appartementen rond het
park. Hun uitzicht mag er zijn.
Kijk-in-de-Pot is nooit af, lijkt het
wel. Een stadswal moet er nu weer
bijkomen. Aan de achterkant van de
meubelboulevard. Met ruimte voor
starterswoningen. Er wordt ook veel in
het park georganiseerd, het hele jaar
door. Voorjaarskermis, concours
hippique, sledehondenraces zelfs, het
Staatscircus van Moskou of gewoon een
potje jeu de boulen met ’t Petangeske.
Zonder dat soort activiteiten is het
park echtwer heel erg groot en leeg. Een
niemandsland voor iedereen.
BEN VAN DEN AARSSEN, BN/DESTEM,
27-08-2005
KUNST BEHOUDEN
BLIJFT HELE KUNST
Kunst uit handen van rovers en vandalen
houden, het blijft in Bergen op Zoom een
hele kunst. In een poging om
vernielzuchtigen het leven zuur te
maken, heeft de gemeente een kunstwerk
in stadspark Kijk-in-de-Pot weggehaald.
Dat keert straks in steviger vorm terug.
De dichtregel ‘Jij die hier verdwijnt,
doorzie dit niemandsland vol iedereen’
gecomponeerd door Bert Bevers en Albert
Hagenaars, krijgt zwaardere bouten en
betere lijm.
‘Het moet dusdanig sterk worden, dat de
platen gewoon niet te slopen zijn’, zei
wethouder Leo Withagen deze week in het
vragenuurtje voor de gemeenteraad.
Daarin stelde de fractie van D66/BSD
vragen over het kunstwerk op
Kijk-in-de-Pot. Het was de fractie
opgevallen dat de dichtregel helemaal
weg was. Dat blijkt dus door de gemeente
zelf te zijn gedaan. ‘Nadat het tot twee
keer toe was gesloopt’, aldus Withagen.
Ook de tuin met beelden van geiten aan
de Boulevard is regelmatig het terrein
van mensen die het blijkbaar leuk vinden
om andermans spullen kapot te maken. Nu
zijn er volgens Withagen weer twee poten
naar de gallemieze geholpen. ‘Alle
geiten halen we weg. We gaan ze allemaal
in beton zetten.’
Behalve met vernielingen hebben
kunstwerken in de stad ook te maken met
diefstal. Afgelopen zomer verdwenen er
diverse bronzen beelden. Ze zijn nog
niet teruggevonden.
AD GODDRIE, BN/DESTEM, 06-10-2005
|

Spotprent
in BN/De Stem van Erik Elich. |
Op 18
maart 2007 is een filmpje op YouTube gezet waarin de
zuidzijde van de Veldschans een rol speelt. De
onbekende maker(s), opererend onder de naam Azazel
Production, spelen met name in op de tekst JIJ DIE
HIER VERDWIJNT.
Het
filmpje is gecategoriseerd in de rubriek Comedy.

Tijdens
een rondleiding op Kijk-in-de-Pot in juli
2001. |
NIEUWE
OPGRAVINGEN OP KIJK-IN-DE-POT.
Deze zomer is een nieuw
onderzoek gestart op het noordelijke
gedeelte van Kijk–in–de-Pot, grenzend
aan het Geertruidaplein. Naar
verwachting wordt er nog tot begin
september gegraven. In 2004 werden
resten uit de IJzertijd (8e
eeuw v. Chr. - 0) en de Romeinse tijd
(0 – 3e eeuw) gevonden,
waarover in een eerdere nieuwsbrief al
is bericht. De vervolgopgraving maakt
duidelijk dat het ven iets groter was
dan eerst werd aangenomen.
Bewoningssporen zijn nog niet
gevonden, maar moeten er vlakbij wel
geweest zijn. Ook werden opnieuw
sporen gevonden van het grote
hoornwerk, dat kort voor 1600 was
opgeworpen ten zuiden van de
brandweerkazerne. De grondboringen die
vorige maand in het bos achter de
meubelboulevard werden gezet, tonen
aan dat daar een echte ‘steilrand’ in
het landschap is geweest: het
hoogteverschil tussen de renbaan en de
ondergrond in het bos was ooit meer
dan 7 meter
. De steilrand is zelfs hoger geweest
dan aan de zuidwestelijke flank van
Kijk–in–de-Pot, bij het hotel Golden
Tulip. Het bos zelf is niet erg oud
(pas na 1950). Op oudere foto’s is
grasland te zien. Om het hoornwerk aan
te leggen, moest enorm veel zand
worden aangevoerd. Ook bij de uitbouw
van de vesting van Menno van Coehoorn
is zand opgebracht om een glacis te
maken. De vijand kon zich anders
achter de rand verschansen. Op deze
kunstmatige ophoging is later het bos
gegroeid. Van nature was dit gedeelte
van de ‘Kiek’ dus een indrukwekkende
hoogte, die ideaal moet zijn geweest
voor bewoning.
MARCO VERMUNT, NIEUWSBRIEF ARCHEOLOGIE
EN MONUMENTEN, JRG. 9, NO. 33,
SEPTEMBER 2006
“Ze
doen zomaar wat, die zitbanken horen
er niet”
Bergen
op Zoom – Boos zijn de Bergse
kunstenaars niet. Ze zijn vooral
teleurgesteld. Midden in hun kunstwerk
in stadspark Kijk-in-de-Pot zijn
onlangs zitbankjes en een afvalbak
geplaatst door de gemeente Bergen op
Zoom. “Dat straatmeubilair is een
aantasting van het kunstwerk”, vindt
Louis van der kallen,
fractievoorzitter van de BSD. “Ze
horen er niet. Men doet zomaar wat.
Het doet inbreuk op het merkenrecht.”
De
kunstzinnige ligwei in het stadspark,
bij de voormalige Slikbatterij, waar ook
teksten van de Bergse dichters Albert
Hagenaars en Bert Bevers te bezichtigen
zijn, mag niet zonder overleg met de
ontwerpers worden veranderd, meent de
BSD-fractie. “Een zitbank is geplaatst
vlak voor een richel in het kunstwerk,
een richel die door de kunstenaars was
aangebracht als mogelijkheid om juist op
te zitten. Ik ben hier door
verschillende kunstenaars op
aangesproken. Deze kwestie moet weer
eens aangekaart worden bij de gemeente.”
“Er is meer frictie,” vertelt Van der
Kallen verder. “Niet alleen dat
straatmeubilair en die prullenbak zorgen
voor irritatie. De meeste lantaarnpalen
die om het kunstwerk staan en de teksten
verlichtten, zijn door vandalen vernield
en verwijderd. Degene die er nog staan,
zijn hun kop kwijt en verlichten dus ook
niets meer. Die situatie wordt ook niet
aangepakt. En het onderhoud van de
verblijfsruimte in de Slikbatterij is
verder niet best. Er wordt amper
gemaaid.”
In september 2005 stelde de BSD’er ook
al vragen over de kunst in het
stadspark. “Toen was de tekst van Bert
Bevers en Albert Hagenaars gesloopt maar
werd na overleg met de gemeente in een
aangepaste, vandalismebestendige vorm
weer teruggeplaatst. Mijn complimenten
voor die aanpak, er werd toen namelijk
in samenspraak met de kunstenaars naar
een passende oplossing gezocht. Ook het
groen onderhoud werd veranderd, zodat de
tekst nu ook vanaf de Markiezaatsweg
overdag te lezen is. Een dergelijke
samenspraak had nu wéér moeten
gebeuren”, meent Van der Kallen.
De Bergse kunstenaar Auke van der Heide
vindt het vooral jammer dat de gemeente
zonder overleg iets aan het kunstwerk
heeft veranderd. “We zijn er gewoon niet
blij mee, dat willen wij ook gaan
aankaarten bij de gemeente.” De
kunstenaars waren er bij de realisering
van het kunstwerk van uitgegaan dat de
gemeente het onderhoud zou regelen.
“Blijkbaar moeten er toch duidelijke
afspraken over worden gemaakt.” Hij
vindt het jammer dat acht jaar na de
onthulling het kunstwerk er onverzorgd
bij ligt.
“Door die lantaarnpalen had het
kunstwerk een verlicht plekje in de
duisternis moeten worden, dat was onze
insteek maar zij zijn helaas vernield.
Ook de ligwei is, doordat er gemaaid
wordt, niet goed meer te herkennen.”
Van der Heide denkt niet dat de gemeente
met het plaatsen van het straatmeubilair
opzettelijk het kunstwerk wilde
verstoren. “Degene die het geplaatst
heeft, wist waarschijnlijk niet dat het
een kunstwerk was. Het is vast uit
onwetendheid gebeurd. Ik ben blij dat de
BSD aandacht vraagt voor de huidige
situatie maar ik verwacht ook dat we er
met de gemeente wel uitkomen. Dat is de
vorige keer wel gebleken: een goed
overleg met de gemeente maakt veel
dingen mogelijk.”
Wethouder Maarten van Eekelen heeft
inmiddels toegezegd de zaak rond het
straatmeubilair en het groenonderhoud te
bekijken.
BREGJE VAN GURP, BERGEN OP ZOOMSE BODE,
1 JUNI 2008
|

VANDALISME
TEGEN VANDALISME
Omdat de betonwanden waarop de gedichten zijn
aangebracht, en ook de gedichten zelf, constant
bespoten, beschilderd, bezeken, besproeid en
besprenkeld worden, besloot de gemeente Bergen op
Zoom tot een grote schoonmaakactie om zowel de
Slikschans als de teksten grondig schoon te laten
maken.
De medewerkers die dit karwei klaarden, deden dit zo
grondig dat tevens de blauwe achtergrondkleur van de
letters van de grootste tekst weggespoten werd,
waarmee een essentieel onderdeel van het kunstwerk
opnieuw verloren ging.
Weliswaar wezen doorgewinterde poëzielezers er al op
dat daarmee vorm en inhoud van het gedicht perfect
samenvallen maar de makers hopen dat de betreffende
gemeentelijke dienst de oorspronkelijke opzet in de
bedoelde stijl terugbrengt.
Zomer
2009
KUNSTWERK ZWAAR
BESCHADIGD DOOR KLIEDERWERK VAN
VANDALEN
BERGEN
OP ZOOM - "Door tij & tijd
bestendigt deze verschansing
woorden die zich niet laten
kennen: strijd roert ons tot wie
we zijn in de dunte der dagen."
Tekst van de bekende dichters
Albert Hagenaars en Bert Bevers.
Te vinden in stadspark Kijk in
de Pot. Op een kunstwerk.
Zorgvuldig weggeschreven in
roestvrij staal. Maar nu amper
leesbaar. Vandalen gaan hier
tekeer met spuitbussen.
Dichtregel en het beton er
omheen zijn volgekalkt. Lange
tijd leek het goed te gaan, de
laatste weken is het goed raak,
zeggen Aagje Pel, Peter Pel en
Gerard Fransen. ”Als er eentje
iets spuit, komen er al heel
snel nieuwe bij'', weten ze uit
ervaring.
Drie dagen werk
Ze zijn
deze dinsdag aan het poetsen en
schrobben. Om het kunstwerk weer
toonbaar te maken. ,”Dit kost
ons twee à drie dagen werk. En
dan nog is het de vraag of we
alles goed wegkrijgen.'' De drie
vormen de Beeldenwacht. Waken
over de kunst in de stad. Maken
die schoon als dat nodig is. In
ruil voor een kleine vergoeding
van de gemeente.
Fors
Ze zijn wel wat gewend. Maar de
beschadiging met verf van dit
kunstwerk is fors. ”We moeten
zelfs agressieve middelen
gebruiken, terwijl we dat normaal
niet hoeven.'' Bergen op Zoom is
een stad van graffiti. ,”Maar noem
degenen die dit doen alsjeblieft
geen kunstenaars. Dat is veel te
veel eer voor ze'', meent Peter
Pel.
Zijn vrouw Aagje en Gerard Fransen
knikken instemmend. Wat hier in
dit verloren hoekje gebeurt is het
doelloos leegspuiten van
verfbussen. Met loze kreten, met
een datum. ,”Kijk 11 februari
2017'', wijst Peter Pel. En Aagje
vult aan: ,”Bergenaren nemen hun
verantwoordelijkheid niet. Ze
laten dit gewoon gebeuren.'' Want
al zit het kunstwerk aan de rand
van het park, toch komt er om de
haverklap een hondenbezitter
voorbij wandelen.
Kliederwerk
Blijkbaar, zo concluderen de drie,
kijkt iedereen weg als er vandalen
bezig zijn met hun kliederwerk. En
dat stoort ze. ,”Net zoals het
feit dat de hele stad onder de
stickers zit. Iemand van de
Stichting Samen Werken heeft er
een dagtaak om ze weg te halen.''
Ze vinden de graffiti, de
stickers, slechte reclame voor de
stad terwijl die juist zo hard aan
de weg timmert om bezoekers te
trekken. En Gerard Fransen zegt:
,”Ik was pas in Middelburg. Dat is
zoveel schoner. Dit is echt jammer
voor Bergen op Zoom.''
JAN
VAN DE KASTEELE, BN/DESTEM, 26 APRIL
2017
Klik hier voor de
bijbehorende video |


Mysterie
opgelost: het opmerkelijke verhaal
van een gedicht in Kijk in de Pot
Ooit gezien? Tijdens een heerlijke
lunchwandeling door het Bergse
stadspark Kijk in de Pot, kun je
zomaar stuiten op een bijzonder,
maar kort gedicht. De regel ‘Jij die
hier verdwijnt’ ligt een beetje
verstopt, maar er hoort wel een heel
verhaal bij.
De geschiedenis van hoe Kijk in de
Pot is ontstaan, hebben we al eens
voor je uitgezocht. Toen het
stadspark zijn huidige vorm kreeg,
was er ook het idee om er kunst in
aan te brengen. De Bergse beeldend
kunstenaar Albert Hagenaars ging in
1999 samen met de Bergse dichter
Bert Bevers aan de slag om tot een
paar bijzondere dichtregels voor in
het park te komen.
Verdwijnen in een niemandsland
Het gedicht is dus door twee
Bergenaren geschreven. Albert
Hagenaars bedacht de eerste paar
woorden. Vervolgens voegde Bert
Bevers wat woorden toe en zo ging
het een tijdje door. Uiteindelijk
hakten ze halverwege het jaar 2000
op een terras in Antwerpen de knoop
door over de definitieve tekst. Het
gedicht zie je nu dus terug in Kijk
in de Pot.
De dichtregels staan aan de kant van
de Binnenschelde in het park. Dat
gedeelte is de zogenoemde
Veldschans, een onderdeel van Kijk
in de Pot wat vroeger een
artillerieplaats was. Je ziet daar
nog restanten van enkele muren die
het gevoel van een binnen- en een
buitenruimte moeten opwekken. Dat
gevoel lees je ook terug in die
beroemde dichtregel: Jij die hier
verdwijnt/doorzie dit niemandsland
vol iedereen.
Dichtregel voor
automobilisten
Nadat Albert en Bert het eens waren
over de tekst, werden de regels in
betonnen muren geplaatst. De
ondergrond werd een roestvrijstalen
plaat en de letters waren blauw. De
tekst werd zo geplaatst dat je deze
als automobilist vanaf de
Markiezaatsweg goed kon lezen.
Helaas heeft het kunstwerk door de
jaren heen al heel wat uitdagingen
moeten doorstaan.
Vandalen aan het werk
Al verschillende keren hebben
vandalen het voorzien op de
dichtregel in ‘niemandsland’ Kijk in
de Pot. De teksten werden beklad,
maar ook de roestvrijstalen platen
werden gestolen. Het heeft er door
de jaren heen voor gezorgd dat de
blauwe kleur van het kunstwerk na
verschillende opknapbeurten is
verdwenen. Dat zorgt ervoor dat de
tekst minder goed leesbaar is vanaf
de Markiezaatsweg. Ook de begroeiing
van struiken en bosjes zorgt er
regelmatig voor dat je de dichtregel
niet goed kunt zien.
Redactie rubriek In de buurt,
BN De Stem, 22 november 2024
|

Dankzij een stevige
snoeibeurt in januari 2025 is er na
vele jaren weer zicht op het gedicht
voor automobilisten die op de
Markiezaatsweg noordwaarts rijden. De
kleur blauw wordt echter node gemist!
Foto: © Albert Hagenaars.
|
|