index

OPTREDEN IN CULTUREEL CENTRUM DE KOE
 
Kees van Meel, ex-stadsdichter van Breda, en de jonge auteur Rick Baggermans organiseerden op zondag 25 augustus 2013 de eerste editie van het Poëzie- en Muziekfestival Princenhage te Breda. De optredens vonden plaats in de ‘Vlaemsche’ boerenschuur van Sociaal Cultureel Centrum De Koe.
Albert Hagenaars las telkens één gedicht uit enkele van zijn bundels. De andere dichters waren, in alfabetische volorde: Rick Baggermans, Olaf Douwes Dekker (eveneens voormalig stadsdichter van Breda), Kees van Meel, Arta Verdonk en coming man Richard Verhaard. Delima Sri las als gastdichter Indonesische verzen voor.
De muziek werd verzorgd door gitarist Peter van Dorst, multitalent Deborah Jacobs, jazzman Peter Mingaars, en Het Oostblok (een band bestaande uit o.a. Alex Lekatompessy en Sonny Rering, genoemd naar het Verre Oosten waar elk lid sterke banden mee heeft.




Foto: Siti Wahyuningsih.




Albert Hagenaars vergeleek in zijn inleiding de poëzie met de liefde en het geloof en haalde onderstaande citaten over het genre aan van zulke uiteenlopende dichters als Shelley, Baudelaire en Sandberg.

Poëzie doet zich gelden op een goddelijke manier die niet bevat kan worden, voorbij en boven het bewuste.
Percey Bysshe Shelley

Evenals de ekstase heeft de poëzie eigenlijk niets te vertellen, buiten het uitzeggen van het vervuld-zijn-door-het-onzegbare.
Paul van Ostayen

De ideeën hebben niets te maken met de poëzie, het is het onuitsprekelijke dat telt.
Max Jacob.

Muziek, muziek boven alles !
Paul Verlaine

Poëzie kan zich niet aanpassen aan wetenschap of moraal, zij heeft niet het doel de waarheid te zoeken, zij heeft slechts zichzelf!
Charles Baudelaire

Weet dat de kunstenaar voor zichzelf schept - alleen voor zichzelf. In zijn binnenste heeft hij geen ruimte voor zijn verleden, daarom geeft hij het in werken een onafhankelijk, autonoom bestaan. Zo is het altijd geweest. De kunst gaat van eenzame tot eenzame in ene hoge boog over het volk heen.
Rainer Maria Rilke

Poëzie is het dagboek van een zeedier dat op het land leeft en zou willen vliegen.
Carl Sandberg


Vervolgens las hij de volgende gedichten voor:

 
SPERTIJD

, want spertijd is het, met de taken
van de taal steeds zwellend in het hoofd,
mijn mond onder de hare, die eist en beveelt.

En spertijd blijft het, een bezetting tot in
de innerlijke stegen, een tussen haar benen
tot stamelen toe bezeten zijn van beelden:

illusies op een scherm van papier, dat de stad
nimmer scheidt van de grot noch schrijver
en lezer van jager en wild. En andersom.


Uit 'Spertijd', Poëzie-uitgeverij WEL, 1982 (3e dr. 2000).



OORDEEL

Met tegenwind duw ik de wissel in
een andere stand. Roest verstuift.
Een onvermoed spoor ligt open.

Her afwachten eerst. Dan het naderen
vanuit een betekenisscherpe verte
van wat ooit vroegtijdig is vertrokken.

Het knarst, verlengt zich haast, ont-
spoort in het wit. Papier verschuift
waar ik toch geschrokken te luisteren sta.

Lawaai versplintert over de vlakte.
Stemmen ontbinden, gaan nergens verwacht
hevig teloor. Worden voltrokken.


Uit 'Intriges', In de Knipscheer, 1986.



Interactie met een gast uit het publiek, in dit geval Rob Portier, beeldhouwer/houtsnijder. Foto: Siti Wahyuningsih.




CHIENG MAI: DE WAARZEGGER

Aan wie hij me ook steeds doet denken;
zijn blik blijkt levens sterker dan de mijne.
Toch is ons geluk lees ik in vele talen
evenredig aan de hoogte van het bedrag.

Hij telt mijn cijfers bij de hare op, deelt,
en trekt weer af, volgt de lijnen in mijn hand,
verbindt Ram en Geit op de hen bestemde baan.
Mededogen heeft in deze tempel geen bestaan.

Of ik een chirurg ben, vraagt zijn tolk.
Het koper klingelt in een oude wind. Ik knik.
'He see. You not good faith. You know.'
Ik glimlach terug, geef hem hetzelfde meer.


Uit 'Tropendrift', In de Knipscheer, 2003.



WITTE DONDERDAG 1955

De oorlog was koud, de fall-out
van atoomproef B-36H boven de woestijn
van Nevada verwoei over dit beloofde land,

over de oceaan, het gehavende Engeland
waar een nerveuze Lord Eden Churchill verving,
over de Noordzee, stakingen, gemor over geld.

Nog dichterbij, in de woonkamer, in het zichtveld
van de boogschutter uit het Zevende Huis,
zwoegde de vroedvrouw, met harde handen

zoekend naar het raken van taal en teken,
het breken van het vruchtwater dat om negen uur
in bloeddoordrenkte lappen werd bereikt.

Rood wordt roder op wit, paars met Pasen.
Moeders verse wond gaf zin aan mijn mond,
openend op een wereld van dwarse woorden.


Uit 'Bloedkrans', In de Knipscheer, 2012.



Rick Baggermans. Foto: Siti Wahyuningsih.




Arta Verdonk. Foto: Siti Wahyuningsih.





Deborah Jacobs componeert, zingt en bespeelt verschillende instrumenten. Ze publiceerde de cd ‘Wie nooit met mij verdwaald was’, zelf geschreven nummers op gedichten van Kees van Meel. Ze verzorgt workshops en treedt veelvuldig op.

Peter Mingaars (º1950) was the first guitarist in the Netherlands to receive the official Bachelors degree for jazz guitar at the conservatory in Rotterdam (1981).
He teaches jazz guitar and jazz history at the Conservatory of Amsterdam and the Fontys Conservatory in Tilburg, The Netherlands. He’s a versatile player in styles ranging from swing through bebop and free jazz to samba.
For about twenty years he was a member of one of the most prominent jazz orchestras from Holland: Caoutchouc, led by Edison winner Niko Langenhuijsen. With this band he played numerous concerts on many stages and festivals (a.o. North Sea Jazz festival, Moers, Donaueschingen, Berlin, Paris, Middelheim/Antwerp). He also made several lp's and cd's with them.
As sideman/guest he played with Leroy Jones, Harry Allen, Warren Vaché jr., Bert Boeren, Henk de Laat,Yvonne Walter, Willem Kühne, David Livingstone Jazzmessengers, Antoine Trommelen, Michel Herr, Patrick Artero, Sammy Rimington, Audubon, Steve Yocum, Frank Robberscheuten, Robert Veen, Boptet of Swing, Dirk van der Linden, Lillian Boutté, Wim Dijkgraaf...




Olaf Douwes Dekker. Foto: Siti Wahyuningsih.




DE ONBEKENDE

als een ongrijpbare geest
in mijn eigen leven, in mijn
tastbare lichaam, bek ik een
onbekende in dit land, in

mijn afgekoeld bestaan waarin
ik de enige toerist ben, als een
vreemde die nooit went


Uit de bundel 'In het oog van de cycloon'.
Uitgeverij Van Kemenade, 2013.






Het Oostblok met v.l.n.r. Sonny Rering,  Alex Lekatompessy en Deborah Jacobs. Foto: Albert Hagenaars





Richard Verhaard. Foto: Siti Wahyuningsih.




Peter van Dorst studeerde aan het conservatorium te Rotterdam en is docent elektrisch gitaar bij De Nieuwe Veste te Breda en Teamhoofd Muziek plus docent elektrisch gitaar bij Factorium in Tilburg. Tevens speelt hij in diverse bands. Foto: Albert Hagenaars.





Kees van Meel



PORTRETTEREN

de vreemde kwam binnen.
ik herkende in hem een fotograaf.

hij vroeg.
je bent niet bang voor lenzen.

ik dacht.
wie is hij.
hoe dichtbij mag hij.

in de Nieuwstraat hing de stad aan vervuilde gevels.
zijn camera had mijn kop daarin gegoten.
in dat mooi verwaarloosd stadslandschap.

geënsceneerd.

(nieuw) geboren stond ik in die versleten straat.
mijn ogen zochten naar zijn fixerend oog.
vreemde blikken vroegen langs mij heen.
wind woei langs mijn gezicht,
woorden woelden in mijn mond.
wie ben jij. wie ben ik.

al wat ik registreer is.

de stad. de dichter. en de fotograaf.






De uit Solo (Indonesia) afkomstige dichteres Delima Sri. Foto: Siti
Wahyuningsih.





Met Kees van Meel. Foto: Siti Wahyuningsih.





Foto: Albert Hagenaars.




Foto: Albert Hagenaars.


index