index
 

RADIO–INTERVIEW VAN OMROEP BRABANT MET ALBERT HAGENAARS EN CEES VANWESENBEECK TER GELEGENHEID VAN DE PRESENTATIE VAN ZOOM OP BERGEN

UITGEZONDEN OP MAANDAG 30 NOVEMBER 1992

INTERVIEWER: Jos Schaken

JS: in het Markiezenhof in Bergen op zoom werd afgelopen zaterdag het boek ‘Zoom op Bergen, 500 jaar literatuur in Bergen op Zoom’ ten doop gehouden. Het boek bestaat uit twee delen: het eerste deel geeft een overzicht van de literatuur uit Bergen op Zoom sinds de middeleeuwen, het tweede deel bevat bekend en onbekend werk van hedendaagse schrijvers uit die stad.

Het eerste, algemene, deel is geschreven door de Bergse adjunct–gemeentearchivaris Cees Vanwesenbeeck. Aan hem de vraag of Bergen op Zoom nou een interessante literaire geschiedenis heeft.

CV: Ja, gelukkig wel. Uit mijn studie blijkt, dat we al vanaf de vijftiende eeuw literaire activiteiten in Bergen op Zoom hebben. Die zullen er wellicht ook al wel wat eerder geweest zijn, maar het gaat met gedrukte en geschreven bronnen uit de middeleeuwen nogal moeizaam wat de overlevering naar onze moderne tijd betreft. Dus ja, je bent afhankelijk van wat er overgebleven is, wat er bewaard is gebleven in talrijke bronnen en collecties en dergelijke. Daar heb ik een overzicht van samengesteld.

OB: Om zo’n boek te rechtvaardigen denk ik, moet Bergen op Zoom er ten opzichte van andere steden uitspringen; het mag niet zomaar gemiddeld zijn. Is dat ook het geval?

JS: Ik ben zelf eigenlijk altijd het idee toegedaan geweest, dat Bergen op Zoom in cultureel opzicht, wat literaire tradities betreft, wat achterbleef bij andere steden. Tot het moment dat de ‘Letterkundige Reisgids’ van Querido verscheen, waarin Carel Swinkels een hoofdstuk over Noord–Brabant heeft geschreven. Toen bleek eigenlijk al, dat Bergen op Zoom toch wel een aantal beroemde schrijvers binnen haar stadsgrenzen had gehad. Ik was er nieuwsgierig naar of het bij die enkelen die daar genoemd staan gebleven is of dat er nog veel meer geweest zijn. Als je dan gaat zoeken, kom je van het een op het ander en toen bleek dat Bergen op Zoom meer dan honderd schrijvers in de afgelopen vijfhonderd jaar binnen haar stadsgrenzen heeft gehad.

OB: Een hele hoop bekende schrijvers. Noem eens wat namen die echt bekend zijn.

JS: De bekende namen die er uit springen zijn: Lodewijk van Deijssel, Anton van Duinkerken, A.M. de Jong, en in het recentere verleden Carolijn Visser, Marja Brouwers en dergelijke.

OB: We gaan naar één van de samenstellers van het boek, van de bloemlezing die daarin opgenomen is althans met moderne Bergse schrijvers.

Albert Hagenaars, was het moeilijk om een vijfentwingtal, want zoveel zijn het er toch uiteindelijk geworden, een vijfentwintigtal schrijvers uit Bergen op Zoom te vinden om in de bloemlezing op te nemen?

AH: Nee, totaal niet. We hebben ontzettend veel inzendingen gekregen, veel meer dan waar we op gehoopt hadden. Het was wel moeilijk om een keuze te maken, in die zin dat je probeert het beste te kiezen en tegelijk kijkt naar de beste manier om het publiek –en dit geval was dat een zo breed mogelijk publiek, de lezers in Bergen op Zoom en de regio– te boeien. Dus het ging niet om het aantal dat mogelijk te halen was. Het was eerder moeilijk om het aantal wat naar beneden te brengen. 

OB: Waar selecteer je dan op?

AH, Kwaliteit op de eerste plaats, en op de tweede plaats spreiding van de genres. Op de derde plaats keken we er natuurlijk ook naar in hoeverre de teksten zich verhielden tot de regio Bergen op Zoom.

OB: Ze moesten daar over gaan? Of dat was in ieder geval een aanbeveling?

AH: Nee hoor, we hebben de auteurs helemaal niets in de weg gelegd wat dat betreft. We hebben het helemaal aan hen overgelaten, maar sommige auteurs vonden het zelf leuk om iets te maken dat met Bergen op Zoom te maken had.

OB: Betekent dit, dat er veel nieuw werk in staat of is het uitsluitend nieuw werk?

AH: Beide. Gelukkig staat er veel ongepubliceerd werk in, en in dat geval ja, mag je het gewoon nieuw noemen, ook al is het misschien al een paar jaar oud. Maar er zijn ook veel mensen die speciaal voor dit boek een bijdrage hebben gemaakt.

OB: Je hebt het uiteraard al veelvuldig doorgelezen. Je kent het waarschijnlijk uit het hoofd. Noem het leukste er eens uit op, een paar hoogpunten.

AH: Het leukst? Dan moet ik onmiddellijk refereren aan de gedichten van Frans Mink, die altijd een grote mate van humor in z’n poëzie stopt. Het mooiste is misschien weer een heel ander verhaal, maar laten we er maar van uitgaan, dat elke bijdrage die in dit boek staat deze componenten heeft.

Studiostem: En dat zei een trotse Albert Hagenaars, een van de samenstellers van de literaire bloemlezing in het boek ‘Zoom op Bergen’. Daarvoor hoorde u Cees Vanwesenbeeck, die verantwoordelijk was voor het gedeelte over de Bergse literatuurgeschiedenis in dat boek. U hoorde beiden in een bijdrage van Jos Schaken. Muziek nu…


 
index