index

POEM ´HAVELTE´ IN LIBER AMICORUM



In June 2011 publisher and poet Hannie Rouweler celebrated her 60th birthday. On that occasion the multilingual book ‘Words, another gift I don’t need’ appeared. Besides Albert Hagenaars, who wrote the poem ‘Havelte’ for Hannie Rouweler, some of the participants are: 
Chana Bloch, Frans August Brocatus, Frans Budé, Miller Caldwell, Bernard de Coen, Emma Crebolder, Job Degenaar, Thierry Deleu, Gerda De Preter, Maarten van den Elzen, Fernand Florizoone, Tess Gallagher, Paul Gellings, Christina Guirlande, Rozalie Hirs, Guy van Hoof, Joris Iven, John Irons, Michiel van Kempen, Jerzy Koch, Johanna Kruit, David Mason, Margalit Matitiahu, Y. Né, Max Niematz, Roger Nupie, Knut Řdegĺrd, Jose Luis Reina Palazón, Jostein Saeboe, Annmarie Sauer, Charles Simic, Lucienne Stassaert, Jana Štroblová, Wim van Til, Liliana Ursu, Rose Vandewalle, Willie Verhegghe, Leo Vroman, Victor Vroomkoning, Menno Wigman and Henk van Zuiden.


HAVELTE

Voor Hannie Rouweler

In de struiken ritselde herkenning,
onder de strodaken van verzakte hoeves
her en der gloeide Saksisch de wrok.

Zwijgend maar luisterend naar elkaar
en dit verlaten land liepen we langs zwerfkeien,
door zuigende akkers vol dode kraaien.

Ik wist, ik was hier eerder, op doortocht
naar de zee, verblind door sneeuw en angst
voor het paardenvolk dat ons volgde.

Waar we die nacht schuilden en velen van ons
bezweken en ik voor het eerst moest huilen,
stond nu, donker en dwars, een kerk. Ik stopte

maar jij stapte over het duivelsrooster, ging
op de spraaksteen staan en bad in jouw dialect
dat steeds ouder werd en oh de kraaien, de kraaien…

 

 

 

Bijdrage van enkele andere auteurs:

 

KRUIS OF MUNT

1

Er is een lijn, en die breekt  
in mij. Wanneer zal ze breken
in jou? En wanneer breek jij  
in mij? Ik hang aan het kruis  
en je dij ligt krom in mijn zij.

2

Jij bent mijn kruis, jij bent
mijn kruk en mijn kroon, jij,  
een bladzij van mijn boek,  
een flard van mijn doek, ets,  
schets, jij bent mijn schilderij.  

 

3

Ik hang aan het kruis in jou,  
en de lijnen draaien nu, als
de snelle wijzers van de klok.
Lieverd, jij bent de liggende  
stok, ik het schrijvende krijt.

 

Joris Iven  

 

 

VAN WINTER DE DIS

dit seizoen is voor jou, dus kom en ga zitten
neem en eet van het woord dat jou aanspreekt

ik ken je onleesbare dorst, je innemende honger  
ik weet hoe jouw dagen zich lengen in de nacht  

je schelft met papier een angel tegen de tijd,  je neemt
geen loophout als de weg zich na de einder splitst

er rust as op de oerweg, de vuurplaats raakt onaangedaan  
er hangt aan de botten geen vlees, de juskom is leeg  

je hand reikt naar de oven, de steel van de broodhaak blijft koud  
veilig omsloten door de geriefkast, de oorveeg  

op ooghoogte tekent zich glorie, niet eerder  
verliep deze maaltijd in stilte, en stel dit duurt jaren  

de inkt druppelt samen, verijst zich en beeldt
de wereld is wit van onze aanwezigheid  

sta op, wees verzadigd, honger naar winter.

 

Wim van Til

 

HAAR FAVORIETE PIANIST

voor Hannie

Wanneer zij haar viool stemt,

de mieren houden nu en nu niet
de pootjes stil, in hun blik ongeloof
meewarigheid - ga ik aan de piano

zitten, de wereld houdt de adem in,
zij speelt de pannen van het dak,
hemelse muziek als engelenzang
op een balkje broos en smal, de vogels

vliegen op, gaan in rijtjes van vier
op hoge draad zitten één en al
oor voor haar nieuwe partituur,
om het uur herhaalt zij haar lied.

Koning Mier vindt het tijdverlies,

zoveel tamtam om iets van niets,
kunst die je aan de straatstenen niet
kwijt kan, Hij leert zijn volk werken,

zij strijkt zich de ziel uit het lijf,
viola d’amore haar zang
stijgt op uit het riet, ik veeg de
zweetdroppels van mijn klavier.

 

Thierry Deleu

 

 

ELKE DAG OPNIEUW IN WOORDEN GROEIEN

 

Een nawoord

 

"De trein is altijd een beetje reizen" luidt de slagzin van de NMBS die te pas en te onpas gebruikt en vaak - met een ironische knipoog - misbruikt wordt. Lezen is ook altijd een beetje reizen, en niet zomaar een beetje. Je wordt als lezer meegesleurd in een nieuwe wereld. Poëzie doet nog meer: de lezer wordt uit zijn vertrouwd cocon gehaald en maakt via een gedicht een trip die hem, in hart en ziel, kan raken. Anders dan bij de spoorwegen, heeft tijd hier geen belang: je valt als lezer buiten de tijd, komt in een ander universum terecht.

Waar Hannie Rouweler ons naartoe voert klinkt raadselachtig: het wordt "Een reis langs rood en wit" - een intrigerende titel die de verbeelding prikkelt. De bundel is opgedeeld in drie cycli: "Rood en wit", "Gedichten over kunst" en het leeuwenaandeel, "Andere gedichten".

"Rood en Wit" is een schilderij van Edvard Munch. Rouweler liet zich inspireren door hem en vijf andere schilders waar ze werk van zag in Noorwegen en dat levert de ijzersterke gedichten op waarmee de bundel opent. Haar passie voor schilderkunst krijgt helemaal de vrije loop in de tweede cyclus, "Gedichten over kunst", waar ze zich liet inspireren door notoir gezelschap als Ensor, Félicien Rops, Willem de Kooning, Picasso, Tony Mafia en Van Gogh.

Wie reist, wordt graag verrast. Wie rondreist in deze bundel van Hannie Rouweler, krijgt een caleidoscoop van thema's en stemmingen aangeboden. Wie verliefd wordt op een bestemming, keert er graag naar terug. "Een reis langs rood en wit" is een bundel waar je als poëzielezer graag in verdwaalt en naar terugkeert: een reis langs gedichten waarin het voor elke poëzieliefhebber blad na blad aangenaam vertoeven is.

Je zit zo lang te wachten/ op dit godvergeten station/ tot iemand je koffers oppakt/ en tegen je zegt: ik ga met je mee. Hannie Rouweler is met deze bundel, "Een reis langs rood en wit", de ideale reisleider in dit poëtisch avontuur.

 

 

Roger Nupie

 

 

DE LENTE VEROVERT OOK ONS HUIS

Voor een Diamanten Hannie Rouweler

voor het eerst dit voorjaar
de ramen open geschoven  
en deuren wijd open gezet  

binnen stroomt naar buiten  
en buiten stroomt naar binnen  
stoelen en tafel in de tuin  

vogels zingen in de huiskamer
bloemen blijven bloeien binnenshuis

gedachten aan gras en honing
schuiven bij mij aan de keukentafel  
in een huis met opgeruimd gemoed  
vol van verwachting en hoop  
een groots en meesterlijk gebaar  
obers die buigen als knipmessen  
voor een te verwachten jonge zomer  
die ons vandaag als lente bezoekt  

tussen het zoemen van een hommel  
en riedels van merels klinken  
ver weg flarden van muziek  
een harmonie op weg naar een serenade  
het koper blinkt in de luie  
zondagnamiddagzon en een bombardon  
legt een dikke warme deken  
tussen onze lichamen en het  
nog koude jonge gras  

geleidelijk aan vervaagt de muziek  
zingen vogels nog steeds luidkeels  
terwijl onze ogen licht geloken zijn  

 

Maarten van den Elzen

 

*

(zestig losse penseelstreken voor Hannie)

Ik ben god die vanuit zijn hoge toren  
genaamd Middelheim
troost zoekt naar buiten  

god die uit oogstrelend vermaak  
en met een simpele zwaai van zijn hand  
de bomen met herfst tooit  

een zwerm meeuwen uit zijn blanke lakens schudt  
die losscheurt over de vijver en het groen  
van het gras waarin een kind in het rood holt  

god die het komen en gaan daar beneden bestiert  
auto’s pion zet op zijn schaakbord  
ze geleidt langs stippen en zebrapaden

ik ben god die de toneelverlichting
nu eens aan dan weer uitknipt of dimt
schaduwen over huizen en boomgroepen laat varen

god die in een manische vlaag  
het voorhang van zijn hemel verscheurt  
en de stad genaamd A in lichtelaaie zet  

god die bij het zien van zijn schepping  
telkens weer tilt slaat en zich verzuipt  
in een bad schoonheid

 

Rose Vandewalle  

 

 

GLORIA

Een ode aan tuinfluiters

Het sprint al tierelierend
en vliegt al tjokkend op

Het kriebelt en krieuwelt mij
om in vogeltaal te zingen

dol van lente
die vogelvlug vergloeit

al haar snaren
zal doen springen-

Er is meer dan
een roep om meer

in een merelslag

meer dan een zeer
wil rollebollen-

Mij tillen al
die kittelingen op

Als leenden
tuinfluiters

mij in de gauwte
hun vleugels

tot hun piepertjes
om voedsel piepen
en ik mijn slagpen sluit-

 

Lucienne Stassaert


index