![]() |
|
SCHRIJVERS ZIJN VAAK TE LUIAlbert Hagenaars trapt even op de remDoor Hilde de Bresser Na drie jaar gastredacteur geweest te zijn bij Brabant
Literair, zet hij een stapje terug. Tijd voor een gesprek met Albert
Hagenaars, dichter en medewerker van Uitgeverij WEL in Bergen op Zoom,
over het literaire klimaat in Brabant, over laksheid en onbekend talent
en de vraag of er zoiets bestaat als dé literaire stad van Brabant. Literatuur is voor Albert Hagenaars een rekensom: 1+1=3.
Literatuur is een afspraak tussen schrijver en lezer. De indruk bij de
lezer dat hij te maken heeft met iets dat hij niet helemaal kan
verklaren; dat hem raakt, maar dat hem, in al zijn mysterie, ook het
idee moet geven, dat het verklaard zou moeten kunnen worden. Een
werkzaam proces: dat is literatuur. Er is volgens Hagenaars voldoende
literaire kwaliteit in Brabant. Hij kan vijftien schrijvers en dichters
noemen die landelijk erkende kwaliteit leveren. Schrijver Jasper Mikkers vindt dat er in Brabant weinig
literair talent zit maar volgens Hagenaars komt Mikkers waarschijnlijk
ook op vijftien mensen uit. ‘Hij vindt dat weinig, terwijl het voor
mij veel is. Hij is dus teleurgesteld maar dat is een ander
uitgangspunt. Ik denk dat je als provincie trots mag zijn op vijftien
goede schrijvers en dichters. Naast een dertigtal andere goede auteurs
die nog niet bij een landelijke uitgever zitten, zijn er driehonderd tot
vierhonderd mensen waarvan enkelen misschien nu nog niet het beste van
hun kunnen hebben laten zien maar die nog een heel eind kunnen komen.’
Tot dat dertigtal auteurs behoren dichters als Tomás de Faoite en Bert
Bevers, en de prozaschrijvers Marjo van der Schaft en Yorgos Dalman,
wier werk meer bekendheid zou moeten krijgen. GEMAKZUCHT Volgens Hagenaars heeft het ook te maken met de manier waarop
een blad zich kan promoten. Hij noemt Preludium in Breda, het
tijdschrift SIC in Tilburg. ‘Ze houden het niet vol. Een literair
klimaat wordt bepaald door bestendigheid, niet door eendagsvliegjes.’
Waarmee hij niet gezegd wil hebben dat genoemde tijdschriften
eendagsvliegjes waren maar feit is, dat ze er niet meer zijn. LiBra
(Literair Informatiepunt Brabant) noemt hij een goed initiatief; een
prima manier om inzicht te krijgen in wat er allemaal speelt. Maar ook
schrijvers moeten iets doen ter promotie van zichzelf. ‘Er is teveel
gemakzucht. Het product aan de man brengen is niet alleen een taak van
de uitgever.’ Van alle manuscripten die Hagenaars onder ogen krijgt, heeft
5 à 10% kwaliteit. Brabant Literair beoogt niet uitsluitend het beste
van het beste te tonen; het wil ook een podium zijn voor beginnende
auteurs. KLIMAAT Hagenaars: ‘Nee, zeker niet. Wel is het een van de meest poëtische
steden. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Breda. Dat hebben Bert Bevers
en ik gemerkt, toen we bezig waren met het samenstellen van de Poëtische
Atlas der Nederlanden, die waarschijnlijk dit jaar uitgegeven wordt door
Uitgeverij Atlas in Amsterdam. Er zijn amper gedichten te vinden over
Breda! Vijf goede misschien. Er zijn wel literaire activiteiten in Breda
en ook interessante schrijvers als Robert Vacher, Frans August Brocatus
en Yvonne Né maar toch geen auteurs met een gezag als bijvoorbeeld ooit
Marga Minco en Bert Voeten hadden. Bergen op Zoom en Breda vallen dus af. Eindhoven misschien?
Nee:veel spektakel maar weinig kwaliteit. Al vindt Hagenaars het wel
goed wat ze bij Opwenteling doen: ‘Alleen al het feit dat ze 35 jaar
bestaan, daar moet je trots op zijn. Nadeel is dat zij mikken op de
onderkant van de markt. Ze willen voornamelijk debutanten helpen.’ Tilburg dan? ‘Hoeveel schrijvers heb je nou in Tilburg? We
moeten oppassen Tilburg de meest literaire stad van Brabant te noemen.
Tilburg is interessant op het gebied van beeldende kunst, dans en
muziek. Maar literatuur? Misschien dat de literatuur een beetje glans
krijgt omdat de andere vormen van kunst het zo goed doen.’ En nee, ’s-Hertogenbosch is het ook niet; Leon de Winter is
er al jong weer vertrokken, moest niets meer van Brabant hebben. Het
Brabantse literaire veld is een mozaïek, versplinterd over tientallen
relatief onafhankelijk opererende groepjes en organisaties.
Overkoepelend zijn Literair Contact Brabant, Brabant Cultureel
(inclusief de de bijlage Brabant Literair) en sinds kort LiBra. Geen afzonderlijke steden dus, maar alles bij elkaar heeft de
provincie wel degelijk iets waarmee je voor de dag kunt komen. Maar: die
producten worden vaak niet goed gepromoot. En zo komt Hagenaars weer
terug bij de uitgever. ‘Belangrijk op literair gebied is De Geus in
Breda. In de middenmoot zitten een paar belangrijke uitgeverijen maar
zij missen de middelen. Brabant is niet het meest interessante gebied om
je als uitgever te vestigen. Daarom vestig ik mijn hoop op De Geus, die
het wel doet.’ De Geus is een Brabantse uitgeverij maar dé Brabantse
schrijver bestaat volgens Albert Hagenaars niet. Niet zomin als dé
literaire stad van Brabant, of hét Brabantse boek. Talent genoeg maar
dat moet wel van tijd tot tijd van achter de schrijftafel tevoorschijn
komen! HILDE DE BRESSER, BRABANT CULTUREEL, NUMMER 3, JRG. 50, MAART
2001 |
|
![]() |