Wat de haiku is voor Japan, is de pantun voor het
eilandenrijk in Zuidoost-Azië, het domein van vooral
Maleisië en Indonesië.
Een pantun is een vierregelig vers met vier woorden per
regel die elk twee lettergrepen tellen. De traditie gaat
uit van gekruist eindrijm: a-b-a-b maar de vertalers namen
de vrijheid om soms ook andere schema’s te gebruiken zoals
a-b-b-a en a-a-b-b.
De zegging is compact en de inhoud tweedelig: de eerste
twee regels heten pembayang (schaduw) of sampiran
(kapstok) en bieden meestal aan de natuur ontleende
beelden, de laatste twee regels heten maksud (betekenis)
en bevatten een toelichting of conclusie, door de lezer te
bepalen. De spanning tussen beide delen vormt in hoge mate
de poëtische waarde.
Programmamaakster en publiciste Simone Berger kwam dankzij
haar Indische achtergrond al op jonge leeftijd in contact
met dit eeuwenoude genre. Langzaam maar zeker groeide in
haar de ambitie om in twee talen een boek aan de pantun te
wijden, in het Maleis (van oudsher de lingua franca in de
archipel) en in het Nederlands.
Zij werd gewezen op het vertaalwerk van Siti Wahyuningsih
en Albert Hagenaars, die al honderden Nederlandstalige
gedichten in Bahasa Indonesia hebben overgezet en vice
versa.
Meteen na het sluiten van een overeenkomst begon het duo
aan de vertaling van door Simone geselecteerde pantuns.
Zij putte daarvoor uit ‘Pantun Melayu’, een verzameling
van duizenden door onderzoekers Richard James Wilkinson en
Richard Winstedt in het Engels vertaalde verzen.
Siti Wahyuningsih richtte zich in het bijzonder op de
aanpassing van het Maleis aan het Indonesisch en
Nederlands en Albert Hagenaars op de stilistische
verwerking, maar hun taken overlapten elkaar regelmatig.
In april 2023 bracht uitgeverij Indah het gewenste boek op
de markt met de titel ‘Stil Verlangen - Maleise poëzie in
80 pantuns’. Het is rijkelijk geïllustreerd door Hetty
Ansing.
De uitgave is het eerste pantun-boek in het Nederlands met
eindrijmen, alliteraties en assonanties!

ENKELE VOORBEELDEN:
Dari mana punai melajang?
Dari paja turun ke padi.
Dari mana datang sajang?
Dari mata turun ke hati.
Vanwaar komt het duifje gevlogen?
Van het braakland naar de jonge rijst.
Wat wil jouw liefde komen betogen?
Dat ogen weten wat vervulling vereist.
Hoewel verlangen een wezenlijk bestanddeel vormt van de
pantun, komen ook andere thema’s volop aan bod: jaloezie,
zelfopoffering, verminking (vaak opengesneden borsten),
ontmaagding, vruchtbaarheid en, onvermijdelijk, de dood.
Sakit kaki ditikam tunggul,
Tunggul ketjil ditengah huma.
Sakit hati pandangkan sanggul,
Sanggul ketjil berisi bunga.
Een scherpe wortel stak m’n voet,
Een kleine midden op het veld.
Haar haar trof m’n hart voorgoed,
Een knot met lokbloem erin gespeld.

De vertalers streefden ernaar een balans te vinden tussen
enerzijds de strenge formele bouw van de originele teksten
en anderzijds een soepel Nederlands ritme, geschikt voor
de hedendaagse lezer. De gedrongen zegging van de pantun
heeft als voordeel dat er een ruime interpretatie mogelijk
is. Daarom ging het vertalen soms over in hertalen.
Di mana tempat murai berbunyi?
Pokok kekabu di tepi kolam!
Di mana tempat kita berjanji?
Di dalam kelambu di atas tilam!
Waar zingt de lijster wondermooi?
In de kapokboom bij de waterplas!
Waar wil je dat ik me naar je plooi?
Onder het muskietennet op de matras!
Enkele vertaalprincipes:
1 Vaak voorkomende
uitdrukkingen, bijvoorbeeld Dari dahulu sampai
sekarang (Van vroeger tot nu) en Dari mata turun
ke hati (Van de ogen recht het hart in) werden
omwille van de variatie elke keer ánders vertaald.
2 Om het patina van de vaak al eeuwenoude
gedichten te respecteren kozen de vertalers archaïsche en
andere minder vaak gebruikte woorden als zwerk, verbeiden,
grief, gewinnen, schoeisel en klapperrat.
3 Ter versterking van de sfeer werden inheemse
woorden die in Nederland redelijk bekend zijn ongewijzigd
of bijna ongewijzigd overgenomen: sarung-sarong,
kampung-kampong en kapuk-kapok.
4 Waar tenslotte onduidelijkheid zou kunnen
ontstaan, is een verklaring toegevoegd, bijvoorbeeld bij
‘waringin-vruchten’, ‘senna-blom’ en ‘een kambodja
plukken’.
Air pasang menyelam tiram,
Tiram diselam pasang perbani.
Jikalau diturut hati yang geram,
Hilanglah takut timbul berani.
Oesters verdwijnen uit zicht bij vloed,
Blijken eerst bij eb weer los te wrikken.
Als woede het hart dreigt te verstikken,
Daalt angst en stijgt de moed tot overmoed.
BIOGRAFISCHE INFORMATIE

Siti Wahyuningsih
SITI WAHYUNINGSIH (º1974, Pekalongan) groeide op in
Yogyakarta, de hoofdstad van de Javaanse cultuur. Ze
volgde een studie Plantagebeheer en werkte voor o.a.
Indiase, Japanse en Australische bedrijven in Jakarta. Ze
verbleef ook in Singapore en volgde cursussen Engels aan
de universiteit van Leeds.
Sinds 2006 woont ze grotendeels in Nederland. Samen met
echtgenoot Albert Hagenaars vertaalt ze Nederlandse en
Vlaamse literatuur in het Indonesisch en andersom. In die
hoedanigheid leverden ze bijdragen aan verschillende
festivals, zoals The Maastricht International Poetry
Nights en Read My World in Amsterdam. De meeste
vertalingen verschijnen in tijdschriften, bijvoorbeeld
Terras, en op het speciaal daarvoor in het leven geroepen
blog Suara Suara Dari Utara ofwel Stemmen Uit Het Noorden,
waar al 250 resultaten op zijn te lezen. Het is
vermoedelijk de grootste tweetalige verzameling in z’n
soort.
Vertalen, puzzelen met verschillende talen, betekent voor
haar het uitwisselen van culturele en sociale waarden in
een kleiner wordende wereld, die helaas daarom nog niet
minder problemen kent.

Simone Berger
SIMONE BERGER-STRAAKENBROEK (º1966, Middelburg) is
opgegroeid met de verhalen van haar familie over het leven
in Medan (Sumatra) en op de houtonderneming in Langkat,
naast de bekende Deli-tabaksplantages. Van jongs af aan
was zij gefascineerd door alle aspecten van voormalig
Nederlands-Indië, maar voelde ze ook de invloed die het
gedwongen vertrek op haar vader en haar familie had. Zij
trok zich het lot aan van de mensen die hun geboortegrond
en familieleden moesten achterlaten nadat zij twee
oorlogen hadden overleefd: de Japanse bezetting en de
jaren van de onafhankelijkheidsstrijd.
Na twee jaar research bracht Berger in 2016 ‘Istori Kita’
uit ofwel ‘onze familiegeschiedenis’. Het is een doe-boek
en leidraad vol illustraties en invalshoeken over het
vroegere leven. Met dit boek kunnen kinderen en
kleinkinderen oudere familieleden met Indische en/of
Molukse roots helpen om de herinneringen terug te brengen.
Ook dient het boek om iedereen aan te sporen de verhalen
te delen voordat het te laat is, dus om de
familiegeschiedenis samen vast te leggen. In 2020
verscheen de derde druk.
In 2019 bracht Berger samen met fotograaf Armando Ello ‘De
lange reis van de poesaka’ uit, Indische tastbare
herinneringen, waarvoor zij ruim dertig personen
interviewden en hun verhaal vastlegden, als laatste
ooggetuigen van een bewogen geschiedenis. Door het
levenspad van de poesaka te volgen, een zorgvuldig
gekoesterd erfstuk uit Nederlands-Indië of Indonesië,
wordt de lezer meegenomen naar de diverse periodes voor,
tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Elk persoonlijk
verhaal toont de veerkracht van deze eerste generatie.
In 2020 verscheen ‘De lange reis van de poesaka’ als
jubileumuitgave in het kader van het herdenkingsjaar ‘75
jaar Vrijheid’. Hierbij ontwikkelde Berger een lespakket
voor het voortgezet onderwijs in Zuid-Holland. Naast een
aantal lesbrieven maakte ze onder meer samen met Ello de
educatieve documentaire ‘De Tweede Wereldoorlog in
Nederlands-Indie en de onafhankelijkheidsstrijd
1942-1949’, waarvoor ze zes ooggetuigen interviewden en
filmden.
In 2022 ontwikkelde Berger in opdracht van de Stichting
Herdenking Slachtoffers van de Japanse Zeetransporten in
Zuidoost-Azië 1942-1945 (SHSJZ) een tweede lespakket en
verscheen ‘De lange reis van de poesaka - De tragedie van
de Japanse hellships’ met een stripboek en documentaire.
Alle middelbare scholen in Zuid-Holland en Gelderland
ontvingen dit uitgebreide lesmateriaal.
Door Platform WO2 is 2023 uitgeroepen tot het themajaar
‘Leven met Oorlog’. In dit kader maakt Berger momenteel
met Ello een documentaire over de doorwerking van de
familiegeschiedenis en het oorlogsverleden en over de
manier waarop de huidige naoorlogse generaties met wortels
in voormalig Nederlands-Indië hier hun eigen vorm aan
geven.
Berger hoopt dat meer kennis en begrip over het verleden
bijdragen aan enerzijds de persoonlijke invulling van je
eigen familiegeschiedenis, waar herkenning en erkenning
een belangrijk onderdeel van zijn, en anderzijds aan het
collectief geheugen van Nederland. Zij geeft ook
interactieve lezingen en workshops.

Hetty Ansing
HETTY ANSING (º1949, Haarlem) werd als kind al geboeid
door het onderwerp 'mensen'. Als tiener werd zij door een
Haarlems kunstenaar onderwezen en ontwikkelde ze haar
liefde voor het portret. Die liefde zou worden verdiept
met een studie fijnschilderkunst in aquarel, een
vaardigheid die haar portretten een natuurlijker en nog
levendiger uitstraling gaf.
Over het algemeen wordt deze techniek als bijzonder lastig
ervaren, maar in goede handen levert ze juist prachtige en
transparante kleurnuances op. Hetty Ansing weet zich er
duidelijk mee te profileren.
Tijdens haar succesvolle carrière
als portrettist werd zij op een kunstbeurs ontdekt door
een Indonesisch kunstkenner/zakenman, die haar talent
koppelde aan grote namen als Willem Hofker en Rudolf
Bonnet – kunstenaars die Indië zo prachtig wisten te
verbeelden – en hij introduceerde haar in de Indonesische
kunstwereld.
Het land, de bevolking, de kleurenpracht en de grote
culturele verscheidenheid hadden een fascinerende
uitwerking op haar. De tochten door het land, de dorpen,
de rijstterrassen en het contact met de bevolking en
belangrijke kunstenaars leidden tot de ontdekking van een
nieuwe liefde. Al gauw zou haar eerste expositie in
Indonesië plaatsvinden.
Het jaar daarop opende zij haar grote galeriestand op de
Pasar Malam Besar (nu Tong Tong Fair) in Den Haag en werd
haar naam aan dit evenement verbonden. Het werd een
geliefde plek voor de individuele koper en verzamelaar die
een emotionele binding koestert met 'De Gordel van
Smaragd'.
De manier waarop zij de sfeer van het land en zijn
bevolking gestalte weet te geven, is uniek in beeld en
techniek. Op haar fijnschilderaquarellen komen ook vaak
personen voor die op enige wijze de traditionele ambachten
of het culturele erfgoed vertegenwoordigen. In een groot
artikel in The Jakarta Post werd opgemerkt: “People who
see her paintings are likely to guess that she is
Indonesian, such is the authenticity of her depictions
of the country.”
Meer dan 15 jaar werkte Hetty Ansing aan deze doorlopende
collectie, met succesvolle exposities in onder andere
Jakarta, het Westfries Museum in Hoorn en in Slot Zeist.
Als exponent van het land van haar 'tweede liefde'
organiseerde cultureel attaché Andi Lolo twee grote
exposities in de Indonesische ambassade. Opeenvolgende
ambassadeurs openden haar belangrijkste exposities.
In ‘Stil Verlangen’ is een kleine selectie schilderijen in
aquarel opgenomen uit haar omvangrijke collectie
'Impressions of Indonesia'. Een aantal werken is nog te
koop.
Apa guna pasang pelita,
Djiga tidak dengan sumbunja?
Apa guna bermain mata,
Kalau tidak, dengan sungguhnja?
Waartoe een olielamp ontsteken,
Als de lont ervan ontbreekt?
Waarom ogengelonk laten smeken,
Als er geen oprechtheid uit spreekt?
Stil Verlangen - Maleise poëzie in 80 pantuns; 96
pagina’s; Uitgeverij Indah (MIMM); 2023; Initiatief en
samenstelling Simone Berger; Vertaling Siti Wahyuningsih
en Albert Hagenaars; Illustraties Hetty Ansing; ISBN
9789492851130; € 18,95.

Kunst- en Cultuurkrant Midden-Nederland, juli
2023
/afbeeldingen/laatstenieuws/samenval-ambassade/samenval-ambassade-kaap.jpg)
Weekblad De Kaap, 4 april 2024
Klik hieronder voor informatie over:
Bestelinformatie
Pantuns
Simone Berger
Hetty Ansing
|