Is een gedicht dat in steen wordt gegraveerd om in de
openbare ruimte te worden geplaatst al een bijzondere
gebeurtenis, wat dan te denken van een reeks van maar
liefst 105 gedichten die in arduinen zitbanken en op
granieten zwerfkeien zijn uitgekapt?!
Een dergelijk omvangrijk project werd in twintig jaar
gerealiseerd door dichteres/kunstenares Pien Storm van
Leeuwen (1945-2020), bijgestaan door haar man Jan Willem
Storm van Leeuwen. De onderneming werd financieel mogelijk
gemaakt door een tiental gemeenten in Noord-Brabant en
Vlaanderen plus enkele organisaties als het Prins Bernhard
Cultuurfonds
In 2000 verzon Pien Storm van Leeuwen het woord
'poosplaatsen', waarin de begrippen verpozen/pauzeren en
poëzie worden verbonden. Poosplaatsen waren voor haar
zorgvuldig geselecteerde plaatsen in het landschap, en
soms in de stad, waar in steen gebeitelde gedichten te
lezen zijn en het goed is even uit de dagelijkse realiteit
te stappen.
Om deze plaatsen publicitair te ondersteunen, verschenen
vier boeken met de betreffende poëzie, beschrijvingen van
de cultureel-historische waarde plus foto's. Drie zijn
thematisch van opzet: 'Omtrent Vincent' (met gedichten
over plaatsen die een rol speelden in het leven van
Vincent van Gogh), 'Ode aan de Mark' (met teksten bij deze
rivier) en, idem dito, 'Poosplaatsen langs de Dommel'.
'Poosplaatsen - Poëzie in het Brabantse land', het
overzicht waarin álle poosplaatsen zijn ondergebracht plus
verzen van negen gastdichters, is een initiatief van Frans
August Brocatus, Harrie Nuijten, Paul Spapens, Jan Willem
en Storm van Leeuwen.
Albert Hagenaars is in het boek vertegenwoordigd met vijf
gedichten waarvan er drie hieronder te lezen zijn. Het
eerste gedicht werd speciaal voor deze herdenkingsuitgave
geschreven.
AAN DE AA
Haven van Breda
Water steeg, overspoelde
zonken
en daalde tot drab, gistend
drasland
en verscheen, hoger dan
heugenis,
droeg schepen en kleurde
rood
voor het al driftiger
kloppende hart
van dit handelskern wordend
gehucht.
Het verdween voor gewapend
beton,
neonlicht en uitlaatgassen
vulden
een parkeerkelder maar het
kwam
weerom om weer te stromen
door dromen vol rampen
van wie weet wat het ons
wil leren
over het kenteren in
onszelf.
HAVEN VAN BREDA
Vanuit de nederzetting bij de eerste burcht op de plaats
van het kasteel ontwikkelde zich in de loop van de 13e
en 14e eeuw een versterkte stad met een bloeiend
handelscentrum.
De stad had, naast een vismarkt en een waag, een
monopolie op lakenverkoop en er werd weekmarkt gehouden.
Via de Mark was er een open verbinding met de zee. Nog
begin vorige eeuw meerden vissersboten af aan de kade om
hun vangst te verkopen.
Vanuit de visie dat de auto ruim baan moest krijgen,
werden medio 20e eeuw de haven en een deel van de Mark
gedempt. Inmiddels is het tij gekeerd ten gunste van het
water en is de haven weer open.
Pien Storm van Leeuwen, blz. 84.
Eerder schreef Olaf Douwes Dekker, in de periode 2005-2008
de eerste stadsdichter van Breda, een gedicht over deze
haven. De eerste regel daaruit werd 'vereeuwigd' in de
granieten deksloof van de kademuur.

AAN DE MARK
I
hier te herhalen wat water
vermag: brug en grens
vervagen,
vogels en het geklepel
van de kloosterklok
aan de overkant vervangen
het rumoer van ons
dagelijks
denken, tot diep
in dit beekschap dat wij
wil worden: thuis
II
hier te onthalen wat wolken
beweegt: windstil keren,
inkeren tot oudere stromen
van eigen leven
aan de andere kant
die wij verborgen dachten,
niet afgeleid te worden
van de enige opdracht
als water: overgaan
MARKWEG BIJ MEERSEL-DREEF
Het ontstaan van Dreef is nauw verbonden met de
beknotting van de godsdienstvrijheid in Nederland na de
Reformatie. Het einde van de Tachtigjarige Oorlog in
1648 leidde bij de Vrede van Munster tot de verdeling in
Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden. Voor de
rooms-katholieken in het noorden werd het toen moeilijk
hun geloof te blijven belijden. Een welgestelde
rooms-katholieke Bredanaar kocht landerijen vlak over de
grens in Meersel en stichtte in 1680 het
Kapucijnerklooster. Katholieken uit Breda en directe
omgeving waren op die manier in de gelegenheid in de
abdij van Meersel de mis te bezoeken. Langs de dreef, de
oprijlaan naar het klooster, vestigden zich mettertijd
herbergen en andere horecagelegenheden en zo ontstond
tenslotte Dreef.
Aan de Mark langs de Oude Markweg staat een flankenbank
met een gedicht van Albert Hagenaars.
Pien Storm van Leeuwen, blz. 94.

Foto: Siti Wahyuningsih

Met Pien en Jan-Willem
Storm-Van Leeuwen in 2003, tijdens een
werkbezoek aan de plaats bij de rivier de Mark
waar een flankenbak met een tweedelig gedicht
van Albert Hagenaars zou komen. |
HET BELEG VAN 'S-HERTOGENBOSCH
Volg van hier zijn
berekende blik,
nader, behoedzaam als een
dader,
de geschonden schansen en
ervaar
nu in u zelf hoe deze stad
zich uit haar
schubben en dras verheft,
schuldig
haast, verward in verhaal na
verhaal.
HISTORISCH KEERPUNT
De capitulatie van 's-Hertogenbosch op 14 september 1629
betekende een keerpunt in de geschiedenis. Met de
verovering van de stad op de Spanjaarden kreeg Frederik
Hendrik de Zuidelijke Nederlanden in zijn greep. Samen
met de Meierij kwam de stad onder rechtstreeks gezag van
de Staten Generaal en kreeg een protestants bestuur.
Ondanks het feit dat Frederik Hendrik een voorstander
was van enige tolerantie ten aanzien van godsdienst,
mochten rooms-katholieken niet langer vrijelijk hun
geloof belijden. Velen van hen verlieten de stad.
Nieuwelingen, voornamelijk uit Holland, vestigden zich
er.
Onder de inwoners van 's-Hertogenbosch bleven de
meningen over de inname van de stad verdeeld. Wat de een
zag als bevrijding, zag de ander als begin van
overheersing.
Nabij de plek waar Frederik Hendrik in de verte 'de
moerasdraak' voor het eerst zag opdoemen, ligt nu een
zwerfkei met dichtregels van Albert Hagenaars,
geïnspireerd door het beleg en de inname van
's-Hertogenbosch.
Pien Storm van Leeuwen

Bossche Broek met nog net zichtbaar de
Sint-Janskathedraal. Foto: Siti Wahyuningsih.
PRESENTATIE
Ter gelegenheid van het verschijnen van 'Poosplaatsen -
Poëzie in het Brabantse land' lazen drie dichters op 6
november 2021 voor in het WoordLab, één van de vele
ruimtes in het nieuwe culturele walhalla van Tilburg, de
LocHal.
Frans August Brocatus, die bij meerdere activiteiten van
Pien betrokken was, las het gedicht voor dat hij naar
aanleiding van haar overlijden schreef:
OGENBLIKKEN
voor Pien Storm van
Leeuwen (1945 - 2020)
We bereiden ons voor op het
ogenblik
dat we elkaar niet meer
kunnen spreken.
Onze woorden, onze zinnen
verschuiven in
tragere landschappen:
bomen, beken, dreven,
vennen, weiden, wolken. We
zullen het altijd
blijven delen ook als we
elkaar niet meer zullen
spreken. Onze handen
verstillen. In lijnen,
in rimpelingen ontstaan
vijvers. Ze zullen
bewaren wat we schreven, ze
zullen vasthouden
wat we zwegen in een veelvoud
van ogenblikken.

Frans August Brocatus. Foto: AH.
JACE van de Ven liet zich als gastdichter inspireren door
het landschap rond Het Hoefke bij Riel, waar drie
gegraveerde keien liggen met elk een strofe van Pien Storm
van Leeuwen. Hij laat zijn tekst goed aansluiten op de
hare:
IN
DE BEDDING VAN DE TIJD
de kiezels in de lege bedding
ooit imposant als rotsblokken
buitelden van eden naar hier
aan de overkant scherpten zij
die de grafheuvels bouwden
destijds keien tot
gereedschap
en wij beschrijven stenen om
ze te laten spreken al kunnen
stenen spreken voor zichzelf
uit weemoed om wat was
hier liep de paradijsrivier,
hier
schiep god uit een rib van
niks
zijn magnum opus, maar geen
steen blijft liggen waar hij
ligt

JACE van de Ven. Foto: AH.
*
in de bedding van de tijd
rondt zich de steen
water in stromen welft
langzaam het land
slijpt er zijn lengende
laagten
stemmen
gebed in stroomlijnen tijd
wentelen woorden
tot taal
Pien Storm van Leeuwen

Pien. Foto: Jan Willem Storm van
Leeuwen.
Gina Goossens, in juli 2021 op zestienjarige leeftijd
uitgeroepen tot Junior Stadsdichter van Tilburg en in
onderhavig boek vertegenwoordigd als een van de negen
gastdichters, droeg onderstaand vers voor:
NIETS IS ZO VOORSPELBAAR ALS
HET WEER
Willekeurig zwerven de
zware wolken over
Een stil landschap en zij
Zwoegend, nietsvermoedend
Het weer was voorspeld,
maar toch onverwacht
Woelig waait wind laaiend
Piepen en schuren
waarschuwend de bladeren
Tikken druppels zwaarmoedig
in zand
Tik tik tik tik tik tik tik
tik tik tik tik
In de zwoele avond tussen
de zachte granen
Steekt af, zwart graniet
Scherp en hard
Ineens, uit het niets
Ontspringende maiskolven,
veel te vroeg
Een stille sprinkhaan
verschuilt zich
Veel te laat, niet stil
genoeg
Het licht dooft, de zware
wolken zwerven verder
Zij, één stil landschap
Verzoend, nietsvermoedend
Niet meer zwoegend, op z'n
dooie akkertje

Gina Goossens. Foto: AH.
Klik hieronder op de betreffende naam voor aanvullende
informatie:
Pien Storm van Leeuwen
Frans
August Brocatus
JACE
van de Ven
Gina Goossens
De LocHal
EXTRA FOTO'S

Zwerfkei met het vers
'Zomer' van Catharina Boer in het Bossche Broek,
onder de verdedigingsmuren van Den Bosch. |

Flankenbank met een
gedicht van Albert Hagenaars, te vinden bij een
400 jaar oude linde aan Bosschoven in
Baarle-Nassau. Aan de andere kant van de bank is
een gedicht van Kees Hermis te lezen. Foto: Siti
Wahyuningsih. |

Zwerfkei met een
gedicht van Albert Hagenaars aan het Bels
Lijntje in Alphen. Tegenwoordig fungeert het
traject van de verdwenen spoorlijn tussen
Tilburg en Turnhout als recreatief fietspad.
Foto: Siti Wahyuningsih.
'POOSPLAATSEN - POEZIE IN HET
BRABANTSE LAND'; Pien Storm van Leeuwen et al;
244 pagina's; Uitgeverij Ceedata i.s.m.
Stichting TrajarT; Chaam; ISBN
978-90-71947-60-5; NUR 320, 309, € 5,00.
|
|