Na
de succesvolle eerste editie van de Gedichtendag in 2014 werd besloten een
grotere opzet mogelijk te maken. Gedichtendag Breda 2015 vond plaats op 29
januari in de Nieuwe Veste, Molenstraat 6, in de Bredase binnenstad.
’s
Middags was er een workshop van Kees van Meel, ex-stadsdichter Breda, over gedichten voordragen, ’s avonds een druk
bezocht Open Podium, gevolgd door optredens van de uitgenodigde dichters:
Olaf Douwes Dekker, Tomas de Faoite, Albert Hagenaars, Kees van Meel, Ester
Naomi Perquin, Pien Storm van Leeuwen en Rob van Uden.

Rick Baggermans kondigde de dichters aan. Foto: Deborah Jacobs.
Om zijn eigen poëzie extra reliëf te geven, hield Albert Hagenaars een
betoog over een aantal poëtica’s van Nederlandstalige dichters en las
daarbij werk voor van Gerrit Achterberg, Hans Faverey, Guido Gezelle, Jan
Hanlo, H. Marsman en Frans Mink. Hij sloot af met het gedicht ‘Witte
Donderdag 1955’, het openingsgedicht van zijn bundel ‘Bloedkrans’ (In de
Knipscheer, 2012).
WITTE DONDERDAG 1955
De
oorlog was koud, de fall-out
van atoomproef HA boven de woestijn
van Nevada verwoei over dit beloofde land,
over de oceaan, het gehavende Engeland
waar een nerveuze Lord Eden Churchill verving,
over de Noordzee, stakingen, gemor over geld.
Nog
dichterbij, in de woonkamer, in het zichtveld
van de boogschutter uit het Zevende Huis,
zwoegde de vroedvrouw, met harde
handen
zoekend naar het raken van taal
en teken,
het breken van het vruchtwater dat om negen uur
in bloeddoordrenkte lappen werd bereikt.
Rood wordt roder op wit, paars met Pasen.
Moeders verse wond gaf zin aan mijn mond,
openend op een wereld van dwarse woorden.
Klik hier voor een recensie van Witte
Donderdag 1955

Pien Storm van Leeuwen. Foto: Deborah Jacobs.
PEREGRINUS
zinnen leg ik te luister blootsvoets over het ongebaande
voorbij de akkers gaande
zien venstert verten verlieft mij in
heuvelend land
ik laat mij verleiden door vloeiende lijnen
kleuren gekaveld in wisselend licht
over hoogten wil ik gaan
tussen vlas en golvend graan
soms als een valk stil bewogen
biddend boven de velden staan
Het Latijnse woord ‘peregrinus’, waarvan ons woord ‘pelgrim’ is afgeleid,
hangt samen met ‘per agrei’ ofwel ‘voorbij op de akker’. Het betekent
‘reiziger’ of ‘vreemdeling’.
Pien Storm van Leeuwen

Foto:
Siti Wahyuninsih.

Een deel van het honderdkoppige publiek.
Foto: Siti Wahyuningsih.

Olaf Douwes Dekker.
Foto: Deborah Jacobs.

Tomas de Faoite. Foto:
Siti Wahyuningsih.
I WILL PUT THE WIND UP YOU MEANS
I will put the fear of god into you, I will convert you to god
with the wind, or else I will make you fear the wind
and turn you
into an atheist and make you carry my words of conversion on your
shoulders through a forest of falling trees.
Which reminds me of
Dylan’s; we don't need a weather man to know which way the wind blows,
which reminds me,
since the felling of the trees, a bird called a
lyre bird is now mimicking the sound of a chainsaw in the woods.
Tomas de Faoite

Ester Naomi Perquin.
Foto: Siti Wahyuningsih.

Kees van Meel. Foto:
Siti Wahyuningsih.
DE WIELRENNER
Ode aan Rini Wagtmans (en alle andere wielrenners)
Wij
lagen minutenlang een eeuwigheid naast het parcours in de sloot te
wachten op de grote helden van de koers Waar wij een peloton
verwachtten kwam een afgescheiden eenling op ons af denderen de
zeemleren broek strak om de dikke dijen heen/gespannen zijn fiets als
rijpaard omklemd met een wit plukje haar tussen zwarte krullen Rini
duwde zijn wondere wereld aan ons voorbij
Wij hebben zelfs gefloten
om Rini te laten winnen en één ogenblik keek hij in onze bewonderend blik
Hij zoefde voorbij zijn kont even opwippend alle kracht geperst uit dat
solide lijf met strak geschoren kuiten geolied lichaam en soepele tred
gesmeerde ketting wij met open monden gapend naar die souplesse
Tussen het toeterend geweld van volgauto’s en achtervolgers roepend naar
de kant zagen wij hem nog net even voor het ingaan van de bocht een
rochel uit zijn diepe keel tevoorschijn schrapen en spugen richting
zijkant waar het publiek de betovering van het brute fietsen van net
daarvoor verzoop in vloeken en gesmoorde kreten:
de held van
zo-even verdween voorbij ons gezichtsveld en bijna hadden wij de grond
met zijn fluim eerbiedigend gekust
Zijn zeemleren kont met het witte
plukje bleef voortaan voor eeuwig op mijn netvlies staan
Kees van Meel

Rob van Uden. Foto: Siti
Wahyuningsih.
SPOTPRENT
Iemand wendt zich af,
bekijkt de uitverkoop. Een ander roept: “Ga terug naar het land van je
vader!” Een meute honden, geschreven, op mij los gelaten. Ik wend
me niet af, wend mijn gezicht niet af.
Naakt getekend, ontdaan
van waardigheid, gegeseld met spotprenten, een ezel aan het kruis.
Ik wend me niet af, wend mijn gezicht niet af.
Ik ben geen mens
meer. Mijn naam met nieuws van gisteren tussen het afval op straat.
Ik verzet me niet, wend me niet af, wend mijn gezicht niet af.
Rob van Uden

Deborah Jacobs. Foto:
Siti Wahyuningsih.
|