index

DEELNAME AAN BOEK OVER JHERONIMUS BOSCH






Ter gelegenheid van de 500e sterfdag van Jheronimus Bosch (ca 1450-1516) werden tal van activiteiten georganiseerd, vooral in zijn geboortestad ’s-Hertogenbosch. De belangwekkendste is ongetwijfeld de tentoonstelling ‘Visioenen van een genie’ in het Noordbrabants Museum waar meer werken van de schilder bijeen zijn te zien dan ooit tevoren.

Pien Storm van Leeuwen stelde een boek samen met fragmenten van Bosch’ schilderijen en nodigde ruim dertig dichters uit om daar een tekst bij te schrijven. Aan Albert Hagenaars vroeg zij een gedicht bij een deel van ‘Het narrenschip’.

De titel van de bloemlezing is ‘Vroom, frivool, vilein – Poëtische vensters op Jheronimus Bosch’. De eis die Albert Hagenaars zichzelf stelde was om een gedicht te schrijven dat enerzijds naar de voorstelling verwijst en anderzijds het vrome, frivole en vileine karakter van de betreffende cultuurperiode benadrukt.














Het boek werd gepresenteerd op zondag 28 februari 2016 in het Jheronimus Bosch Art Center, gevestigd in de voormalige Sint-Jacobskerk aan het Jeroen Boschplein.

Pien Storm van Leeuwen leidde de middag in, waarna twintig dichters hun werk voorlazen. De optredens werden soms afgewisseld door Deborah Jacobs, die met gitaar op Middeleeuwse teksten gebaseerde liederen bracht.





Foto: © Jan Willem Storm van Leeuwen






Een opname van de dichters die op deze dag optraden, poserend voor ‘Het Lam Gods.
Achterste rij v.l.n.r.: Peter Korsman, Jasper Mikkers, Olaf Douwes Dekker, Victor Vroomkoning, Jace van de Ven, Albert Hagenaars, Bauke van Halem, Catharina Boer, Herbert Mouwen, Christina Guirlande, Maarten van den Elzen, Wim van Til.
Middelste rij v.l.n.r.: Frans Kuipers, Marije Kos, Els van Stalborch, Willem van de Vrande, Kees Hermis.
Voorste rij v.l.n.r.: Pien Storm van Leeuwen, Kees van Meel, Frans August Brocatus.
Foto: © Jan Willem Storm van Leeuwen.















V.l.n.r. Ad ’s-Gravesande (intendant Stichting Jheronimus Bosch 500), Pien Storm van Leeuwen en Jo Timmermans (directeur Jheronimus Bosch Art Center). Foto: © Jan Willem Storm van Leeuwen.







UIT ZOWAT DE HALVE

Achter de gevangenneming en kruisdraging
hallucinant het landschap dat Joen in zijn
Bossche atelier, het puntje van de tong uit de
mond, van verbeelding transformeerde naar

eeuwenlang beklijvend beeld. Er brandt een
stad, daarvan daalt as op de grillige waanzin
der gedrochten. Houd vast dat beest met vel
dat oogt als kruimelvlaai, het walmend keelgat

waaruit woede uit zowat de halve hel


Bert Bevers






 Foto: © Jan Willem Storm van Leeuwen.



VAN DE EROS EN DE UIL

Aristophanes bedacht dat man en vrouw
in oorsprong één rond lichaam deelden
met acht ledematen en één geest. Het kon
draaien, keren, buitelen tot aan de hemel
toe, wat Zeus te ver ging en het midden-
door sneed, als morellen om in te maken.

Na de breuk verlangden beiden naar de
verloren helft, waaraan de navel nog
herinnerde, zodat Eros uit compassie
ging proberen hen weer heel te maken.

Bij Bosch zijn man en vrouw nog samen
maar zijn voorstelling voorspelt weinig
goeds over de afloop van de mythe
waar hij ze als uilskuikens afschildert.

Omdat mensen in hun zoektocht naar de ware
wederhelft de roep van Eros aangrijpen als vrij-
brief voor blinde pas - en paarexperimenten?


Victor Vroomkoning © 2015



INFORMATIE BIJ BOVENSTAAND GEDICHT
Een van de beroemdste werken van Plato, het Symposium, handelt over de Eros. Wie of wat is de Eros? Allerlei bekende mensen uit zijn omgeving laat hij aan het woord, onder anderen Aristophanes, beroemd blijspeldichter. Deze komt met de volgende mythe.
Oorspronkelijk bestond de mens uit een bolvormig lichaam met vier benen en vier armen. Het kon alles, dansen, buitelen, tot het de Goden wilde bereiken. Dat vond Zeus te ver gaan,hij sneed de bol doormidden, als morellen om in te maken. Staat er letterlijk in de tekst. De twee gescheiden helften vonden dit verschrikkelijk. Zij wilden hun wederhelft terug. Dan komt Eros hen te hulp. Hij probeert ze door het verlangen weer te verenigen.
Jeroen Bosch moet deze mythe gekend hebben. Maar gezien de afbeelding die hij hierbij maakte, is zijn kijk op de afloop van de zoektocht tamelijk bedenkelijk. Hij zet er een uil bij: negatief symbool in zijn tijd. En kijk om je heen: hoeveel mensen slagen er in hun wederhelft te vinden? Hoeveel blijven eindeloos zoeken? Sinds de tijd waarin Bosch leefde, is er weinig tot niets veranderd.





VAN ALLE TIJDEN

de man dacht "what the hell"
het alziend oog in de hemel
is druk genoeg met het gezemel
en gelooft het onderhand wel

met knijpbril dichterbij de Heer...
hij had het goed gezien die Bosch
de man van God is van God los
gewin is nog slechts zijn drijfveer

met geveinsde godvruchtigheid
tartend met hemelgerichte blik
verbergt ook hij zijn ware ik
is hij in feite de weg al kwijt

onder de ogen van de Heer
belazert men alom de kluit
kotst men al het kwaad weer uit
en iedere keer gebeurt het weer

geen verschil tussen mijn en dijn
leedvermaak, geen mededogen
geknepen lippen, neergeslagen ogen
het zou zo maar theater kunnen zijn…

mensen die hun geloof belijden
op het toneel van alle tijden

 
Marije Kos




ANGST

Hoe het duivelen van angst
zich in gruwelijke bochten wringt
en nergens ruimte laat voor licht.

Hoe de mens verstrikt in zoveel
zonden nog leven kan en schuilen
voor het boze oog, dat ziet.

Hoe elk genot met een verbod
verbeten strijdt en leven enkel
lijden is en kort.

Hoe het begon in het paradijs
en zij niet luisterde en hij te
zwak, het oerlicht brak

in duizend scherven, de schuld
zouden alle mensen erven,
alleen een heilige ontstijgt

het martelen door kikkers,
slangen en demonen als straf
voor lust en gulzigheid.

Hebzucht, als hond in de pot,
dronkenschap, voor altijd
in de drup en zonder hoop.

De vogel kijkt verloren toe
hoe radeloos de mens zichzelf
verliest en nooit meer over.

Ik wandel door de tijd, als
vallend blad en raap niet op,
de nacht te zwart.


Els van Stalborch



JEROEN BOSCH SCHILDERT WEER

Er kwam een nieuwe taal, een nieuwe werkelijkheid
Na jura, steen- en ijzertijd, computertijd
God zelf trad terug, de muis beval wat van belang was
En van het kwade virus heel de wereld bang was

Met megabytes in plaats van cellen in zijn lijf
Een keyboard in zijn kop, als hart een harde schijf
Zo vloog de mens van hot naar her en schoot in stress
Bij stilstand; dan zag hij het zwaard van Damocles

Geluk lag als een Minotaurus in dit labyrint
En eiste dat er steeds geconsumeerd werd, blind
Gehoorzaamde de mens, liep verder vretend rond
En wees zijn kroost als les de weg van mond naar kont

De wereld leek één feest, van bier en wijn gemorst
Van vreten zonder honger, zuipen zonder dorst
En uit de winkels sjouwden rijken volle zakken
Langs legers losers; die hadden níks te makken

Wie niet bij kon houden kreeg geen tijd te dromen
Meerennen moest je om de werkelijkheid te ontkomen
Desnoods op speed of coke of gif uit iele naalden
Zo dacht de mensheid op te stijgen, maar zij daalde

Dus schildert Jeroen Bosch de kim weerom in brand
En mensen mensen moordend wapens in de hand
En in zijn hol een muis die ernaar kijkt en lacht
We zien de hel waar eens de hemel was gedacht.


Jace van de Ven






WANDELEN DOOR EEN BIZARRE WERELD


Kijkend naar het werk van Jheronimus Bosch treden we in een fascinerende wereld, waarin zijn ongebreidelde fantasie ons meevoert naar de sombere tijdgeest van de late Middeleeuwen. De mens lijkt stuurloos op drift tussen het vrome enerzijds en het frivole en vileine anderzijds.
Toch is een knipoog bij Bosch nooit ver. Zijn lichte ironie houdt voortdurend een oogje in het zeil en weet een relativerende ondertoon te bewaren.
Bosch schilderde niet alleen de belangrijke thema’s van zijn tijd, maar tevens de taal van zijn dagen. Talrijk zijn de metaforen waarmee hij zijn taferelen verdichtte. Eigenlijk zou je hem een beelddichter kunnen noemen.
Geboeid door zijn beeldtaal, verdiepte ik me in de betekenis van zijn zinnebeelden. Ik wandelde door zijn schilderijen, stond er stil bij menig detail en bakende vensters af die me inspireerden tot gedichten. Zo werd het idee geboren om een aantal fragmenten uit zijn schilderijen te selecteren en ook collega-dichters uit te nodigen om poëzie te schrijven voor een dichtbundel rond het werk van deze geniale kunstenaar. Jo Timmermans, initiatiefnemer van het Jheronimus Bosch Art Center, reageerde enthousiast op mijn plannen en stelde het gevraagde beeldmateriaal belangeloos ter beschikking.











hoe beelddichter Jheronimus Bosch ons telkens weer verleidt
tot raadselreis in ‘t ongerijmde van bizarre dromen
bevlogen door gedrochten en demonen
schuil in het duistere denken
van zijn tijd













Tekst van Pien Storm van Leeuwen





Het gedicht ‘Het Narrenschip’ werd op posterformaat in het voorjaar van 2016 samen met andere teksten geëxposeerd in de Centrale Bibliotheek in Breda.
Een tweede expositie, gewijd aan afbeeldingen en een deel van de gedichten, vond in juli 2016 plaats in de Ledevaertkerk te Chaam.




'Vroom, Frivool, Vilein'; initiatief en samenstelling Pien Storm van Leeuwen; Uitgave Stichting Trajart in samenwerking met Uitgeverij Ceedata; 96 blz.; €7,50; ISBN: 978 90 71947 51 3.
Bestellen kan via: storm@ceedata.nl à 10,50 € inclusief verzendkosten. 

 

 




index