blauwgras
wildert groene weiden
tussen houtwal en rivier
hoogte
nodigt er tot blijven
veilig heem bij ijlend tij
bouw
hemelstenen welf en schouw
en leen aan verten venster
schuil
onder schaduwblauw
Pien
Storm van Leeuwen
het
water verdeelt
oevers zetten hun kragen op
aarde en lucht meren af
een stamelsteen ligt
in de stilte van uw ogen.
Frans
August Brocatus
Hier
rijst de tijd op uit het water
waarin de ademhaling van
eb en vloed verzonken
Over de slotgracht hangt oud
licht dat zich verbindt met
meeuwen, schaduwen vis in slenken
Het oog van een slechtvalk
sluimert niet, spiegelt verleden
in vandaag.
Kees
Hermis
uit
klotsend water rijst
aan beide boorden aarde
hoog op tot bijna rechte dijken
die in blauw verdwijnen
oude
stenen staren dromerig
naar de overkant van waar
zij geen gevaar meer vrezen
zwijgend wentelen zij zich
in hun geschiedenis
vastgeklonken aan hun oevers
slapen zij deze tijd
Maarten
van den Elzen
SLECHTVALK
Vliegen
is dineren met de goden. De angst
voor het onzekere en onbegrensde overwonnen
waait ze met de onbekende stromen mee
en wacht de takken af, ver weg in mist gehuld,
waarop haar poten zullen staan, vanavond, over eeuwen.
Het lichaam past de
ruimte aan en zweeft door lucht,
jaagt op de vlucht wat leeft. Als ze haar vleugels intrekt
en zich recht vooruit door wolken boort, hoort ze
een razen als het vallen van wel duizend vazen bij
het woeden van cyclopen in het Louvre in gevecht.
Onafgebroken valt een
koude regen. De hemel kent
geen wegen. Snelheid houdt van vedergladde huid.
Zie hoe ze, van haar eigen zwaarte losgevlogen,
in kringen stijgt en aanstaat in den hoge:
een vogel vult de hemel met twee komma's uit.
Jasper
Mikkers
Uit: Kroeg in Piraeus, Uitgeverij Nieuw Amsterdam, 2010.
|
|
STROMEND
ZILVER
de
oude stad wast zich uit water omhoog –
een onzichtbare hand bladert de jaren, het
gedempte zilver stroomt alle tranen droog
bruggen,
bomen, klinkers en kaden trekken
de stad in haar voegen terug, door het water
de koning te rijk vloeit het leven van later
Olaf
Douwes Dekker
ik
schrijf met water
uit onderaardse beken
over stenen
stromend, aan de zijkanten
groen van mineralen en algen
zelf altijd helder
als de lucht zonder kou of warmte
ook
kleine rivieren banen wegen
onder holle struiken
in een koker
van wisselend licht
Sonja
Prins
huizen
sprongen eenmaal
over grachten
nooit kunnen ze meer terug
ze legden bruggen uit
een wachtwoord smal
water
stroomt in water
zonder strijd
zoals ook levens
in elkaar vloeien
Silva
Ley
Geen minotaurus, geen tank. Je
leert iets anders
dan verdediging: langs gesponnen zichtlijnen dansend
door labyrinten gaan. Armen en benen bewegen buiten
hun legers zo vrij, je kijkt de tijden open aan, hier
op Ariadnes andere eiland, je fierste wapen is het licht.
Y.
Né
de bouwer in ballingschap
vervreemd in eigen land
op jacht naar speelsheid
voor heren met hun dames
ver langs het nabije volk
hun galerijenspel in dit
Speelhuis
de laan verloopt moeizaam
nu naar resten
van verlaten hoogtijdagen.
Kees
van Meel
laat
mij maar de zuivere leegte
het levende water
het lied van de zon
laat mij maar de boom boven mij
of er nooit iets gebeurt
Pieter Luykx
Wie
neemt de weidsheid van
het open water tot zich en verliest
zich in een tintelend verlangen?
Wie
trotseert een opstekende storm
boven het Volkerak en negeert
het vredige grazen van de schapen
achter
zich op de slaperdijken?
Wie echoot ver van de diep in het
land gelegen bron een afdoende
vaarwel
voor de achterblijvers?
Wie vaart het wijde water op, vertelt
ademloos met de wind in de zeilen
de
verhalen van de zoetwatervissers
langs de oevers van de rimpelende
rivier?
Herbert Mouwen
|