index





PRESENTATIE VAN ‘PELGRIMSGROND’


Een honderdkoppig publiek was op zaterdag 14 mei 2022 getuige van de lancering van de bundel ‘Pelgrimsgrond’ van Albert Hagenaars. De plaats van handeling was Gallery Lukisan, gevestigd in een voormalige kerk in de binnenstad van Bergen op Zoom. Het adres: Moeregrebstraat 72.
Dankzij toestemming van Theatergroep Honger, die deze maand een reeks voorstellingen in Lukisan gaf, kon gebruik worden gemaakt van hun tribune.
 
‘Pelgrimsgrond’ bevat gedichten over drang en dwang. Ze zinderen tussen onvermogen en kracht, dood en levensdrift en bestrijken de vertrouwde themavelden van Albert Hagenaars: reizen, erotiek en, nadrukkelijker dan voorheen, het belang van kunst.





Foto: Sonn Franken




INTRODUCTIE
Marianne Brouwers leidde de medewerkers van het programma in, om te beginnen Roel van Veggel, samen met Sander Salim beheerder van Lukisan, dat zich vooral richt op kunst uit Zuidoost-Azië, in het bijzonder Indonesië.
Hij vertelde over de geschiedenis van de galerie, die ooit in Dublin begon, en nu gevestigd is in Het wapen van Frankrijk, dat behalve een kerk eeuwen eerder ook nog een ‘lommerd’, (een Lombarden-bank) was.
 
Winarko Boesrie las enkele gedichten in Bahasa Indonesia voor, waarna Edith Bons de Nederlandse vertaling gaf.
 
Barney Agerbeek droeg o.m. het verhaal ‘Overleven’ voor uit zijn boek ‘Een Poolse Saga -Een Poolse Liefde’.
 
Gitarist Harald Heijnen speelde in drie sessies composities van Abel Carlevaro, Francisco Tarrega, Heitor Villa Lobos en ook van zichzelf.
 
Uitgever Franc Knipscheer leidde ‘Pelgrimsgrond’ in en reikte het eerste exemplaar uit.
 
Albert Hagenaars bracht een paar gedichten uit zijn bundel ten gehore. Vervolgens las Gabriela Jarosz een Poolse vertaling en Siti Wahyuningsih een Indonesische.
 
Barney Agerbeek nam Albert Hagenaars een kort vraaggesprek af.





Marianne Brouwers. Foto: Mark de Cock





Roel van Veggel. Foto: Mark de Cock




PROGRAMMA
 
WINARKO BOESRIE & EDITH BONS
Winarko Bazoeni Boesrie werd in 1951 in Surabaya geboren. Hij studeerde architectuur en landbouw en was ook werkzaam in de tuinbouw, zowel in Indonesië als Nederland. Zijn laatste baan was aan de TU Delft, waar hij verantwoordelijk was voor de kassen. Als pensionado is hij medeoprichter van Stichting Wima die zich richt op samenwerking met Indonesië: in de landbouw en ook de sociale en culturele sector.
Hij kwam in 1987 vanwege de liefde definitief naar Nederland. Hij is altijd een Indonesiër gebleven, zowel qua nationaliteit als identiteit. Daarom ook past zijn literaire werk meer in de traditie van de Indonesische poëzie, in tegenstelling tot de Nederlandse dichtkunst, die vaak veel taliger is en sterke emoties op veel indirectere wijze toont, aldus Indonesië-kenner Kees Snoek. De Indonesische poëzie is over het algemeen meer retorisch en tendentieus dan Nederlandse lezers gewend zijn. Poëzie wordt er bij voorkeur gelezen in grote zalen; hoe groter hoe beter zelfs. Winarko’s gedichten worden gekenmerkt door natuurimpressies en gemoedstoestanden, die nauw met elkaar samenhangen. Vanwege zijn maatschappelijke betrokkenheid speelt ook morele verontwaardiging een grote rol.
Winarko zal zijn poëzie vanmiddag alleen in het Indonesisch voorlezen. Het publiek, dat de betekenis niet zal begrijpen, kan zich het best richten op melodie en klankkleur, zo anders dan in Nederlandse gedichten. Winarko’s vrouw Edith leest, om de betekenis niet verloren te laten gaan, telkens de Nederlandse vertaling.
 
Edith Bons is afkomstig uit Merauke in het voormalige Nederlands-Nieuw-Guinea. In 1962 verhuisde ze met het ouderlijke gezin naar Nederland, waar ze in Groningen opgroeide en aan de kunstacademie Academie Minerva studeerde.
Tijdens een verblijf op Java ontmoette ze niet alleen veel jonge kunstenaars maar ook haar toekomstige man, Winarko Boesrie. Sindsdien wonen en werken ze in twee werelden en verbeeldt Edith deze dualiteit in vrijwel al haar schilderijen en sculpturen. Ze maakt ook collages, assemblages en installaties. Rijst is als symbool van vruchtbaarheid en de cirkelgang van leven en dood haar belangrijkste motief. Albert Hagenaars, die vaak Indonesische exposities bezoekt, werd zo sterk door haar werk beroerd dat hij voorstelde om poëzie bij haar werk te maken. Dat resulteerde in het plan om gezamenlijk een boek uit te geven met veertig afbeeldingen en evenzoveel door Albert speciaal daarbij geschreven korte gedichten. Het boek heet ‘Samenval’ en zal zowel in het Nederlands als het Indonesisch verschijnen.





Winarko Boesrie en Edith Bons. Foto: Lieke Baartmans




BARNEY AGERBEEK
Barney Agerbeek werd in 1948 geboren in Surabaya. Hij groeide in Nederland op en was werkzaam in het bankwezen. Dat bracht hem tweemaal terug naar Indonesië, waar hij gedurende langere tijd voor de RABO-bank werkte. Hij maakte zijn literaire debuut met de verhalenbundel ‘Schaduw van schijn’. Deze titel geeft al aan dat hij op de eerste plaats geďnteresseerd is in het wezen van dingen en mensen. Zijn roman ‘Njai Inem’ gaat over het leven van het meisje Inem dat gedwongen de concubine van een Nederlandse plantagehouder wordt maar daarmee ook macht en verantwoordelijkheid verwerft.
Hij publiceerde ook poëzie, waaronder ‘Een Poolse Saga – Een Poolse Liefde’.
Barney Agerbeek is tevens kunstkenner. In die hoedanigheid werkt hij mee aan het boek ‘Samenval’: veertig kunstwerken van Edith Bons met poëzie van Albert Hagenaars, dat later dit jaar moet verschijnen.





Barney Agerbeek. Foto: Lieke Baartmans




HARALD HEIJNEN
Harald Heijnen studeerde af als klassiek gitarist aan het Brabants Conservatorium. Geďnspireerd door zijn docent Baltazar Benitez verdiepte hij zich na zijn studie in de Argentijnse tango en volksmuziek, Deze genres gaf hij van 1990 tot 2005 ten gehore op de Nederlandse theaterpodia met het gezelschap La Flor Azul.
Samen met fluitist Peter Goedbloed was hij met veel genoegen en humor van 2014 tot 2020 actief in het duo Vento Galante.
Naast deze avonturen met de nylonsnarige gitaar heeft hij zich ook gedurende zijn ontwikkeling steevast beziggehouden met geďmproviseerde muziek, de laatste jaren vooral met jazz.
In zijn overtuiging dat “muziek altijd muziek is”, ongeacht genre of stijl, en in de grond vanuit hetzelfde wezen geboren wordt, streeft hij ernaar diversiteit te integreren tot een kleurrijk palet maar altijd met behoud van de voor de stijl typerende eigenheid.
Sinds 1990 is hij docent gitaar aan het Centrum voor de Kunsten Bergen op Zoom.
Bijzonder is dat hij vanmiddag niet alleen composities uitvoert van Abel Carlevaro, Francisco Tarrega, en Heitor Villa Lobos maar ook van zichzelf.





Harald Heijnen. Foto: Lieke Baartmans




FRANC KNIPSCHEER
Franc Knipscheer, boegbeeld van In de Knipscheer te Haarlem, “de kleurrijkste uitgeverij van Nederland”, ging in op thematiek en stijl van ‘’Pelgrimsgrond’ en reikte het eerste exemplaar uit.




 
Franc Knipscheer. Foto: Mark de Cock




ALBERT HAGENAARS & GABRIELA JAROSZ & SITI WAHYUNINGSIH
Albert Hagenaars las enkele gedichten uit ‘Pelgrimsgrond’. In twee gevallen was er ook een vertaling te horen, een Poolse en een Indonesische, gemaakt door respectievelijk Gabriela Jarosz en Siti Wahyuningsih.




ATELIERBEZOEK
 
Jan Wessendorp
 
De stad slaapt. Over de Oosterschelde, die nu
een oceaan wil zijn, waaien op jouw werkhuis
in het havenkwartier bittere geuren van vroeger aan.
 
Ik breek baan en zie je staan in het grondeloze
blauw van de Javaanse nacht, starend
naar de lijnen van je lijven op het linnen,
 
die heviger golven al, verstrengeld raken,
tussen vleugels hun geslacht ontvouwen
en dat verliezen om in elkaar over te gaan.
 
Ik mis de kinderstem die onhoorbaar hoog
over de tijd zingt dat dit verschil nog geen naam
mocht hebben maar ik zie hem wel
 
want hier ontstaat en vergaat,
hier wordt zwijgend geboren en gestorven,
 
hier wordt overleden om te overleven.




ZWARTE MADONNA
 
Jasna Góra, Częstochowa
 
Van heinde, over steeds verschuivende
grenzen, stromen ze naar dit bergklooster
om op knieën te behagen en bezweren
 
Matka Boska, Heerseres van Polen.
 
Nu zelf nader tot haar. In de magnetisch
geladen holte van de nacht de kroon af-
nemen en het door bloedkoralen zware kleed,
 
de ster op het voorhoofd voelen, de littekens
van een zwaard en het oosters donkere
vlees van gladde verf, de ruwe laag
 
daaronder en de wormstekige, uiteen-
vallende nerven, larven, poeder van vleugels,
stof dat uitdovend verdwijnt.
 
Ontelbare vingers tasten tussen de mijne:
 
wie nood als behoefte kent,
onderkent niets minder dan het niets.





CZARNA MADONNA
 
Jasna Góra, Częstochowa
 
Z daleka, nad stale zmieniającymi się
granicami, nadciągają do tego
górskiego klasztoru, aby zadowolić
i wybłagać na kolanach
 
Matkę Boską, Królową Polski.
 
Teraz zbliż się do niej. W magnetycznie
naładowanej otchłani nocy zdejmij koronę
i ciężkie od krwistych korali szaty
 
poczuj gwiazdę na czole, blizny po
mieczu i gładką farbę orientalnie
ciemnego ciała, chropowate wnętrze
 
pod nim robaczywe, rozpadające się żyły,
larwy, pył skrzydeł,
kurz, który ugaszony znika.
 
Niezliczona ilość palców wkrada się
po omacku między moje:
 
Kto konieczność zna jako potrzebę,
Uświadamia sobie nie mniej niż nic.


Vertaling: Gabriela Jarosz




Gabriela Jarosz kwam in 2006 van Zuidoost-Polen naar Nederland waar ze meteen viel voor de mentaliteit en sfeer. Het leren van de taal was voor haar natuurlijk de grootste uitdaging en daarmee het meest interessante doel want dankzij de taal ervaren we de kleuren van emotie. Alleen met een goede kennis van de taal kunnen we een cultuur echt proeven.
In haar eigen woorden: “Met poëzie kunnen wij veel meer zeggen dan alleen maar de letterlijke betekenis van elk woord. Wij kunnen emoties in de woorden onderbrengen en onze gedachten zodanig vastleggen dat we ze nooit meer kwijtraken. Toen Albert vroeg om een Poolse vertaling van het gedicht “Zwarte Madonna” was ik daar erg blij mee. Ik concentreerde me vooral op een zo juist mogelijke interpretatie van de woorden en gedachten van de dichter. De weg van het hoofd via het hart naar uiteindelijk de woorden is langer dan wij denken... Maar als het lukt, is er niks mooiers!
Vandaag sta ik hier met dankbaarheid voor de kans om mijn vertaling te laten horen en niet minder om mijn dochter Maya een stukje van mezelf te laten zien dat ze waarschijnlijk nog te weinig kent.





Gabriela Jarosz. Foto: Lieke Baartmans




PALARAN
 
Anoniem
 
Hamers vangen aan, slaan vrijwel
simultaan op gezegend brons.
 
Verlengde vingers vallen in op gespannen
vel, vinden elkaar in een al eeuwenlang
niet te veranderen cadans.
 
Strijkers snijden zich naar binnen,
trekken snaren steeds verder naar zich
toe, vervlechten eigen melodie
met de oorsprong van aller verhaal.
 
Dan ontstijgen aan zoekende tonen
van fluiten, tot diep in het Sanskriet
in het Javaans, de snerpend zingende
 
oude vrouwen die weet hebben van liefde
en verlies, het belang van de regels en wetten;
 
meisjes die aan den lijve moesten ervaren
 
wat luisteren is.





PALARAN

Anonim
 
Saron-saron penerus mulai berkumandang, hampir dalam
waktu bersamaan di atas perunggu yang terberkahi.
 
Jari-jari memanjang, menggabung di atas lulang kerbau
yang erat dan kencang, menyatu dalam irama
yang berabad-abad dan tak bisa terubah.
 
Suara gesekan senar mulai memekikkan telinga,
penggesek-penggesek menarik dan menyatukan melodi
mereka sendiri dengan asal usul dari semua ceritera.
 
Kemudian pencarian nada-nada seruling,
lengkingan nyanyian perempuan yang menjulang
sampai dalam Sansekerta di Bahasa Jawa,
 
wanita-wanita tua yang tahu semua tentang percintaan
dan kehilangan, tentang aturan dan hukum;
 
gadis-gadis yang dulu dipaksa harus merasakan
 
apa artinya mendengar.

 
 
Vertaling: Siti Wahyuningsih
 




SITI WAHYUNINGSIH
Siti Wahyuningsih groeide op in Yogyakarta, de hoofdstad van de Javaanse cultuur, midden in de vorstenlanden. Ze volgde een studie over plantagebeheer en werkte voor o.a. Indiase, Japanse en Australische bedrijven.
Ze verbleef anderhalf jaar in Singapore en studeerde twee keer een half jaar Engels aan de universiteit van Leeds, waar ze als vrijwilliger in een verzorgingshuis voor ouderen actief was. Sinds 2006 woont ze grotendeels in Nederland. Samen met Albert vertaalt ze regelmatig Nederlandse en Vlaamse literatuur in het Indonesisch en andersom. In die hoedanigheid leverde ze bijdragen aan verschillende internationale festivals, zoals The Maastricht International Poetry Nights en Read my World in Amsterdam, en deed ze werk voor het Nederlands Letterenfonds.
Vertalen, puzzelen met verschillende talen, betekent voor haar het uitwisselen van culturele en sociale waarden, het bijdragen aan meer onderling begrip in een kleiner wordende wereld die daarom echter niet minder problemen kent.





Siti Wahyuningsih. Foto: Lieke Baartmans




VRAAGGESPREK VAN BARNEY AGERBEEK MET ALBERT HAGENAARS

De tekst van dit interview volgt later…










Foto: Mark de Cock




NOG ENKELE GASTTEKSTEN
 
 
SETAPAK
 
Impian ku berjalan setapak dan setapak
Berhentipun masih ada diujung jari
Setapak dan setapak dijalanan penuh tanda tanya
 
Dan
 
Masih seperti kemarin dulu
Bergairah penuh dengan sejuta bunga digenggam tangan
Dengan lagu-lagu yang tak pernah pudar
Besok pun aku terbangun
 
Lalu
 
Sejuta senyum ada diujung bibir
Menjawab tanda tanya


 
Winarko Boesrie. Uit: ‘Beelddicht, 2008

 
 

EEN STAP
 
Mijn droom loopt stap voor stap
Stoppen ligt nog op zijn vingerpunt
Stap voor stap op de weg vol vraagtekens
 
En
 
Nog steeds als vroeger
IJverig met duizend bloemen in de hand
Met liederen die nooit vervagen
Morgen word ik wakker
 
Dan
 
Zullen er duizend glimlachen op mijn lippen zijn
Die de vragen beantwoorden



Winarko Boesrie. Uit: ‘Beelddicht’, 2008.
Vertaling: Suci Wahyuningsih en Paul Thung jr.





Winarko Boesrie. Foto Lieke Baartmans




OVERLEVEN
 
In Łódz bezocht ik de joodse begraafplaats. Schots en scheef staande graven;
elke steen wankelde. Onkruid overwoekerde paden en perken. Nergens aan-
duidingen. Geluiden uit de verte, uit de stad. Om me heen stilte.
Een vreemde sfeer van afweer.
  Ik liep wat rond en kwam een oude man tegen. Tenger, aderen op handen en
onderarmen. Hij keek aandachtig om zich heen. Hoewel zijn kleren afgedragen
waren, sprak er een mild gezag uit zijn houding. Alsof hij in functie was.
  Hij begroette me afstandelijk. Wilde doorlopen. Hier bracht hij zijn dagen door,
beeldde ik me in, met herbeleven.
 
‘Komt u vaak op bezoek? vroeg ik.
  ‘Jazeker, regelmatig,’ antwoordde hij, ‘met een paar joodse vrienden. We zijn na
de oorlog overgebleven’.
  ‘Hoe heeft u kunnen ontkomen? wilde ik weten.
  ‘We moesten vluchten, zei mijn vader. Ik vertrouw de buren niet. Maar het was te laat.
De volgende ochtend werd ons hele gezin opgepakt. Ik wist op straat te ontsnappen en
werd daarna geholpen door wildvreemden.’
 
Hij gaf de feiten weer, alsof het hem niet aanging. Tijdens het praten hield hij de omgeving
in het oog en aarzelde even voordat hij verder sprak.
  ‘We proberen op onze manier onderhoud te plegen en diefstal te voorkomen, maar met
zijn vieren kun je niet veel uitrichten.
  ‘Diefstal?’
  ‘Ja, ze komen voor marmeren stenen en ijzeren letters. Deze mensen hebben niets tegen
Joden. Het is gewoon diefstal. Łódz is een arme stad.’
  ‘En de politie?’
  ‘Die zie je hier niet. Gelukkig zijn er militairen uit Israël gekomen. Zij voeren allerlei
taken uit.’
 
Hij knikte en liep verder, sleepte zijn schaduw mee.

 
 
Barney Agerbeek. Uit: ‘Een Poolse saga – Een Poolse liefde’, 2021




IN LVIV (VOORJAAR 2019)
 
In een stoet van dichters
loopt een trommelaar mee
Op elke straathoek staan ze stil
-lezen een gedicht
maken een praatje-
dan lopen ze weer door
 
We lezen gedichten voor van
Zbigniew Herbert en Adam Zagajewski
Stemmen die de stad bewonen
Ze zijn in gesprek met ons
over wat voortkomt uit het verleden
 
De trommelaar vervolgt zijn verhaal:
Lviv was eens Lemberg, toen Lwów en Lvov
Herinneringen vervagen niet, ze groeien,
wanneer de geschiedenis zich herhaalt
 
Zie ze pronken, die sierlijke façades
van koopmanshuizen en paleizen
In brede vensters de warme gloed
van kroonluchters, hangend uit
de hoogte, aan strak staande koorden
Als het schemert waait het harder
op boulevards en pleinen
 
Let ook op toegangspoorten
tot stille binnenplaatsen
Geen zuchtje wind, een geur van vroeger
houdt de tijd buiten
Zware luiken getuigen van aan het oog
onttrokken rituelen en vervlogen leed
 
Ruik het aroma dat al tijden
rond koffiehuizen hangt
Palimpsesten komen overal
tot leven, fluisteren geheimtaal
Voetgangers staan soms even stil
zonder te weten waarom
 
Vrede is hier nooit definitief
Gevaar loert, vanachter de horizon
en in de straten, wisselt van gedaante
Niets is blijvend. Alles beweegt
 
En de trommelaar wijst de weg
We gaan naar het Rynokplein
Ik trommel een treurmars
ter ere van Oleg Sentsov
 
Zonder woorden, enkel
doffe trommelslagen
Traag, trager, op gevoel
Hakken op de grond ook
 
Ze geven niet op, schrijven gedichten,
sturen brieven en delen pamfletten uit
En roepen: Oleg Sentsov Vrij
Dan gaan ze naar huis en verstrijkt de tijd



Barney Agerbeek. Uit: ‘Een Poolse saga – Een Poolse liefde’, 2021






Harald Heijnen. Foto: Lieke Baartmans




Klik hier om 'Prelude' van Harald Heijnen te beluisteren




'PELGRIMSGROND'; Albert Hagenaars; 82 pagina's; Uitgeverij In de Knipscheer; Haarlem; 2022; ISBN 9 789493 214323; Prijs € 18,50




index