Op aanraden van Johanna Kruit, dichteres en
zelf werkzaam bij de organisatie, solliciteerde Albert Hagenaars in 1982
naar de functie van recensent bij de Nederlandse Bibliotheekdienst
(aanvankelijk de dienst NBLC, later Biblion, tegenwoordig NBD Biblion).
Hij werd aangenomen en leverde op in augustus 1982 zijn eerste zgn.
aanschafinformatietekst af. Het boek betrof ‘Konsolide – 1967-1982’ van Kees
van Kalmthout (1948, Den Haag – 1991, Tilburg). Op 1 november 2014 leverde
hij de 1000e bijdrage in, een bespreking van ‘Niet het moment
maar het nagonzen’ van debutante Dien L. de Boer.
Het waren niet zijn
eerste recensies, hij werkte eerder mee aan o.a. het algemeen culturele
periodiek Het Roze Gevaar en het Haarlemse literaire blad Tijd Schrift.
Hij besprak de eerste jaren voornamelijk Vlaamse poëzie, van bundels van
Wilfried Adams tot Alfred Warrinier. Later schreef hij ook over kunst (met
name moderne beeldhouwkunst) en over reis- en cultuurboeken (m.b.t.
Zuidoost-Azië in het algemeen en Indonesië in het bijzonder).
In al die
jaren bleef het uitgangspunt steeds hetzelfde: een aanschafinformatietekst
mag uit niet meer dan 1100 tekens bestaan inclusief spaties.
Naar
aanleiding van de 1000e bijdrage liet redacteur Tysger Boelens
weten:
“Duizend a.i.’s – je bent een van onze
topscorers! Ik verbaas me er telkens weer over dat je de woorden weet te
vinden om een toch vaak wat diffuse bundel of dichter helder te profileren.
Ik wil je graag bedanken voor de prettige samenwerking. Je teksten waren
altijd lezenswaard – en als redacteur had ik er geen werk aan...”
Dankzij het werk voor de NBD werd Albert
Hagenaars gevraagd ook kritieken te schrijven voor De Haagsche Courant. Hij
begon daarmee in 1999 en stopte toen de krant in 2005 werd overgenomen door
het AD. Ondertussen leverde hij ook kritische bijdragen aan tal van andere
bladen, o.a. Poëziekrant, Digther en Brabant Cultureel.
DE EERSTE BESPREKING
KEES VAN KALMTHOUT - KONSOLIDE
1967-1982
Onder
het motto: ‘ik schrijf om
gelezen te worden / en spiegel mij aan het
woord /
dat ongezien richting geeft’
viert de nog slechts in kleine kring
bekende
Kees van Kalmthout met deze chronologische geordende
bloemlezing,
tevens zijn tiende bundel, zijn 15–jarig dichtjubileum.
De sterkste kanten van zijn
gedichten, waarvan er géén echt slecht is maar
die ook,
juist hier, te weinig uitschieters tellen, zijn de strakke koppeling
van
de
verrassende syntaxis en de inhoud en het sober woordgebruik. Vooral
de
gedichten
waarin hij met ironisch geladen argwaan onze maatschappij
benadert
en die waarin zijn jeugdherinneringen centraal staan zijn geslaagd.
Maar
liefst 30 van de in totaal 61 gedichten + 10 Engelstalige
songteksten
komen uit zijn zesde bundel ‘Achter
de nadag’, zodat wie die heeft
‘Konsolide’ zeker niet meer hoeft
te bestellen
04-08-1982
|
DE DUIZENDSTE BESPREKING
DIEN L. DE BOER - NIET HET MOMENT
MAAR HET NAGONZEN
Dien
L. de Boer (1957) behoort tot de grote groep dichters die
wonderlijke zaken ontdekken of oproepen in juist de
eenvoudigste dingen en meest futiele gebeurtenissen. Zij
onderscheidt zich met deze eerste bundel van haar credogenoten
echter op positieve wijze door: 1) een zuivere en ja zelfs overtuigende
verteltrant; 2) een grote aandacht voor beweging en overgang; 3) een
bescheiden maar wel effectieve meervoudigheid in nogal wat regels;
en niet in het minst door 4) reflecties op het
dichtproces. Een passend citaat: "Krabbels / in de letters
die ganzen vliegen / vóór het vinden van een frisse v / en
steeds dunnere u's en w's / van wilgentakken 's winters".
Je denkt telkens uitspraken te begrijpen maar
wilt toch herlezen om er zeker van te zijn. Beelden
verschuiven in of uit elkaar (zie titel) en vaak krijg je dan de
gewaarwording iets te missen. Zulke momenten houden deze gedichten,
die dus meer bieden dan aanvankelijk gedacht, levendig.
Niet voor niets noteert de dichteres "alles schrijft;
leven / kerft zich in de zerken". Wellicht geen
spraakmakend maar zeker een geslaagd debuut!
01-11-2014
|
OVER KUNST
THIONG ANG - THE UNWANTED LAND.
Zes kunstenaars met internationale
verhuiservaring organiseerden een tentoonstelling over
immigratie. De inzet van Tiong Ang (º1961, Surabaya) die een
Chinees-Indonesische achtergrond heeft, spreekt boekdelen. Hij
genoot z’n opleiding in Nederland en is actief in
verschillende disciplines. Zijn werk kent een sterke
tegenstelling tussen object en subject, een opstelling die vaak
overgaat in een aanhoudende dialoog met de beschouwer. Verder doen
mee: David Bade, Dirk de Bruyn, Sonja van Kerkhoff, Renée
Ridgway en Rudi Struik en o.a. de landen Indonesië,
Nederland, Canada, Australië en de VS. Had de catalogus
alleen uit hun werk bestaan (o.m. schilderijen, foto’s, sculpturen,
banieren, video’s en geluid, die samen één domein vormen) dan zou
het belang, ook door relatief weinig afbeeldingen, te gering zijn om
te bestellen. Maar ze gaven ook statements af die, gevoegd
bij essays van andere deskundigen, niet alleen hoogst
actueel zijn maar ook nog eens zorgen voor een grotere
coherentie van het thema. Het zijn stuk voor stuk goed
geschreven artikelen met tal van gedenkwaardige uitspraken. Alle
tekst is ook in het Engels afgedrukt. Ondanks het beperkte
aantal participanten zijn de perspectieven opwindend
divers. Daarmee stijgt de gebruiksmogelijkheid uit boven
de interesse van museumbezoekers.
2010
|
OVER REIZEN
BARNEY AGERBEEK - SCHADUW VAN SCHIJN
De titel geeft met z’n dubbele onbestemdheid en
de verwijzing naar het schaduwspel ‘wayang kulit’ al aan
dat Barney Agerbeek (1948, Surabaya) geïnteresseerd is in
het wezen van dingen en mensen. In twaalf schetsen peilt hij
naar beweegredenen en keuzes. Hoewel het oosten c.q. Indonesië (waar
de auteur tweemaal woonde) niet in elk verhaal de plaats
van handeling is, spelen de waarden ervan constant een
rol, vooral in de voor de hand liggende contrasten die
Agerbeek mede dankzij zijn Indische achtergrond bekwaam ontvouwt
zoals verleden-heden, ratio-emotie, collectief-individueel. Terecht
lopen die ook in elkaar over. Helder formulerend en met
zowel mededogen als humor roept hij al in enkele lijnen de
werelden op waarin zijn figuren opereren. Zijn sociale
keuze is elastisch, o.a. sloebers, zakenlui en zowaar de sultan van
Yogyakarta komen aan bod. Elk heeft ongeacht de status z'n dilemma's
en zwakheden. Agerbeek spaart zichzelf in dit rollenspel
niet, wat de identificatie met de lezer versterkt. Voor
een debuut is dit niet alleen een boeiend maar ook een
opmerkelijk zuiver boek!
2013
|
|