Van 1975 tot begin jaren
tachtig onderzocht Albert Hagenaars mogelijkheden voor een carrière in
de beeldende kunst. In 1980 al bleek de belangstelling voor de
literatuur sterker.
Als
kind besteedde hij veel tijd aan tekenen. Het
eerste conceptmatige product dat hij maakte was
een verloren gegaan stripverhaal waarin een zekere Kolonel Nelson de held
speelde, een combinatie van een strijder en een onderzoeker.
Hij was leerling op het
Moller Lyceum, een school die er in het kader van een ‘pilot
project’ in geslaagd was Tekenen & Kunstgeschiedenis als hoofdvak
op het eindexamen te krijgen. Albert
Hagenaars behoorde tot de eerste groep leerlingen in Nederland die
hiervoor opgeleid werden. De lessen werden verzorgd door de kunstenaar
en publicist Fons Gieles (1924-1995). Zijn onderwijs was traditioneel gericht.
Hoewel de docent bij de vaardigheden tekenen en schilderen voornamelijk
van de waarneembare realiteit uitging, besteedde hij tijdens de lessen
kunstgeschiedenis wel degelijk aandacht aan de grote
vernieuwingsbewegingen van de 20e eeuw en de allerlaatste
stromingen.
De tekeningen van Albert Hagenaars werden nog gekenmerkt door een natuurgetrouwe weergave. Opvallend zijn al wel de dikke omtreklijnen,
die deels op onzekerheid wijzen en deels op een behoefte de voorwerpen
extra kracht mee te geven. Jaren later zouden deze lijnen zich als
golfachtige bewegingen tot autonome vormen ontwikkelen.
 |
De eindexamenklas
Tekenen & Kunstgeschiedenis van het Mollerlyceum, 1972. Op
de voorgrond Fons Gieles. |
Vervolgens
kreeg hij van 1973 tot 1976 op De Vossenberg les in beeldende vorming
van tekenaar Loek Melis en graficus/schilder Michael Jepkes,
die
beiden hun lessen aan didactiek en pedagogiek koppelden,en volgde hij
tegelijkertijd een studie voor tekenleraar. Deze laatste opleiding, een
avondstudie aan het instituut Sint-Frans te Breda,
werd
wegens geldgebrek en tijdnood vroegtijdig afgebroken.
In
1975 experimenteerde Albert Hagenaars met abstractie in verschillende
technieken maar het bleef ditmaal nog bij slechts enkele tientallen
tekeningen en schilderijen, die hij te vrijblijvend vond. De figuratie
zou nog enkele jaren standhouden.
 |
Met Elisabeth
Bonvarlet aan het werk in het atelier in Chartres, 1977. |
Hierna
wilde hij zich zelfstandig verder ontwikkelen als kunstenaar. Hij
wisselde met plezier het vrije werk af met bescheiden opdrachten van
particulieren. Zijn werk ontwikkelde zich binnen enkele jaren van een
vorm van expressionisme via lyrische abstractie tot performances en
projecten. Belangrijke invloeden kwamen aanvankelijk van COBRA-schilders
als Asger Jorn, Karel Appel en Corneille. Ook begon hij flarden tekst in
zijn afbeeldingen te verwerken.
In een volgende fase volgde invloed van Willem de Kooning. Vooral diens
vrouwenschilderijen maakten een grote indruk. In deze fase bracht Albert
Hagenaars de verf dik op met het paletmes.
Tijdens
een verblijf in Amsterdam leerde hij de Franse schilderes en etser Elisabeth Bonvarlet
kennen. Hij logeerde lange periodes bij haar in achtereenvolgens
Chartres, Parijs en Lille. Dit resulteerde in gezamenlijk schilderen,
soms aan één doek, en het organiseren van tentoonstellingen. Samen ook
ontdekten ze de kracht van het werk van de eveneens in Frankrijk actieve
Bram van Velde, die hen inzicht in lyrische abstractie verschafte. Een
tijdlang werkte Albert Hagenaars toen non-figuratief en werd zijn
verfbehandeling veel spaarzamer.
Eind 1977 had hij samen met Elisabeth Bonvarlet en Bert Bevers een
eerste expositie in de Ancienne Chapelle in de stad Dreux, zestig
kilometer ten westen van Parijs.
Het daaropvolgende jaar opende hij in een afbraakpand dat
door hemzelf en vrienden werd gerestaureerd zijn eigen galerie, waarvoor
hij de oude naam Valckesteyn overnam. In deze ruimte aan de
Koevoetstraat in Bergen op Zoom organiseerde hij, verspreid over twee
seizoenen, twintig activiteiten: exposities, poëziebijeenkomsten en
performances.
Ondertussen had hij enkele kleinere exposities en was hij
ook actief voor het door hem opgezette KAK (Kultureel Advies Kantoor). Zo
voerde hij onder meer een performance uit met Jan Fabre (in Antwerpen)
en eenmansoptredens in de openbare ruimte in o.m. Amsterdam, Brussel, Düsseldorf,
Keulen, Parijs en New York, in het kader van zogenoemde City Art
Projects.
 |
Performance met
Jan Fabre in Antwerpen, 1980. Foto: Mona la Maitre. |
In 1979 en 1980 maakte hij een tijdlang gebruik van een atelier in de
Bredestraat in Antwerpen, een ruimte die hij deelde met de actrice en
dichteres Karin
Jacobs.
Gaandeweg liet hij de abstractie weer los om terug te keren naar de eerder
ontwikkelde vormen. Onder invloed van Elisabeth Bonvarlet waren de
wezens die hij schilderde verder ontdaan van persoonlijke kenmerken,
zoals haren. De meeste aandacht ging echter naar performances en
projecten, met name de City Art Projects.
Hij
besloot om diverse redenen te stoppen met
schilderen en alleen literair verder te gaan. Het ter gelegenheid
daarvan geschilderde grote paneel, 'La toile de l'adieu' was te zien
tijdens een tentoonstelling in museum Het Markiezenhof. De allerlaatste
activiteit was een performance op straat in 1982 in
New York. In
deze periode ontstonden ook de gedichten van Linguisticum, die eveneens
symbool staan voor zowel een einde als een nieuw begin.

|
New York, 1982.
Foto: Mona la Maitre. |
Sindsdien
richt hij zich op tal van literaire activiteiten; hij publiceerde romans
en poëzie, maakte vele vertalingen (ook via het Duits, Engels en Frans
van teksten uit o.a. het Japans, Turks en Italiaans) en schreef voor
verschillende organisaties en bladen zoals de Nederlandse Bibliotheek
Dienst en de Haagsche Courant honderden kritieken over literatuur,
moderne kunst en reis- en landenboeken. Tevens was hij bijna 30 jaar
lector van Poëzie-uitgeverij WEL.
In
1986 vervaardigde hij op verzoek van Uitgeverij In de Knipscheer te
Amsterdam een serie van 41 met waterverf gekleurde tekeningen, elk voor
een exemplaar van de bibliofiele editie van de gedichtenbundel
‘Intriges’, waarvan 26 exx. voorzien werden van de letters A t/m Z
en 15 (hors commerce) van I t/m XV.
Een deel van zijn schilderijen, tekeningen en documentatie
bleef bewaard. Dat werk wordt op dit moment verzameld op deze site. De
eerste afbeeldingen staan voorlopig hieronder.
|