index

BEDREIGDE GEDICHTEN

Kunstenaarscollectief B.O.Z.O., bestaande uit Auke van der Heide, Bart Stuart en Jan Wessendorp, kreeg in 1999 van de gemeente Bergen op Zoom de opdracht om op grote schaal kunstwerken te maken voor enkele locaties in het juist opnieuw ingerichte stadspark Kijk in de Pot.
De kunstenaars op hun beurt vroegen Albert Hagenaars om teksten te schrijven voor plaatsing op de zijkanten van de eveneens gereconstrueerde Veldschans of Slikschans, die gelegen is tussen het historische centrum en de Binnenschelde. Het vestingwerk is een artillerieplaats uit de tijd van Menno van Coehoorn, die de verdedigingswerken van de stad als zijn meesterwerk beschouwde.
Albert Hagenaars vroeg er zijn collega Bert Bevers bij. Samen ontwierpen zij twee gedichten, die in roestvrij staal werden uitgevoerd. Bijzonder is dat zij voor allebei de teksten telkens om en om enkele woorden schreven. De beginregel JIJ DIE HIER VERDWIJNT, is bestemd voor de op de fortificatie aansturende automobilisten op de nabije Markiezaatsweg, die op enkele tientallen meters afstand ervan een knik maakt, zodat de bestuurders de tekst net nog kunnen lezen voordat ze voorbij rijden.






Tijdens een van de eerste bezoeken aan de lokatie, nog voordat de teksten waren aangebracht. V.l.n.r.: Albert Hagenaars, Jan Wessendorp, Bert Bevers en Auke van der Heide. Foto: 1999.









Tijdens een literaire rondleiding in juli 2001.





Al snel na de onthulling werd de Veldschans een bestemming van stadswandelingen. Maar ook waren ze regelmatig het doel van vandalisme en diefstal. De regionale pers maakte er meestal melding van. In april 2017 was opnieuw een dagenlang durende schoonmaakactie nodig. Die werd uitgevoerd door de Beeldenwacht.

Hieronder volgt een verslag in woord en beeld van de lotgevallen van deze bedreigde poëzie.




De Slikschans kort na de onthulling van de teksten. Op de foto tevens Connie Jensen, die samen met Ann-Dorit Schonemann een aantal gedichten van Albert Hagenaars in het Deens vertaalde.














SPREUK OP KUNSTWERK OPNIEUW VERNIELD

Voor de tweede keer binnen vier weken is de dichtregel in stadspark Kijk in de Pot vernield.  Conservator Johanna Jacobs is woest. Speciaal voor het stadspark componeerden Bert Bevers en Albert Hagenaars de dichtregel ‘Jij die hier verdwijnt, doorzie dit niemandsland vol iedereen’. De letters zijn zichtbaar vanaf de Markiezaatsweg. Van het eerste deel staat nu nog ‘ie hier verdwijnt’.

Vier weken geleden werd een kleine plaat met letters van het kunstwerk gesloopt en meegenomen. Sinds anderhalve week is die weer vervangen. Om te voorkomen dat vandalen de platen opnieuw zouden loshalen, zijn de gaten van de schroefbouten uitgeboord. De bouten met een schroevendraaier losdraaien werd dus onmogelijk.
‘Hufterproof maken’, noemt Johanna Jacobs de maatregel. Helaas mocht het niet baten. ‘Nu is een grote plaat met een breekijzer losgewrikt. Een passerende fietser heeft een groepje jongeren bij het kunstwerk bezig gezien en de gemeente gebeld. Ze zijn blijkbaar gestoord want de plaat hing er nog, aan een schroef. De buitendienst van de gemeente heeft de plaat kunnen ophalen voordat die is weggehaald.’
Simpelweg terugschroeven is volgens Jacobs niet mogelijk, ‘Hij is helemaal verbogen. Een flinke kostenpost.’

Jacobs heeft vandaag een overleg met de wijkmanager van de gemeente, wijkagent en beeldenwacht (die klein onderhoud aan kunstwerken verricht). ‘Ik ga zeker vragen of er meer gesurveilleerd kan worden. Verder wil ik bekijken wat we nog meer kunnen doen om dit kunstwerk te beschermen.’
Het aantal vernielingen aan kunstwerken neemt volgens haar toe. Voorbeelden durft ze niet te noemen, uit angst voor herhaling.
‘Ik heb een bepaald budget voor kunst in openbare ruimte. Dit soort vernielingen kost klauwen met gemeenschapsgeld en ik hoef in deze tijd nergens aan te kloppen. Als kunstwerken beschadigd zijn, neemt de verloedering van een wijk of buurt bovendien weer een stukje toe. Ze beseffen niet wat ze aanrichten’, verzucht ze.

BREGJE SUURLAND, BN/DESTEM, 13-05-2005












KIJK-IN-DE-POT

Een niemandsland voor iedereen. Zo noemen de dichters Bert Bevers en Albert Hagenaars stadspark Kijk in de Pot. De spreuk en het bijbehorend kunstwerk in het park hebben de nodige last gehad van vandalen. Het is ook wel heel erg groot en leeg, dit park tussen het stadshart en de Binnenschelde.
Op het daartoe aangewezen hondenuitlaatterrein lapt een baasje deze ochtend de opruimplicht aan zijn laars. Op de kunstmatig aangelegde kazematten in dit voormalig vestingwerk alom graffiti. Zulke dingen gebeuren nu eenmaal in een land dat geen echte parkcultuur kent. Bergen op Zoom noemt zich tenslotte Bourgondisch, niet Latijns. Hier is het ’s ochtends niet vol met met oude mannen die in alle rust hun krantje lezen en onderwijl hun schoenen laten poetsen. Ook aan het eind van de middag stroomt het park niet vol met familie en evenmin lopen jonge verliefden er hun rondjes. Het spel van de ogen komt hier niet voor. Ogen van liefde, ogen die mededogen zoeken, ogen van droefheid, ogen van eindeloze pijn. Niets van dit alles. Ogen ontbreken op de Kiek.

Wel zijn er zichtlijnen op de stad in al haar gedaanten. De bedenkers van dit plan hebben vast en zeker goede bedoelingen gehad. Waar je ook loopt, altijd is er wel een markant gebouw van de stad te zien. Het Landmark op de Bergse Plaat, zwembad De Schelp, de kerk aan het Lourdesplein, de ribbenkast van de uitgeklede Lucerna-flat. De Peperbus, stadsschouwburg De Maagd, de torentjes van het Markiezenhof, de stad laat zich vanaf de Kiek graag bewonderen. Mooi is het ook om buien uit zee te zien aankomen. De bankjes in het park zijn fris blauw geverfd. Ze doen al een beetje aan de zee denken. De boompjes staan in lange geometrische lijnen, ieder in hun eigen stenen cirkel gevat. Over het Retranchement, de verbindende weg van rood steengruis door het park, haast een fietser zich voort. Hij lijkt de bui boven zijn hoofd te willen verslaan. Nog voor de meet aan de Zuidwestsingel is hij geklopt.

Het regent vandaag op de Kiek. Goed voor de planten. Op de educatieve grondwatermeter in het park wordt het nog eens uitgelegd. Op de hoge gedeelten van het park verdrogen planten eerder, beneden zijn ze sappiger. Veel is er eigenlijk niet te zien in het park. Geen protserige beelden of ruisende fonteinen, wel een stukje oud spoor en verwilderde natuur. Her en der stenen, gevangen in een vlechtwerk van ijzer. Zal ook wel kunst zijn. Te lezen valt er ook weinig in het park, op de graffiti na dan.
Mooi is het bij de hoek met de Gertrudisboulevard. Klassiek aandoende zuilen, als een soort reuzenpergola’s overwoekerd met groen. Na jaren discussie is het park er gekomen. Een stadspark nog wel. Niet iedereen was even enthousiast over de nieuwe Kijk-in-de-Pot. Nog altijd wordt er door sommigen gemokt. Niet meer door de bewoners van de appartementen rond het park. Hun uitzicht mag er zijn. Kijk-in-de-Pot is nooit af, lijkt het wel. Een stadswal moet er nu weer bijkomen. Aan de achterkant van de meubelboulevard. Met ruimte voor starterswoningen. Er wordt ook veel in het park georganiseerd, het hele jaar door. Voorjaarskermis, concours hippique, sledehondenraces zelfs, het Staatscircus van Moskou of gewoon een potje jeu de boulen met ’t Petangeske. Zonder dat soort activiteiten is het park echter heel erg groot en leeg. Een niemandsland voor iedereen.

BEN VAN DEN AARSSEN, BN/DESTEM, 27-08-2005







Spotprent in dagblad BN/De Stem van Erik Elich.





KUNST BEHOUDEN BLIJFT HELE KUNST

Kunst uit handen van rovers en vandalen houden, het blijft in Bergen op Zoom een hele kunst. In een poging om vernielzuchtigen het leven zuur te maken, heeft de gemeente een kunstwerk in stadspark Kijk-in-de-Pot weggehaald. Dat keert straks in steviger vorm terug.
De dichtregel ‘Jij die hier verdwijnt, doorzie dit niemandsland vol iedereen’ gecomponeerd door Bert Bevers en Albert Hagenaars, krijgt zwaardere bouten en betere lijm.

"Het moet dusdanig sterk worden, dat de platen gewoon niet te slopen zijn" , zei wethouder Leo Withagen deze week in het vragenuurtje voor de gemeenteraad.
Daarin stelde de fractie van D66/BSD vragen over het kunstwerk op Kijk in de Pot. Het was de fractie opgevallen dat de dichtregel helemaal weg was. Dat blijkt dus door de gemeente zelf te zijn gedaan. "Nadat het tot twee keer toe was gesloopt", aldus Withagen.

Ook de tuin met beelden van geiten aan de Boulevard is regelmatig het terrein van mensen die het blijkbaar leuk vinden om andermans spullen kapot te maken. Nu zijn er volgens Withagen weer twee poten naar de gallemieze geholpen. "Alle geiten halen we weg. We gaan ze allemaal in beton zetten."
Behalve met vernielingen hebben kunstwerken in de stad ook te maken met diefstal. Afgelopen zomer verdwenen er diverse bronzen beelden. Ze zijn nog niet teruggevonden.

AD GODDRIE, BN/DESTEM, 06-10-2005





REACTIE VAN BEZOEKERS

Op 18 maart 2007 is een filmpje op YouTube gezet waarin de zuidzijde van de Veldschans een rol speelt. De onbekende maker(s), opererend onder de naam Azazel Production, spelen met name in op de tekst JIJ DIE HIER VERDWIJNT. Het filmpje is gecategoriseerd in de rubriek Comedy.

https://www.youtube.com/watch?v=9z8l8ApvYfU




NIEUWE OPGRAVINGEN OP KIJK IN DE POT.

Deze zomer is een nieuw onderzoek gestart op het noordelijke gedeelte van Kijk–in–de-Pot, grenzend aan het Geertruidaplein. Naar verwachting wordt er nog tot begin september gegraven. In 2004 werden resten uit de IJzertijd (8e eeuw v. Chr. - 0) en de Romeinse tijd (0 – 3e eeuw) gevonden, waarover in een eerdere nieuwsbrief al is bericht. De vervolgopgraving maakt duidelijk dat het ven iets groter was dan eerst werd aangenomen. Bewoningssporen zijn nog niet gevonden, maar moeten er vlakbij wel geweest zijn. Ook werden opnieuw sporen gevonden van het grote hoornwerk, dat kort voor 1600 was opgeworpen ten zuiden van de brandweerkazerne. De grondboringen die vorige maand in het bos achter de meubelboulevard werden gezet, tonen aan dat daar een echte ‘steilrand’ in het landschap is geweest: het hoogteverschil tussen de renbaan en de ondergrond in het bos was ooit meer dan 7 meter . De steilrand is zelfs hoger geweest dan aan de zuidwestelijke flank van Kijk–in–de-Pot, bij het hotel Golden Tulip. Het bos zelf is niet erg oud (pas na 1950). Op oudere foto’s is grasland te zien. Om het hoornwerk aan te leggen, moest enorm veel zand worden aangevoerd. Ook bij de uitbouw van de vesting van Menno van Coehoorn is zand opgebracht om een glacis te maken. De vijand kon zich anders achter de rand verschansen. Op deze kunstmatige ophoging is later het bos gegroeid. Van nature was dit gedeelte van de ‘Kiek’ dus een indrukwekkende hoogte, die ideaal moet zijn geweest voor bewoning.

MARCO VERMUNT, NIEUWSBRIEF ARCHEOLOGIE EN MONUMENTEN, JRG. 9, NO. 33, SEPTEMBER 2006






“ZE DOEN ZOMAAR WAT, DIE ZITBANKEN HOREN ER NIET”  

Bergen op Zoom – Boos zijn de Bergse kunstenaars niet. Ze zijn vooral teleurgesteld. Midden in hun kunstwerk in stadspark Kijk-in-de-Pot zijn onlangs zitbankjes en een afvalbak geplaatst door de gemeente Bergen op Zoom. “Dat straatmeubilair is een aantasting van het kunstwerk”, vindt Louis van der kallen, fractievoorzitter van de BSD. “Ze horen er niet. Men doet zomaar wat. Het doet inbreuk op het merkenrecht.” 

De kunstzinnige ligwei in het stadspark, bij de voormalige Slikbatterij, waar ook teksten van de Bergse dichters Albert Hagenaars en Bert Bevers te bezichtigen zijn, mag niet zonder overleg met de ontwerpers worden veranderd, meent de BSD-fractie. “Een zitbank is geplaatst vlak voor een richel in het kunstwerk, een richel die door de kunstenaars was aangebracht als mogelijkheid om juist op te zitten. Ik ben hier door verschillende kunstenaars op aangesproken. Deze kwestie moet weer eens aangekaart worden bij de gemeente.”

“Er is meer frictie,” vertelt Van der Kallen verder. “Niet alleen dat straatmeubilair en die prullenbak zorgen voor irritatie. De meeste lantaarnpalen die om het kunstwerk staan en de teksten verlichtten, zijn door vandalen vernield en verwijderd. Degene die er nog staan, zijn hun kop kwijt en verlichten dus ook niets meer. Die situatie wordt ook niet aangepakt. En het onderhoud van de verblijfsruimte in de Slikbatterij is verder niet best. Er wordt amper gemaaid.”

In september 2005 stelde de BSD’er ook al vragen over de kunst in het stadspark. “Toen was de tekst van Bert Bevers en Albert Hagenaars gesloopt maar werd na overleg met de gemeente in een aangepaste, vandalismebestendige vorm weer teruggeplaatst. Mijn complimenten voor die aanpak, er werd toen namelijk in samenspraak met de kunstenaars naar een passende oplossing gezocht. Ook het groen onderhoud werd veranderd, zodat de tekst nu ook vanaf de Markiezaatsweg overdag te lezen is. Een dergelijke samenspraak had nu wéér moeten gebeuren”, meent Van der Kallen.

De Bergse kunstenaar Auke van der Heide vindt het vooral jammer dat de gemeente zonder overleg iets aan het kunstwerk heeft veranderd. “We zijn er gewoon niet blij mee, dat willen wij ook gaan aankaarten bij de gemeente.” De kunstenaars waren er bij de realisering van het kunstwerk van uitgegaan dat de gemeente het onderhoud zou regelen. “Blijkbaar moeten er toch duidelijke afspraken over worden gemaakt.” Hij vindt het jammer dat acht jaar na de onthulling het kunstwerk er onverzorgd bij ligt.
“Door die lantaarnpalen had het kunstwerk een verlicht plekje in de duisternis moeten worden, dat was onze insteek maar zij zijn helaas vernield. Ook de ligwei is, doordat er gemaaid wordt, niet goed meer te herkennen.”

Van der Heide denkt niet dat de gemeente met het plaatsen van het straatmeubilair opzettelijk het kunstwerk wilde verstoren. “Degene die het geplaatst heeft, wist waarschijnlijk niet dat het een kunstwerk was. Het is vast uit onwetendheid gebeurd. Ik ben blij dat de BSD aandacht vraagt voor de huidige situatie maar ik verwacht ook dat we er met de gemeente wel uitkomen. Dat is de vorige keer wel gebleken: een goed overleg met de gemeente maakt veel dingen mogelijk.” 

Wethouder Maarten van Eekelen heeft inmiddels toegezegd de zaak rond het straatmeubilair en het groenonderhoud te bekijken. 

BREGJE VAN GURP, BERGEN OP ZOOMSE BODE, 1 JUNI 2008







Deze foto werd genomen in de zomer van 2009 na een te grondige schoonmaak waardoor de blauwe verf verdrween.





VANDALISME TEGEN VANDALISME

Omdat de betonwanden waarop de gedichten zijn aangebracht, en ook de gedichten zelf, constant bespoten, beschilderd, bezeken, besproeid en besprenkeld worden, besloot de gemeente Bergen op Zoom tot een grote schoonmaakactie om zowel de Slikschans als de teksten grondig schoon te laten maken.
De medewerkers die dit karwei klaarden, deden dit zo grondig dat tevens de blauwe achtergrondkleur van de letters van de grootste tekst weggespoten werd, waarmee een essentieel onderdeel van het kunstwerk opnieuw verloren ging.
Weliswaar wezen doorgewinterde poëzielezers er al op dat daarmee vorm en inhoud van het gedicht perfect samenvallen maar de makers hopen dat de betreffende gemeentelijke dienst de oorspronkelijke opzet in de bedoelde stijl terugbrengt.










KUNSTWERK ZWAAR BESCHADIGD DOOR KLIEDERWERK VAN VANDALEN

BERGEN OP ZOOM - "Door tij & tijd bestendigt deze verschansing woorden die zich niet laten kennen: strijd roert ons tot wie we zijn in de dunte der dagen." Tekst van de bekende dichters Albert Hagenaars en Bert Bevers. Te vinden in stadspark Kijk in de Pot. Op een kunstwerk. Zorgvuldig weggeschreven in roestvrij staal. Maar nu amper leesbaar. Vandalen gaan hier tekeer met spuitbussen. Dichtregel en het beton er omheen zijn volgekalkt. Lange tijd leek het goed te gaan, de laatste weken is het goed raak, zeggen Aagje Pel, Peter Pel en Gerard Fransen. ”Als er eentje iets spuit, komen er al heel snel nieuwe bij'', weten ze uit ervaring.

Drie dagen werk
Ze zijn deze dinsdag aan het poetsen en schrobben. Om het kunstwerk weer toonbaar te maken. ”Dit kost ons twee à drie dagen werk. En dan nog is het de vraag of we alles goed wegkrijgen.'' De drie vormen de Beeldenwacht. Waken over de kunst in de stad. Maken die schoon als dat nodig is. In ruil voor een kleine vergoeding van de gemeente.

Fors
Ze zijn wel wat gewend. Maar de beschadiging met verf van dit kunstwerk is fors. ”We moeten zelfs agressieve middelen gebruiken, terwijl we dat normaal niet hoeven.'' Bergen op Zoom is een stad van graffiti. ”Maar noem degenen die dit doen alsjeblieft geen kunstenaars. Dat is veel te veel eer voor ze'', meent Peter Pel.
Zijn vrouw Aagje en Gerard Fransen knikken instemmend. Wat hier in dit verloren hoekje gebeurt is het doelloos leegspuiten van verfbussen. Met loze kreten, met een datum. ”Kijk 11 februari 2017'', wijst Peter Pel. En Aagje vult aan: ”Bergenaren nemen hun verantwoordelijkheid niet. Ze laten dit gewoon gebeuren.'' Want al zit het kunstwerk aan de rand van het park, toch komt er om de haverklap een hondenbezitter voorbij wandelen.

Kliederwerk
Blijkbaar, zo concluderen de drie, kijkt iedereen weg als er vandalen bezig zijn met hun kliederwerk. En dat stoort ze. ”Net zoals het feit dat de hele stad onder de stickers zit. Iemand van de Stichting Samen Werken heeft er een dagtaak om ze weg te halen.''
Ze vinden de graffiti, de stickers, slechte reclame voor de stad terwijl die juist zo hard aan de weg timmert om bezoekers te trekken. En Gerard Fransen zegt: ”Ik was pas in Middelburg. Dat is zoveel schoner. Dit is echt jammer voor Bergen op Zoom.''

JAN VAN DE KASTEELE, BN/DESTEM, 26 APRIL 2017




index