![]() |
TOESPRAAK DOOR JURY-VOORZITTER WILLEM VERMEULEN, JURY-VOORZITTER VAN DE SAKKO-PRIJS |
|
|
Vriendinnen
en vrienden van de Sakko Cultuurprijs, het is mij, zoals elk jaar weer,
een aangenaam genoeg hier voor U te staan om aan U de laureaat van dit
jaar te mogen voorstellen. Albert Hagenaars, geboren en getogen in deze
stad, gevormd, tot op de dag van vandaag, in de hele wereld,
taalkunstenaar. Albert
is opgegroeid in het gebied rond het Bolwerk, daar waar de kerk stond
van de Heilige Martelaren van Gorkum en de Aloysiusschool. Kerk en
school en het dagelijkse leven stonden dicht bij elkaar. Natuurlijk zat
je op het jongenskoor en hoorde je het latijn aan van de priester en de
kapelaans. In die setting ontwikkelde zich jouw taalgevoel, ook poëziegevoel.
Via de liturgie en de ruimte die er was om daar zelf wat in mee te doen.
Via ook de beroemde beatmissen uit die tijd. Stoeien met taal en
vertalingen. Taalgevoelig,
toen al, maar toch ben je je op de middelbare school meer gaan
ontwikkelen in de richting van de beeldende kunsten, schilderen en
tekenen, misschien ook wel mede door de bezieling die je van jouw
toenmalige leraren ontving, de heren Fons Gieles en Jan Sanders. Je
was puber in de jaren zestig. De tijd dat het normaal was om alles wat
normaal is als uiterst abnormaal en zeer bedenkelijk te behandelen. Ook
de tijd dat je als 16-jarige het normaal vindt om langs de weg te gaan
staan en te gaan liften. Niet naar Roosendaal of Breda of zo, maar door
Europa heen. Antwerpen, Brussel, en Parijs natuurlijk, alles wat hier
niet was, was daar wel. Zo begon je over de muren van je geboortestad
heen te kijken. Er
is bij jou altijd een soort wisselwerking gaande tussen deze stad,
Bergen en op Zoom, en de rest van de wereld. Je vertrekpunt en je
focuspunt. Zelf zei je tegen mij: dit is toch een geweldige stad. Je
stapt de deur uit en je stapt zo een geschiedenisboek binnen, stenen
bladzijden waar je doorheen kunt lopen. Maar ook zei je: er is zoveel
meer dan Bergen op Zoom. Mensen denken hier dat ze alles hebben, maar
als je op de fiets stap en je rijdt een uurtje, Antwerpen is al
buitenland en echt heel anders en daar zit je zo. Na de middelbare
school volgen de taalstudies. Nederlands en Frans. Het reizen bleef en
werd soms verblijven. Je
veroverde jouw wereld door steeds grotere kringen rond Bergen op Zoom te
verkennen en je veroverde tegelijk daarmee je kunstbeoefening.
Verschuivende horizonten. Je hoort en ziet het terug in je werk. Wat je
ook terugziet en terughoort in jouw werk is het thema van de liefde. En
soms is het ook weer de liefde die jouw horizon doet opschuiven. Je hebt
allerlei landen bezocht en soms een poosje bewoond, maar in Indonesië
ben je echt wel neergestreken. De liefde kleurt je leven en daardoor ook
weer je werk. Door
te reizen relativeer je wat je al weet. Dat kan ook een soort
vervreemding met zich meebrengen en juist dat geeft je dan weer een
thema om over te schrijven of te dichten. Je
bent voortdurend bezig met teksten op papier te zetten. Van een
collega-dichter hoorde ik dat je uitzonderlijk lang met je teksten
blijft stoeien. Telkens er aan schaven en bijsturen tot het helemaal
perfect is. Nou, dat doen wel meer mensen in jouw vak zo, maar er zijn
er maar weinig die al die eerdere pogingen ook nog bewaren. Je hebt
alles nog van je vroegste periode, toen het er heel cerebraal aan
toeging, vroege pogingen tot objectiviteit, de wereld verbeterend, tot
het werk van nu. veel
meer synthese; strak en persoonlijk. Waar zal dat archief ooit naar toe
gaan? Hoewel
je je aanvankelijk dus wat meer richting schilder- en tekenkunst hebt
ontwikkeld, en ook een galerie hebt opgezet, ben je altijd blijven
schrijven en dichten. Op een gegeven moment is dat je hoofdbezigheid
geworden. Inmiddels is er een respectabele hoeveelheid gedichten uit
jouw pen gevloeid en in bundels verschenen. Maar er is ook proza, je
schrijft boeken, kritieken en recensies, je bent betrokken bij het
uitgeven van teksten van anderen, je verzorgt vertalingen. Al
deze taken zijn in een soort balans met een andere belangrijke taak:
onderwijs geven. En je doet dat het liefst aan mensen met een andere
culturele bagage. Het levert jou meer op dan het honorarium alleen. Je
staat hierdoor namelijk ook midden in die veel grotere wereld.
Multiculturalisme is een van die andere rode draden in je werk naast het
onderwerp van de liefde. Als
mens ben je bescheiden. In hoe je je voordoet, in de dagelijkse omgang.
Je hebt niet eens een deurbel die het doet. Toen ik jou vroeg waarom je
schrijft zei je: omdat het moet. Heel eenvoudig. Maar als dichter, als
schrijver, ben je tegelijk ook heel trots. Aandacht voor je werk doet
jou goed. Als
een recensent iets schrijft over “typisch Hagenaars”, en dan met de
beschrijving: een krachtige, originele beeldspraak in strakke vormen,
nou, dan groei je door het dak heen. Ook
kunst van anderen wil je het licht helpen zien, door je bemoeienis met
uitgeverij WEL. Zelf zeg je over je werk: goede poëzie is poëzie die
vragen achterlaat, die een achterland opent. Anders gezegd: als je een
goede bundel poëzie hebt gemaakt, dan moet deze niet vergeten worden op
het moment dat je het boekje dichtdoet. Het moet nawerken en binnen dat
bestek heb je natuurlijk weer duizenden mogelijkheden voor wat goede poëzie
zou kunnen zijn. Jan
Wessendorp schrijf in zijn boek hierover: “Kunst moet niet haar tijd
weergeven. Niet datgene wat de dag dient of waar ze onder lijdt moet
vorm krijgen: dat manifesteert zich immers al onophoudelijk met eigen
symbolen en werktuigen. Kunst moet verbeelden hoe de tijd zou kunnen
zijn, datgene wat boven de dagelijkse dag uitsteekt en haar tevens
draagt.” Dat
is wat jij probeert met je verschillende literaire kunsten. Alsmaar weer
verwoorden wat je bezig houdt en wel op zo’n manier dat het boven het
dagelijkse uitsteekt en dat het het dagelijkse draagt. Je staat hiermee
in een rijke en internationale traditie. In
jouw werk gebruik je nogal eens de metafoor van de stad, welke stad dan
ook, waar ook ter wereld. Steden worden gevormd door gebouwen, mensen,
tradities, geluiden, de tram die piept, de wind die huilt, een leeg
blikje dat rammelend voortrolt en voetstappen die klinken. In
de stad van de kunst klinken jouw voetstappen mee. Voetstappen die
richting hebben of ze nou weglopen van Bergen op Zoom of weer terug gaan
daarheen, die gerichtheid op je geboortestad maakt dat jouw werk ook
voor haar grote betekenis heeft. Daarom
heeft de jury van de Sakko Cultuurprijs besloten dit jaar de Sakko-prijs
voor kunsten en letteren te geven aan Albert Hagenaars. Ik
wil graag overgaan naar het voorlezen van de oorkonde. OORKONDE De Sakko-prijs voor
Kunsten en Letteren 2007 is toegekend aan Albert Hagenaars, dichter en
schrijver te Bergen op Zoom, wegens zijn niet-aflatende inzet voor de
literatuur in het algemeen en het opbouwen, in ruim
25 jaar, van een groot, geheel eigen literair oeuvre. Albert Hagenaars is een
allround literair kunstenaar: hij schrijft poëzie, proza, kritieken,
vertalingen en functioneert tevens als lector van uitgeverij WEL. Ook
vervult hij onderwijstaken op het gebied van taalvaardigheid en weet
hiermee anderstalige- en Nederlandstalige studenten liefde bij te
brengen voor de eigen en voor de gezamenlijke taal. Het proza en de poëzie
van Albert Hagenaars beschrijven niet altijd hoe de werkelijkheid is,
maar vooral hoe de werkelijkheid zou kunnen zijn of beleefd zou kunnen
worden. Albert weegt en waagt woorden, waar en waarover dat maar kan.
Vervreemdend en toch dichtbij. Door zijn oriëntering op de meest weids
denkbare horizonten zet Albert Hagenaars poorten open naar andere
werelden. De interculturele samenleving ziet hij als winst. Met dit naar
buiten kijken oefent hij zijn lezers om ook weer naar binnen te kijken.
Zo ontdekt de krab zijn of haar krib. Met dit alles levert Albert Hagenaars een onmisbare bijdrage aan het literaire en culturele leven. Namens
de jury,
Namens Sakko b.v.,
Willem
Vermeulen, voorzitter.
Peter Etman, directeur Tamoil Nederland BV
DANKWOORD Het
doet goed zoveel lovende woorden te horen. Hartelijk dank hiervoor en
ook voor het feit dat u vandaag met zovelen naar het Markiezenhof bent
gekomen. Hoewel
ik het had kunnen bevroeden, ik las tenslotte ook verzen van hem voor
toen hij eerder dezelfde prijs won, ben ik toch verrast dat mijn goede
vriend en collega Bert Bevers teksten van mij voorlas, en hij koos nog
wel gedichten die ook mijn eigen favoriete zijn. Dat is treffend! Een
nog grotere verrassing is het optreden van het ensemble Dangiang
Parahiangan van de Leidse universiteit, dat Sundanese muziek op
traditionele instrumenten als de suling brengt. Het toeval wil –maar
je kunt je natuurlijk afvragen in hoeverre toeval bestaat- dat wij,
hoewel mijn vrouw van Midden-Java komt, vaak naar Sundanese muziek
luisteren. Eén van de zojuist gespeelde stukken, heb ik zelfs thuis op
cd. Ik kan goed op deze muziek werken. In feite komen deze klanken
overeen met de manier waarop ik schrijf; het gaat om dezelfde strakke
vorm met telkens andere variaties, een duidelijke basis en nuances die
daar omheen dwarrelen. De organisatie had nauwelijks een betere keuze
voor de muziek kunnen maken. Ik
ben uiteraard blij met de prijs, niet alleen met het geldbedrag, de
receptie, de maaltijd maar vooral ook met de sculptuur van de Zeeridder
en wel om drie redenen. Wat
passend dus dat ik vandaag dit tweedimensionale symbool in ontvangst mag
nemen als teken van verdienste voor de boeken en bundels over de
verschillende niveaus van de werkelijkheid die ik de afgelopen 25 jaar
publiceerde. Wat
fijn ook dat dit mag plaatsvinden temidden van zoveel familieleden,
vrienden en collega’s. Ik dank u allen daarom voor uw komst, met wijd
geopend hart, ik bedank de jury en ik bedank het bedrijf Tampoil
Nederland dat deze dag mogelijk heeft gemaakt! Zaterdag,
10 november 2007 |
|
![]() |