index



PRESENTATIE VAN ‘OPERA OMNIA’ VAN KEES VAN MEEL





Op zaterdag 24 november presenteerde Kees van Meel, stadsdichter van Breda in de periode 2008-2012, zijn tiende bundel: ‘Opera Omnia.’ Hij vroeg Albert Hagenaars het boek in te leiden.
Mira Feticu, romancier, dichter en radiomaker, reikte het eerste exemplaar uit. Deborah Jacobs verzorgde de muziek.

De presentatie vond plaats in boekhandel Van Kemenade & Hollaers op het adres Ginnekenweg 52-54 in Breda.




Deborah Jacobs. Foto:







Tijdens de inleiding. Foto:








PRESENTATIETEKST VAN ‘OPERA OMNIA’

Door Albert Hagenaars


Goedemiddag dames en heren,

Kees van Meel deed me een paar maanden geleden het eervolle voorstel om zijn nieuwe boek te presenteren.
Ik probeerde, zoals wel vaker gebeurt op zulke momenten, in gedachten terug te gaan naar onze allereerste ontmoeting. Daar stond me echter niks meer van bij. Ongetwijfeld hebben we elkaar de eerste keer gezien op een van de vele poëziemanifestaties in Noord-Brabant, waarschijnlijk in zijn thuisbasis Breda. Maar we troffen elkaar ook regelmatig op andere plaatsen waar we allebei optraden. De ontmoetingen van pakweg de laatste tien jaar kan ik me wél goed herinneren, al was het maar omdat er foto’s van bestaan.

Zo traden we o.a. samen op in 2012 in De Steenfabriek in Gilze, in 2013 op het ‘Poëzie- en Muziekfestival’ in Princenhage, in 2014 op het ‘Festival Kunst en Bomen’ in Oisterwijk en in 2015 op de ‘Gedichtendag’ in Breda om ons tot de eigen buurt te beperken.



Kees van Meel in de Steenfabriek, 2012


Vaker dan als dichter trad hij als organisator naar voren. Ik heb om meerdere redenen waardering voor Kees maar bovenaan staat toch wel het respect voor alles wat hij voor ánderen doet. Als radiomedewerker voor het programma GrensGeluiden; als theaterrecensent voor dagblad BN/De Stem; als criticus voor Part (landelijk blad voor kunstenaars met een beperking), als organisator van verschillende podia zoals die in ‘Het Gele Huis’ t.b.v. ook beginnende schrijvers; en voor de ‘Haagse Beemden Kunstroute’. Dit is nog maar een kleine greep uit zijn talrijke bemoeienissen.
Ik wil afsluiten met de vermelding dat hij, zoals de meesten onder u wel weten, van 2008 tot 2012 Stadsdichter van Breda was.

We gaan over tot de orde van de dag, de presentatie van zijn nieuwe boek, zijn tiende titel. Het is niet zomaar een boek! U krijgt onder de titel ‘Opera Omnia’ ofwel ‘Alle Werken’ niet alleen drie bundels in één band maar die alle drie ook nog eens in drie talen tegelijk. Er kan dus onderling worden gepuzzeld!
Van Kees werden al eerder gedichten gepubliceerd in andere talen, in het onvermijdelijke Engels natuurlijk maar ook bijvoorbeeld in het Kroatisch. Hij leest bovendien regelmatig voor op festivals in Kroatië en deed dat eveneens in Turkije en Roemenië.

‘Opera Omnia’ bevat de bundels ‘Dwalen in woorden’, ‘Theater van het woord’ en ‘Landschap van woorden’. Driemaal gebruikt hij het begrip woord in een titel, wat zijn passie, zijn fascinatie voor het woord genoegzaam onderstreept.
Elk gedicht is afgedrukt in het Nederlands, Engels en Roemeens. Vandaar dat de publicatie maar liefst 250 pagina’s telt, inclusief tal van werkelijk schitterende foto’s.


DE POETICA
Wat is de poëtica die uit dit boek naar voren komt?

Allereerst is dat de overtuiging dat letterlijk alles zich voor poëzie leent. Kees staat geen hiërarchie toe in de esthetiek. Omdat ik vanmorgen nog een catalogus over Fernand Léger moest recenseren en daar een soortgelijk credo in tegenkwam, wil ik u dat, vrij vertaald, niet onthouden: “Schoonheid is overal, in de compositie van kookpannen tegen de achtergrond van een witte keukenmuur misschien nog meer dan in de collectie van menig museum!”

Ten tweede gaat het hem dus niet zozeer om het ‘wat’ maar om het ‘hoe’! In dit opzicht is hij zich terdege bewust van het feit dat een dichter een vakman is. Het is dan ook geen toeval dat de benaming dichter oorspronkelijk te maken heeft met bepaalde vaardigheden, met ‘dictare’.

Ten derde dienen de woorden om sferen op te roepen, een gemoedstoestand, in zijn geval eerder nog een wezenstoestand! Hoe gewoon, hoe alledaags de onderwerpen, gebeurtenissen en voorwerpen in zijn werk ook kunnen zijn, het uiteindelijk gecreëerde schrijfproduct getuigt van een andere, parallelle werkelijkheid, een op eigen voorwaarden.

Ten vierde en tenslotte propageert Kees van Meel vrijheid van regels en regeltjes. Alle ingrepen die het gedicht volgens zijn heerlijk eigenwijze inzichten verbeteren zijn toegestaan. Dit houdt o.m. in dat een gedicht zich aan de invloed van de maker kan onttrekken, z’n eigen zin doordrijven en dat resulteert op de beste momenten in autonome effecten. Een heldere illustratie in dit verband vormt een beroemd citaat van T.S. Eliot: “Genuine poetry can communicate before it is understood”. Je hoeft poëzie niet meteen te snappen om er de werking van te kunnen ondergaan!


INDRINGENDE BEELDSPRAAK
Toen ik dit boek ontving, probeerde ik al bij het bladeren fragmenten te onthouden die met bovenstaande principes van doen hebben en die me dus troffen. Ik wil er enkele voorlezen, dan hoort u vanzelf hoe indringend de beeldspraak bijvoorbeeld kan zijn:

Het eerste voorbeeld heeft met theater te maken. Zoals ik zojuist al aanstipte is Kees daar sterk mee begaan, heeft hij er onder andere door zijn recensies veel ervaring mee opgedaan. Op pagina 75 in het boek staat een prachtige foto van een masker dat net als de klassieke poëzie drama, noodlot en driften uitstraalt.
Het is dan ook niet vreemd om een pakkende regel te lezen die ik goed vind. Hij is treffend én to the point. En die luidt:

zonder masker spelen zij zichzelf ópen..

Geef toe, “zich ópenspelen” is van een heel andere orde dan spelen op zich.





Ik vond een beeld dat daarmee verbonden is. Het gaat tenslotte om identiteit, -keuzes maken, besef van wat tot de innerlijke wereld behoort en wat tot de gedeelde- en van de weeromstuit om de frictie die daarvan het gevolg kan zijn.

de ritssluiting in je hoofd sluit zich nooit helemaal

Ook de liefde, de erotiek, de harmonie tussen man en vrouw doet zich gelden. Kees schreef enkele regels die zowel het fysieke samengaan als een mentale eenwording weergeven, al zijn ze dan gevat in de suggestie.

hij strekt zich uit / en vouwt synchroon / zijn armen langs haar heen / waar zij zich in laat leunen / tot vloeiend vormen / haar met hem belijnt

Let eens op de assonanties, die van langs-laat-leunen-belijnt, en ook die van vouwt-vloeiend-vormen. Belangrijk is dat ze zich niet opdringen maar in dienst staan van de hele tekst.


DE ROL VAN DE OUDERS
Zijn ouders spelen, soms duidelijk, soms op de achtergrond, een belangrijke rol. Op de pagina die aan Kees van Meel op Wikipedia is gewijd bijvoorbeeld is er een prominente rol weggelegd voor zijn vader en moeder. Ik citeer:
“Cornelis Gijsbertus Petrus van Meel (Breda, 1 juli 1948) is een Nederlands dichter en radiopresentator. Zijn vader was ambtenaar bij de Raad van Arbeid en zijn moeder een boerendochter uit Lage Zwaluwe. Als gevolg van de jaarlijkse vakanties met zijn broer op de boerderij van zijn grootouders, ontwikkelde hij behalve voor de stad ook een grote liefde voor het platteland.” De vader van Kees van Meel schilderde veel, eerst figuratief, later abstract. Hij was de kunstenaar in huis, dus zoon Kees “vluchtte” in het woord.”





Welnu, ouders en platteland komen samen terug in het volgende fragment:

water bevriest een wei / mijn ouders schuiven langs / het kader uit / tot later vinden in een lege polder

Hoort u de overeenkomst, qua lijnenspel, tussen dit stukje en het vorige, dat over de dansers of geliefden. Nee? Ik herhaal het. Het kan geen kwaad zoiets moois nogmaals te laten horen:

hij strekt zich uit / en vouwt synchroon / zijn armen langs haar heen / waar zij zich in laat leunen / tot vloeiend vormen / haar met hem belijnt

Wat Kees eveneens knap heeft gedaan is het samenvatten van vier essentiële elementen in amper een handvol woorden, te weten: de moeder, de echtgenote, de taal en de dood:

de dood is door en door getrokken / mijn vrouw? / mijn moeder ? / is kaal gevlekt en is niet méér / dan lege plekken in een alfabet

Maar Kees verliest zich niet in z’n liefdes, die tussen ouders en kind, of tussen mens en stad, of mens en natuur, de vrije ruimte.


MAATSCHAPPIJ EN KUNST
Kees heeft ook een grote maatschappelijke interesse. Zo schreef hij ten behoeve van een herdenkingsplechtigheid een belangrijk gedicht over de Kristallnacht, de aanvang van de Jodenvervolging.

Kristallnacht heeft zo’n goddelijke klank voor de argeloze / maar wie mag zich nog onwetend noemen / wie heeft het recht om niet te willen weten?





Het moge onderhand duidelijk worden voor de mensen die het werk van Kees van Meel niet kennen, of nog niet kennen; hij heeft veel passies. Ik noemde al de taal zelf, de ouders, de liefde tussen man en vrouw, de politiek. Eén wil ik er nog aan toevoegen en dat is de kunst. Hij is, after all, de zoon van een kunstschilder. Ook Kees kon niet om Vincent van Gogh heen; hij schreef in elk geval verschillende teksten over deze provinciegenoot, die eveneens begeesterd was door boeren, hard labeur en landschappen. Op voortreffelijke wijze laat Kees de aandacht van Van Gogh voor deze zaken overgaan in diens zielenleven, diens aandriften en onbeheerste emoties, die zo sterk overkwamen dat de mensen om Van Gogh heen ervan overtuigd raakten dat de man gek was. Geestelijk gezond was hij in geen geval…

hij is de boer, kust de gronden, / slentert langs bloemenvelden / voelt hier hei in hart en hoofd / slaat bezeten driftig ondoorgrondelijke wegen in / volgt fanatiek de roep om later licht te laten zien.





Wat u tijdens het luisteren niet zal opvallen is hoe Kees hier met de woorden ‘later licht’ speelt, daar verschillende betekenissen aan geeft. Daarom leg ik het even uit door mijn dictie aan te passen:

1.
Om láter licht te laten zien.

2.
Om, later, lícht te laten zien.

En dat is natuurlijk ook nog verwant aan een uitdrukking als “het licht zien”.

Fraai is ook hoe Kees met vrijwel dezelfde klanken een werkwoord maakt, ‘laten’, het tijdsbegrip ‘later’ dus activeert, in wérking zet.


TENSLOTTE
Al deze stukjes komen nog maar uit de éérste bundel van deze trilogie, ‘Dwalen in woorden’. Het bestek van een inleiding is nu eenmaal te beperkt om ook uit de andere twee bundels beelden tevoorschijn te trekken.

Maar gedwááld in zijn woorden heb ik tenminste. Nu moet u hetzelfde gaan doen.

Ik hoop dat de genoemde voorbeelden helder genoeg aantonen hoe de dichter Kees van Meel zoal opereert. U hoeft dit alles natuurlijk niet mooi te vinden, en ook niet te kunnen begrijpen, als u het maar wáár vindt, of doorleefd, of authentiek!

Ik wens u veel leesplezier bij uw eigen dwaaltocht door ‘Opera Omnia’, en niet minder herkenning!

Ik dank Kees, ik dank u voor uw aandacht!



© Albert Hagenaars, november 2018







Kees van Meel. Foto:







Mira Feticu interviewt Kees van Meel. Foto:  







In gesprek met de Ierse dichter Tomas de Faoite. Foto:




index