
Zoals gebruikelijk biedt het nieuwe nummer van het
literaire tijdschrift Ballustrada een aflevering van de
rubriek Laaglandse poëzie. De 23e editie van dit katern
heeft als thema 'de stad' en werd verzorgd door Job
Degenaar. Hij benaderde 14 dichters voor een bijdrage.
Albert Hagenaars stuurde 'Kun Ming' op, een gedicht uit
zijn bundel 'Bloedkrans'.

KUN MING
Je kern wordt afgebroken en uitgehold,
vervangen door torens van een financiële toorn
die het westen hogelijk zal verbazen.
Ik heb alles nog gezien zoals ik het voelde te zien:
de stegen, washokken en gaarkeukens,
de vrouwen met hakmes, de kuip vol kikkers,
koppen en leden op het rood beschuimd cement.
en mezelf, huisaltaren lakkend, als oude man.
Stad van Eeuwige Lente luidt je bijnaam.
Daarom neem ik voor altijd afscheid
van jou, en van een man die zichzelf meed,
een dag uit zijn heden in jou versneed.
Uit: 'Bloedkrans', uitgeverij In de Knipscheer, 2012.

De andere dichters die een gedicht afvaardigden zijn: Jana
Beranová, Bert Bevers, Dien L. de Boer, Cees van Ede, J.H.
van Geemert, Ruben van Gogh, Hester Knibbe, Dirk Kroon,
Pieter A. Kuyk, Liesbeth Lagemaat, Gerry van der Linden,
Willem Jan Otten, Alexis de Roode, L.F. Rosen en André van
der Veeke.
Hieronder volgt een kleine keuze uit de selectie van Job
Degenaar:
IMPROMPTU AAN DE ADIGE
Catullus kuierde hier begerig van aanschouwing
rond. Hij wist al lang dat in gedweeë betovering
amper rangorde bestaat. Dat pleinen ernstig zijn
en weemoed geen grenzen kent. Koel was en is
het onder de rivier. Nooit roerloos in haar eigen
weelde versleutelt ze doorlopend herinneringen
aan vreemde momenten die geschiedenis werden.
Dat ze in het Duitse volkslied de Etsch heet, dat
langs haar boorden Gigliola Cinquetti flaneerde,
Oscar Freire wereldkampioen wielrennen werd
in 1999 én 2004. Er zijn nabij de arena balkons
alom maar we laten dat ene maar voor wat het is.
Wanneer we de stad uit rijden en ik nog eens
de Torre dei Lamberti en de Portoni della Bra zie
brengt juist de radio Ramona, en zing ik
zachtjes Verona op die mooie oude melodie.
Bert Bevers, eerste publicatie
EEN BEGIN
Scherpe dia in het raam:
maanprojectie op het ondermaanse
Met een vanzelfsprekendheid verdwenen
zijn de dagen van vandaag, stapels
oningevuld papier, dagbladen
om mee een vuur te maken
Witte stad aan de rivier
je ligt erbij als een begin
Job Degenaar, uit: 'Handkussen van de tijd', Liverse
2012
ODE AAN DE PLANTAGE
Als je hier wacht,
hoor je de voetstappen van Hugo de Vries,
vind je de woorden van Henri Polak,
huiver je voor het beeld van Wolkers,
verdeel je Wertheims geld.
Als je hier bent,
ervaar je Morriëns gewone wonderen,
ontmoet je Zee- en Westerman,
ben je voor even vriend van Reve.
Als je hier zit,
lopen aan de overkant
nog altijd mannen
met lange baarden
en krullen
in het zwart.
J.H. van Geemert, uit: 'Krekeldoor en andere
gedichten', De Republiek, 2017.
HET HUIS VAN DE LEVENDEN
(Joods kerkhof te Rotterdam)
Naast het vreettentje Kip aan het Spit
een hemelpoort op de brandgrens
van het bombardement, Oostzeedijk
Gebrekkige stenen trap voert naar een
door de dood verwaarloosde tuin
Hoorbaar het prevelende Jerusalem
Door een gat in de eeuwen der eeuwen
naar Hebreeuwse krullen staren:
195 grafstenen in het Huis van de Levenden
André van der Veeke, van www.rotterdamsedichters.nl
(2017)

De achterkant van het boek
|