![]() |
|
'CORONA-FEEST' IN BOEK 'MIJN OVERBUURVROUW IS EEN
MEEUW'![]() |
|
Sinds de uitbraak van Covid-19 moeten er
wereldwijd al miljoenen gedichten over dit muterende virus geschreven
zijn. Ook in Nederland, met z'n fijnmazige literaire infrastructuur,
ontstonden tal van initiatieven om een bedding te geven aan de golf
van teksten.
CORONA-FEEST Hij zwaait als nooit eerder en ik zie wat hij ziet: een man die zichzelf ziet zwaaien in het raam dat verbindt en scheidt met achter hem, donkerder, indringender, dat andere zwaaien, het zwieren in overvolle straten mensen buiten zichzelf van vreugde tussen billen, dijen en buiken. Ze hossen en knielen, aanbidden het vlees, ontkennen het kruis, de as. We zingen, zwanzen en kussen we proosten en proesten. Wij hoesten. ![]() De Grote Markt van Bergen op Zoom tijdens een van de hoogtepunten van carnaval. Foto: © Albert Hagenaars. In een interview voor de boekuitgave 'Literaire Glibberingen & Poëtische Trilsels' dat Sonn Franken hem afnam vertelde Albert Hagenaars: Van complotdenkers moet ik niks hebben al is het uiteraard belangrijk kritisch te zijn. Ik kreeg van de redactie van het blad Brabant Cultureel het verzoek een gedicht over Corona te schrijven. In eerste instantie wilde ik weigeren, omdat er al ontelbare gedichten over het virus werden gemaakt. Maar toen ik erover nadacht werd ik toch gegrepen, vooral vanuit de gedachte dat de eerste grote uitbraken, in Noord-Brabant en Limburg, geassocieerd werden met carnaval, het levensfeest, het feest van nieuw leven bij uitstek! Dat contrast deed het 'm. ENKELE ANDERE BIJDRAGEN Foto: Job Degenaar OPRUIMING Kwam een nieuwe wereldorde waarin wat boven ons gesteld was eindelijk zich uitsprak: de flonkersterren van het duister de zonneheuvels van de dag Maar wij, grootsprakige zotten viraal uiteengejaagd, hoopten in bunkers op verlossing en zagen hoe planten en dieren zich hernamen Teruggevallen op onszelf wachtten we op donderslag en heldere hemels en werden pasgeboren veulens oogknipperend naar het licht Wankel richtten we ons op, zo bang dat niets meer zeker, dat we vroegtijdig teruggestuurd naar onze mogelijke maker die belangstellend vanuit de hoogte ons gestumper gadesloeg Job Degenaar ![]() De Slinge bij Varsseveld. Foto: Mirjam Leyser. LIEP MI-J 'N SLINGE Traag lopend langs de droog gevallen beken, op zoek naar watergevende troost. Cocker's Cry Me a River hertaal ik naar mijn eerste moedertaal. Liep mi-j 'n Slinge. In het Woold aan de Kreilweg met omhelzing beuk den denkt zichzelf hemel in valt niets te vrezen. Voortgaand aan Larenseweg de eik zoent de berk tangopassen naar de zon ijken 's nachts de maan. In het Klein Dochterens woud draaiend en dansend zinderend de beuk de eik kust en omstrengelt. Op het Enghuizer landgoed weerbarstig de bast acacia met esdoorn waarachtig gedicht. Zie daar ook groene mantels strengelend vlechtwerk stromende sappen bomen steun en harmonie. De Weppel stroomt langzaam over in gestaag troostvarendheid, spoelt koortsig de longen schoon. Hans Mellendijk ![]() Foto: naam nog onbekend DE STILTE IN DE BLAUWE KAMER voor mijn ouders, bij muziek van Al Gromer Khan 1 Laat ons bij deze vreemde vorm van vrede, als stilte de blauwe kamer binnensijpelt, de tijd nog bijtijds bijbenen, innerlijke getuige blijven, onbewogen beweger, vriend van de aarde. Laat ons verzegelen wat we ons half herinneren bij open deuren, in lege kamers: een zomerverhaal van rozen, kersenbloesem. 2 Laat ons de open hemel over de kustlijn koesteren, de vuurtoren, de opalen maan, de dag van de geliefden vieren, als de nacht valt in Melancholy Street, rituelen opvoeren van lucide dagen. Laat ons het zoete vuur niet ontkennen, plaatsen waar het hart zich voor het eerst opende, verlangen naar hoger gelegen gebieden. 3 Laat ons de vergetelheid tegengaan, de tederheid vieren, aanbidden wat we anders vergeten, wat zich weerspiegelt: een droomland, een graadmeter van hartstocht, hunkering, heiligspraak. Leer ons opnieuw de hartslag van het eeuwenoude: geur van sandelhout, de nachtelijke lokroep van drums, de gedempte klank van een sitar. Roger Nupie ![]() Het Hengelose zorgcentrum Backenhagen, waar de moeder van de dichter verblijft. Foto: Bennie Sieverink. QUARANTAINEMOATREGEL Het spölverbod is moeilijk te verkloarn. Gen leedjes meer oet Kufstein en Tirol veur oonze oppeslötn bejoardn dee lange dagen sliet in eren stool. Mar hoe verdan noe, weurde scheet tekort. Mien oalde moo kan slech op weentersport. Bennie Sieverink ![]() In het nog leegstaande Ringerscomplex te Alkmaar. Foto: Alja Spaan. EEN ONGEHOORDE KWESTIE Dromend de juiste stappen zetten, bijna loodrecht lopen naar het toilet, een slok water drinken, onder het gordijn door kijken hoe licht het is, naar tafel sturen en het schermpje indrukken en kijken wie nog meer bewegen, is dat omdat we moeten weten of we er nog zijn, nog ademen, nog in dezelfde wereld verkeren of onlangs afgereisd zijn zonder het echt te weten en met achterlating van alle bezittingen en geliefden. Stoten we tegen de bedrand of vergeten we de deurknop, nemen we de bocht te krap en plassen we per ongeluk op de keukenvloer omdat we willen testen of onze hersenen nog werken of komen we nooit echt uit onze droom omdat we liever de tijd van nu voor een andere verruilen waarin we slapend genezen van welke ziekte dan ook en alle obstakels als een held nemen. Alja Spaan ![]() Foto: Godelieve Krekelberg VIRTUEEL OMHELZEN Het was een uitnodiging als zovele geweest. Bij het binnenkomen overzag je de enorme woonkamer, het terras dat afliep naar het gazon waarop een honderdtal gasten in groepjes bijeen was. Je omhelsde de jubilaris en zijn vrouw, hun kinderen, vrienden. Je voelde een aangename prikkeling door je heen gaan telkens wanneer je de armen om hen heen sloeg, je hun wangen, hun mond beroerde. En je kreeg er behoefte aan dit te bestendigen. Bij je vroegtijdig vertrek omhelsde je behalve de feesteling en zijn vrouw ieder die er stond en zat en lag en je kuste dat het een lust was groot en klein, jong en oud, proefde allerlei variaties. Opgetogen vertrok je om even later terug te keren en opnieuw iedereen vol overgave te omhelzen. Victor Vroomkoning ALLE BETROKKEN DICHTERS: Frits Agterdenbos, Kevin Amse, Astrid Arns, Mieke van Baal, Ypie Bakker, Demi Baltus, Geert Jan Beeckman, Gerard Beentjes, Karren de Boer, Valérie Bongaarts, Monica Boschman, Hidde Boursmoi, Brar, Charlotte Broekman, Tsead Bruinja, Floor Buschenenke, Catharina van Daalen, Bert Deben, André Degen, Job Degenaar, Nikki Dekker, Martin ter Denge, Michel van Dijk, Abel Drenthen, Bart FM Droog, Serge van Duijnhoven, Ramon van den Dungen, Maarten van den Elzen, Sjoerd Feenstra, Lies van Gasse, Gea, Alex Gentjes, Joost van Gijzen, Ruben van Gogh, Babs Gons, Edwin de Groot, Diet Groothuis, Johanna de Haan, Harriët Hage, Albert Hagenaars, Jolies Heij, Jos van Hest, Ingmar Heytze, Francis Hörters, Wietse Hummel, Wout Joling, Daphne Kalff, Rinske kegel, Arie de Kluijver, Peter Knipmeijer, Heidi Koren, Wibo Kosters, Kat Kreeberg, Janny Lautenbag, Saskia van Leendert, Suzanne van Leendert, Sjef Leenen, Myrte Leffring, Jelmer van Lenteren, Norma Liter, Eke Mannink, Hans F. Marijnissen, Hans Mellendijk, Annabel Nijhof, Roger Nupie, Ronald Offerman, Frans Oltshoorn, Frank van Pamelen, Robert Perry, Pijon, Karin Ramaker, Mario Reijnen, Sholeh Rezazadeh, D.J. Rodenburg, Ingmar Roedinkholder, Alexis de Roode, Hannie Rouweler, Rya Ruchba, Ivanka de Ruijter, Antony Samson, Bennie Sieverink, Helma Snelooper, Alja Spaan, Janneke Spoelstra, Saskia Stehouwer, Pieter Stroop van Renen, Frans Terken, Arie Toet, Teddy Tops, Merik van der Torren, David Troch, Onno-Sven Tromp, Liesbeth Ulijn, Miel Vanstreels, Gerrit Vennema, Peter Vermaat, Zeger Visser, Meliza de Vries, Nyk de Vries, Cora de Vos, Victor Vroomkoning, Wout Waanders, Ria Westerhuis Jo-Ann Westerveld, Monique Wilmer-Leegwater, Pierre Wilms, Mary & Jan Wolt, Yanaika Zomer, en Rikkert Zuiderveld. LINKS: Brabantcultureel.nl Coronagedicht.nl Poeziecentrumnederland.nl Studio Het Nachtdier Uitgeverij Liverse |
|