
Gerrit Achterberg
(1905 - 1962) was een van de belangrijkste Nederlandstalige dichters van
zijn tijd. De laatste periode van zijn leven bracht hij in Leusden door, van
1953 tot 1962. Het waren niet de meest actieve jaren; hij schreef nog maar
weinig. Hij mocht er wel de som van zijn eerdere inspanningen opmaken. Na in
1949 al de P.C. Hooftprijs te hebben gekregen, ontving hij in 1954 de
Poëzieprijs van Amsterdam, en in 1959 de Constantijn Huijgensprijs en
redigeerde hij de uitgave van zijn verzamelde gedichten. Op 17 januari, de
dag dat hij het manuscript van de bundel 'Vergeetboek' bij uitgeverij
Querido had ingeleverd en thuis z'n wagen in de garage wilde zetten, werd
hij getroffen door een fatale hartaanval. Hij vond z'n definitieve plek op
begraafplaats Rusthof, eveneens in Leusden.
Om nieuwe aandacht voor
het werk van Achterberg te vragen nodigden de Leusdense dichters Hannie
Rouweler en Gerhard te Winkel Nederlandse en Vlaamse collega's uit om
poëzie te schrijven voor een aan Achterberg gewijd boek. Albert Hagenaars
was één van hen. Hij schreef het onderstaande gedicht 'Genoegdoening'.
De tekst verwijst naar het grootste drama in Achterbergs leven, indringend
gereconstrueerd door
Godert van Colmjon.
|
GENOEGDOENING
Elke vrouw
een voor in verdorde akker. De daad bij het woord, al vroeg.
Het mes op de keel, een greep in hun strofe, elk geslacht een
trofee.
De schande
van de schennis, bezworen in een taal van krassen op het
matglas om de kliniek, met de mantel van Gods liefde bedekt.
Wantrouwende
moeder, ongewassen en gedoodverfd op de trap naar zolder. Daar
de dichter, hier haar dochter bloedend in de klem van zijn benen.
Het kind,
als te vaak gestorven ouder, onthuld onder geen beding. Welke
dokter gebruikte zeep voor zijn ziekte van rijm en roem. Wie
ontkende
zijn talent, haar levenslang aangedaan?
|
|
Van de veertig
gevraagde dichters leverden er 36 een bijdrage. In alfabetische volgorde
zijn dat: Bert Bevers, Suzanne Binnemans, Catharina Boer, Inge Boulonois,
Frans August Brocatus, Philippe Cailliau, Aldert Jan van Dijk, Gerard Eijk,
Maarten van den Elzen, Tjarda Eskes, Marc Eyck, Christina Guirlande, Albert
Hagenaars, Ingmar Heytze, Tine Hertmans, Jan Ketelaar, Peter Knipmeijer,
Mariet Lems, Joris Lenstra, Gerry van der Linden, Mark Meekers, Philippe
Meersman, Yvonne Mulder, Nicole Van Overstraten (die ook de inleiding
schreef), Enno Paulusma, Ina Stabergh, Niels Terhalle, Wim van Til, Lief
Vleugels, Theo van der Wacht, Hans Werkman, Staf de Wilde, Gerhard te
Winkel, Geert Zomer en Henk van Zuiden.
Op zaterdag 24 oktober 2015 werd
de uitgave, getiteld ‘Je tikt er tegen en het zingt’, gepresenteerd in
Theater De Tuin in Leusden. De titel is ontleend aan Achterbergs ‘Ode aan
Den Haag’. Gerhard te Winkel, stadsdichter van Leusden en medeorganisator
van de bijeenkomst reikte het eerste exemplaar van de publicatie uit aan
Pieta van Beek, voorzitster van het Achterberg Genootschap. Zij sprak onder
meer over de laatste uitgave van het genootschap en over het contact van
Achterberg met Ida Gerhardt. Lotte Gommers kondigde de dichters aan en
bracht eigen liedteksten. Halverwege het literaire gedeelte trad componiste
Ariadne Verstegen op met een piano-improvisatie.

Gerhard te Winkel en Pieta van Beek,
voorzitter van het Achterberg Genootschap. Foto: © Siti
Wahyuningsih.
|

V.l.n.r.: Lief Vleugels, Catharina
Boer en Hannie Rouweler. Foto: Siti Wahyuningsih.
|

Mariet Lems. Foto: Siti Wahyuningsih. |

Albert Hagenaars. Foto: Siti
Wahyuningsih.
|

Maarten van den Elzen. Foto: Siti
Wahyuningsih.
|

Ariadne Verstegen: Foto: © Albert
Hagenaars.
|

Van links naar rechts: Lotte Gommers,
Marc Eyck, Geert Zomer, Enno Paulusma en Peter Knipmeijer. Foto:
Albert Hagenaars.
|

Van links naar rechts: Gerard Eijk,
Jan Ketelaar, Niels Terhalle en Lotte Gommers. Foto: Albert
Hagenaars.
|

Niels Terhalle. Foto: © Albert
Hagenaars.
|

Gerhard te Winkel en fotograaf John
van Halderen.
|

Het
graf van Gerrit Achterberg, no. XXII-506. De zwerfkei is voorzien
van het door Harry Mulisch gekozen kwatrijn 'Grafschrift' uit
‘Osmose’. Foto's: © Albert Baggermans.
|

index
|