GEDICHT ‘VISSERSHAVEN’ OP GEVEL IN HAVENKWARTIER




Woningbouwcorporatie Stadlander realiseerde in de periode 2012-2014 samen met zorginstelling Tante Louise-Vivensis een nieuwbouwcomplex in het historische havenkwartier van Bergen op Zoom, bestaande uit herenhuizen, eengezinswoningen, zorgappartementen en overige appartementen plus penthouses, een hoftuin en een parkeergarage. De gebouwen kregen de gezamenlijke naam Vissershaven, naar een van de belendende oude binnenhavens.

In overleg met het Comité Stenen Strofen werd besloten op een kale gevel op de hoek van de Van Konijnenburgweg en het Wagenpleintje een gedicht aan te laten brengen. De keuze voor de literaire klus viel op Albert Hagenaars.
Hij noemde zijn gedicht eveneens ‘Vissershaven’. Het bestaat uit vier strofen met tal van verwijzingen naar gebeurtenissen in deze buurt. De eerste strofe en de laatste werden op de gevel geschilderd. De complete tekst wordt op een gesponsorde plaquette afgebeeld.

Op donderdag 4 december vond de onthulling plaats van het bord met de integrale versie van ‘Vissershaven, horend bij de eerder aangebrachte muurschildering die alleen de eerste en laatste strofe van dit gedicht bevat.



Tony Aarden, van het gelijknamige schildersbedrijf, geassisteerd door Marc De Custer, oktober 2014. Foto: Jan Wessendorp.




VISSERSHAVEN

 

Hier groeide, uit de stilte van een broeiend

bewierde kreek, het havenkwartier van een stad

die zich laafde aan keramiek en gezoden zout,

Bourgondische bluf, geloof en bijgeloof,

 

en die verviel maar meer dan zichzelf overtrof.

 

Hier verstomden stemmen van vuur aan-

blazende jagers, Keltisch vloekende verkenners,

kalkbranders en batteraven, en verwoei de walm

van turf voor Vlaanderen, Engelse wol,

 

rottende meekrap en drek op drogend slijk.

 

Hier vermaalde de molen aan de houwer

Scheldewater tot Spaanse matten en dukaten

en voerden schuiten verloren woorden aan,

in de spiritusfabriek met zalf te verstoken tot

 

een diepere verbeelding dan die historie biedt.

 

En hier ook zuigt nu een blinde gevel zich vast

op uw ogen, ontvouwt taferelen die u vermoedt

te moeten vertalen als doel, of als tol

voor overdracht: zin van oorsprong en einde,

 

begin van inzicht in wat u drijft naar eigen hart.



Cees Vanwesenbeeck van Comité Stenen Strofen. Foto: Siti Wahyuningsih.






Patrick van der Velden (wethouder voor o.m. Wonen en Volkshuisvesting alsmede coördinerend bestuurder van Woningbouwcorporatie Stadlander) en Jef Pelgrims (bestuursvoorzitter van Stichting tanteLouise–Vivensis). Foto: Siti Wahyuningsih.









De boot die met een kabel de doek voor het bord met het hele gedicht ‘Vissershaven erop weg zal trekken. Links Marc Meeuwissen (de ontwerper van Absoluut Design vof, die alle gevelgedichten van Stenen Strofen vorm gaf) en Cees Vanwesenbeeck. Foto: Peter van de Graaf.











De onthulling van het bord.







De integrale versie van het gedicht ‘Vissershaven’. Dit bord werd gesponsord door Woningbouwcorporatie Stadlander en het Lira Fonds. Foto: Albert Hagenaars.









Het Wagenpleintje met links de compleet nieuwe straatwand van het complex Vissershaven. Foto: Peter van de Graaf.




INLEIDING

Het is een bijzonder moment om vanmiddag op de hoek van de Van Konijnenburgweg en het Wagenpleintje te staan. Dat zeg ik niet alleen omdat mijn gedicht ‘Vissershaven’ op de nieuwe gevel achter mij werd aangebracht en omdat ik hier vlakbij woon maar ook omdat de locatie gezien kan worden als een symbool van mijn poëtische opvattingen.

 

Veel dichters trachten de tijd stil te zetten in hun teksten of om er verloren stilte en rust in op te roepen. Ik kan als lezer genieten van dergelijk werk. Maar ik ben zelf uit op beweging, op dynamiek en vooral op meer transformatie. Ik beschouw de opdracht om een gedicht te maken voor dit complex, zo goed ingepast in de eeuwenoude omgeving, dan ook als een passende metafoor voor mijn werk.

 

Het havenkwartier is vaak de economische ruggengraat van Bergen op Zoom geweest. Vlakbij de plaats waar we nu staan zijn sporen van activiteiten uit de prehistorie gevonden. Misschien vond er toen al op een eenvoudig niveau uitwisseling van producten of diensten plaats.

 

In de Romeinse tijd al was het gebied een belangrijk pottenbakkerscentrum. De lokaal vervaardigde voorwerpen werden in een relatief groot gebied verspreid; er zijn veel vondsten gedaan in het gebied tussen de kop van Nood-Holland, het IJssel-gebied en Noord-Frankrijk. De export vond voornamelijk via de rivieren en zeearmen plaats.

 

In de Middeleeuwen ontstond een havenkwartier. Zonder haar oude binnenhavens zou Bergen niet de stad zijn geworden die ze nu is. Er vond bijvoorbeeld opnieuw een omvangrijke productie van aardewerk plaats. De pottenbakkerijen zetten klei in keramiek om en vormden door hun bijna 700-jarig bestaan de grootste factor van transformatie.

 

Hier kwam de Engelse en Schotse wol aan, die omgezet werd in laken ofwel verschillende vormen van textiel. In dezelfde tijd werden meekrapbieten, waarvan de wortel kleurstof bevat, in grote hoeveelheden aangevoerd om het laken te kunnen verven. Uiteraard verwijs ik hier in de tekst van ‘Vissershaven’ naar.

 

Enkele eeuwen later werd een ander gewas van essentieel belang: de beetwortel ofwel suikerbiet. Door concentratie ontstond in Bergen op Zoom een van de grootste suikerfabrieken van het land. De biet werd niet alleen in suiker omgezet maar leverde ook perskoeken op, veevoeder dat als retourvracht de haven weer verliet, alsmede moutsuiker, dat een smaakstof voor bier is.

Bovendien werd de afloopstroop melasse aangewend voor het maken van alcohol. In 1899 kwam de Zuid Nederlandsche Melasse Spiritus Fabriek tot stand, die onder de populaire naam Spiritusfabriek bekendheid kreeg. Ik gebruik de naam natuurlijk niet toevallig in het gedicht.

De schuimaarde tenslotte, een vrijgekomen stof uit ruwsap, werd hergebruikt als mest, wat voor een dichter eveneens een dankbaar motief is. Helaas had ik hier niet genoeg regels meer voor.

De aanvoer van suikerbieten vond plaats aan de Vissershaven en Zuidzijde Haven.

 

We kijken vooruit. Momenteel is de stad bezig zich te ontwikkelen tot een van de landelijke centra voor biotechnologie. Sinds enkele jaren is hiertoe de Green Chemistry Campus in de nabije Theodorushaven actief. Daar zijn in enkele jaren al tientallen in deze sector actieve onderzoeksbedrijven gevestigd. De economen verwachten hierdoor duizenden banen te kunnen realiseren.

 

De plek die nu Vissershaven heet was nog meer aan verandering onderhevig dan de haven tussen de Ham en het Spuihuis. De Vissershaven was aanvankelijk een verdedigingsgracht, werd onder meer het reservoir en de doorlaat van de al deels gerestaureerde watermolen, een passage naar de industriële Zeelandhaven, die alweer verdwenen is en momenteel een winkelcentrum in opbouw herbergt.

De Vissershaven is nu een recreatieve plas, gelegen pal naast de gerestaureerde watermolen die misschien deels een museale functie krijgt, en naast dit nieuwe wooncomplex met verschillende woonvormen. Omdat tenslotte ook een watermolen voor transformatie staat, heb ik dit belangrijke symbool eveneens nog in het gedicht gebruikt.

 

Ik wil alle betrokken partijen en sponsors bedanken voor de kans om midden in dit dynamische gebied een gedicht te publiceren dat in woorden uitdrukking wil geven aan het belang van verandering en overgang, kortom energie.

 

Tenslotte wil ik de hoop uitspreken dat niet alleen de passanten maar ook de huidige en toekomstige bewoners van het complex Vissershaven en omgeving vaak in dialoog zullen willen gaan met de regels die hen in figuurlijke zin vertegenwoordigen, vooral in de laatste strofe.

 

Deze regels zal ik nu met plezier laten klinken…




Tijdens de inleiding, zie tekst hierboven.







Met Ton Ringersma, directeur van Stadlander. Foto: Siti Wahyuningsih.








Publicatie van Annelies Vlaanderen in dagblad BN/De Stem op 5 december.




Comité Stenen Strofen slaagde er op initiatief van de voormalige stadsarchivaris Cees Vanwesenbeeck in sinds 1997 al 18 gedichten in de openbare ruimte van de stad te laten opnemen, meestal uitgevoerd op groot formaat. Dichters die inmiddels, al dan niet via hun erven, een bijdrage leverden zijn: Benno Barnard, H.C. ten Berge, Bert Bevers, Frans Budé, Maria van Daalen, Aleidis Dierick, Anton van Duinkerken, Anna Enquist, Peter Ghyssaert, Johanna Kruit, Pieter Langendijk, Y. Né, Ester Naomi Perquin, Hans Tentije, Jabik Veenbaas, Victor Vroomkoning en Hans van de Waarsenburg.

Alle ontwerpen zijn van de hand van ontwerper Marc Meeuwissen. De jury bestaat uit Wim van Til (directeur van het Poëziecentrum Nederland), Tony Rombouts (eresecretaris van de Vlaamse Vereniging van Letterkundigen) en telkens de voorgaande dichter.

Er zijn meerdere steden in Nederland met poëzieroutes, de Bergse onderscheidt zich daarvan door de opdracht aan de dichters om een passende tekst te schrijven voor de hen toegewezen locatie.

http://www.stenenstrofen.nl/comite.html





Foto: Albert Hagenaars, november 2014.










Het oorspronkelijke, afgewezen ontwerp van Marc Meeuwissen.






Het oorspronkelijke, afgewezen ontwerp van Marc Meeuwissen.






Foto: Albert Hagenaars, november 2014.