index

DEELNAME AAN POEZIEPROJECT BREDA


DE MARK EN DE STAD BREDA

Breda, met haar satellietplaatsen inmiddels opgestoomd tot achtste gemeente van Nederland, ontstond op het ontmoetingspunt van de rivieren Mark en Aa of Weerijs. Aa is een verbastering van het Germaanse ahwô, dat aan aqua is gerelateerd en dus water betekent. De naam Breda betekent daarom Brede Aa of Breed Water.
Toch is de Mark al lange tijd veel belangrijker voor de stad dan de Aa. Mede om dit duidelijk tot uiting te brengen is Breda bezig deze stroom beter in het stedelijk weefsel in te passen en er een betere verbinding tussen stad en landschap mee tot stand te brengen. In dit kader passen ook de succesvolle restauratie van de middeleeuwse haven, die enkele tientallen jaren lang als parkeergarage diende, en de steun voor het poëzieproject ‘De Mark en de stad Breda’, waarvoor Pien van Storm van Leeuwen het initiatief nam.

‘De Mark en de stad Breda’ bestaat uit een plastic cassette met kaarten, voorzien van gedichten van 13 dichters en foto’s van Jan Willem Storm van Leeuwen. De uitgave werd op 29 januari 2009, tijdens de Nationale Gedichtendag, in de bibliotheek van Breda gepresenteerd.

 

 

De dichters die voor dit project werden uitgenodigd zijn: Frans August Brocatus, Olaf Douwes Dekker, Maarten van den Elzen, Albert Hagenaars, Kees Hermis, Silva Ley, Pieter Luykx, Kees van meel, Jasper Mikkers, Herbert Mouwen, Y. Né, Sonja Prins en Pien Storm van Leeuwen.  

Van Albert Hagenaars werd het titelloze dubbelgedicht gekozen, dat eerder in de poëzieroute ‘Poosplaatsen’ verscheen, gegraveerd in een natuurstenen bank aan de Mark, precies op het punt waar de rivier ons land binnenkomt. De teksten werden tevens in het boek ‘Poosplaatsen’ (2004) opgenomen, waarvan Uitgeverij Van Kemenade in 2006 een tweede druk kon laten verschijnen.

 

 

 

 

 

blauwgras wildert groene weiden
tussen houtwal en rivier

hoogte nodigt er tot blijven
veilig heem bij ijlend tij

bouw hemelstenen welf en schouw
en leen aan verten venster

schuil onder schaduwblauw


Pien Storm van Leeuwen

 

het water verdeelt
oevers zetten hun kragen op
aarde en lucht meren af
een stamelsteen ligt
in de stilte van uw ogen.


Frans August Brocatus

 

Hier rijst de tijd op uit het water
waarin de ademhaling van
eb en vloed verzonken
Over de slotgracht hangt oud
licht dat zich verbindt met
meeuwen, schaduwen vis in slenken
Het oog van een slechtvalk
sluimert niet, spiegelt verleden
in vandaag.
 

Kees Hermis

 

uit klotsend water rijst
aan beide boorden aarde
hoog op tot bijna rechte dijken
die in blauw verdwijnen

oude stenen staren dromerig
naar de overkant van waar
zij geen gevaar meer vrezen
zwijgend wentelen zij zich
in hun geschiedenis
vastgeklonken aan hun oevers
slapen zij deze tijd


Maarten van den Elzen

 

 

SLECHTVALK

Vliegen is dineren met de goden. De angst
voor het onzekere en onbegrensde overwonnen
waait ze met de onbekende stromen mee
en wacht de takken af, ver weg in mist gehuld,
waarop haar poten zullen staan, vanavond, over eeuwen.

Het lichaam past de ruimte aan en zweeft door lucht,
jaagt op de vlucht wat leeft. Als ze haar vleugels intrekt
en zich recht vooruit door wolken boort, hoort ze
een razen als het vallen van wel duizend vazen bij
het woeden van cyclopen in het Louvre in gevecht.

Onafgebroken valt een koude regen. De hemel kent
geen wegen. Snelheid houdt van vedergladde huid.
Zie hoe ze, van haar eigen zwaarte losgevlogen,
in kringen stijgt en aanstaat in den hoge:
een vogel vult de hemel met twee komma's uit.

Jasper Mikkers
Uit: Kroeg in Piraeus, Uitgeverij Nieuw Amsterdam, 2010.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

STROMEND ZILVER

de oude stad wast zich uit water omhoog –
een onzichtbare hand bladert de jaren, het
gedempte zilver stroomt alle tranen droog  

bruggen, bomen, klinkers en kaden trekken
de stad in haar voegen terug, door het water
de koning te rijk vloeit het leven van later


Olaf Douwes Dekker

 

ik schrijf met water
uit onderaardse beken
over stenen
stromend, aan de zijkanten
groen van mineralen en algen
zelf altijd helder
als de lucht zonder kou of warmte

ook kleine rivieren banen wegen
onder holle struiken
in een koker
van wisselend licht


Sonja Prins

 

 

huizen sprongen eenmaal
over grachten
nooit kunnen ze meer terug
ze legden bruggen uit
een wachtwoord smal

water stroomt in water
zonder strijd
zoals ook levens
in elkaar vloeien


Silva Ley

 

Geen minotaurus, geen tank. Je leert iets anders
dan verdediging: langs gesponnen zichtlijnen dansend
door labyrinten gaan. Armen en benen bewegen buiten
hun legers zo vrij, je kijkt de tijden open aan, hier
op Ariadnes andere eiland, je fierste wapen is het licht.
 

Y. Né

 

de bouwer in ballingschap
vervreemd in eigen land
op jacht naar speelsheid

voor heren met hun dames
ver langs het nabije volk
hun galerijenspel in dit

Speelhuis

de laan verloopt moeizaam
nu naar resten
van verlaten hoogtijdagen.


Kees van Meel

 

laat mij maar de zuivere leegte
het levende water
het lied van de zon
laat mij maar de boom boven mij
of er nooit iets gebeurt


Pieter Luykx

Wie neemt de weidsheid van
het open water tot zich en verliest
zich in een tintelend verlangen?

Wie trotseert een opstekende storm
boven het Volkerak en negeert
het vredige grazen van de schapen

achter zich op de slaperdijken?
Wie echoot ver van de diep in het
land gelegen bron een afdoende

vaarwel voor de achterblijvers?
Wie vaart het wijde water op, vertelt
ademloos met de wind in de zeilen

de verhalen van de zoetwatervissers
langs de oevers van de rimpelende
rivier?


Herbert Mouwen

 


index