
Omslagillustratie: Abys Kovács-Wieg |
In de eerste week van juni vond dit jaar in Rotterdam weer het
jaarlijkse festival Poetry International plaats. Het middagprogramma
van 1 juni stond in het teken van de onlangs overleden
Nederlands/Hongaarse schrijver Rogi Wieg.
Ter gelegenheid hiervan
verscheen het boek ‘In een kring van menselijke warmte’ waar 100
Nederlandse en Vlaamse dichters aan meewerkten. Twaalf van hen, onder
wie Albert Hagenaars, werden tevens uitgenodigd om tijdens de
presentatie op te treden. Initiatief en samenstelling waren van Peter
de Rijk, poëzieredacteur van uitgeverij In de Knipscheer.
Voorafgaand aan de presentatie van het boek, was er een gesprek in het
Poëziecafé met de betrokkenen.

V.l.n.r.:
Maud Vanhauwaert, Franc
Knipscheer, Peter de Rijk, Arjan Peters, Abys Kovács-Wieg en
Thomas Möhlmann. Foto: Siti Wahyuningsih. |
Albert Hagenaars was jarenlang bevriend was met Rogi Wieg en gaf als
redacteur bij Poëzie-uitgeverij WEL ook één van diens eerste boeken
uit: ‘Dagen in Budapest’ (1985). Op verzoek schreef Hagenaars
evenals de andere collega’s een herdenkingsgedicht, zie onder.
Hierin verwijst hij vooral naar de keren dat Rogi Wieg in zijn
woonplaats Bergen op Zoom te gast was en ook naar zijn eigen bezoeken
aan Budapest.
Maar eerst las elke deelnemer een gedicht van Rogi Wieg zelf voor.
Albert Hagenaars koos daarvoor het ongetitelde vers:
*
Mijn vader las iets voor, een Hongaars gedicht. Ik luisterde en
zag zijn ogen de regels volgen. Hij kon niet verder, mijn moeder
nam het over. Avond was het, de lichten waren gedoofd en de
binnenplaats was verlaten.
Enkele van de andere dichters die aantraden waren: Mischa Andriessen,
Maria Barnas, Tsead Bruinja, Emma Crebolder, Ellen Deckwitz, Ezra de
Haan en Thomas Möhlmann. De presentatie van de auteurs werd verzorgd
door Arjan Peters.
Het programma vond plaats op donderdag 1 juni in de Grote Zaal van het
RO-Theater. De organisatie was in handen van Poetry International,
uitgeverij In de Knipscheer en de Hongaarse ambassade.
De VPRO besteedde aandacht aan het programma, onder meer in haar
speciale Poetry-bijlage.

De voordracht van Albert Hagenaars,
met op de achtergrond een geprojecteerde schildering van Rogi
Wieg. Foto: Siti Wahyuningsih. |
DIALOOG
Je schreef me:
“Een goed gedicht moet altijd
een metafysische waarde in zich dragen, zo persoonlijk mogelijk
spreken over onszelf.”
Ik las me:
“In de hellende straten van mijn geboortestad
waande jij je al over de grens, struikelde
je over een verzonnen herinnering.”
Ik schreef je:
“Hand in hand dwaalden we in laat zonlicht
door een vers met koperen koepels, bont, ruisende rokken en een
verwoeste brug.”
Je las je:
“Hoor, het zware ademen van gele gevels,
pianoklanken en knarsende metrowagons
in alle formules voor mijn verdwenen vader.”
We deden het er toe:
Maar jij vond de beslagen stemvork
in het hopeloos verzilverde gras
diep in de grond. En sloeg aan.
Albert Hagenaars

Rogi Wieg op zijn sterfbed, getekend
door Judith Heinsohn. |
ENKELE ANDERE GEDICHTEN UIT HET
BOEK
Pijn
Pijn is een spijker.
Pijn roeit je uit, wil voor jou in de plaats.
Krijg je er veel van,
word je zelf pijn.
Verbijt niet, verberg je
diep in het hout.
Begin daar wat moois voor jezelf.
Anton Korteweg
Selfie van Rogi Wieg
De tijd graaft mij in. Dit moet
een droombeeld zijn: Ik wandel
tussen rozen. Ik heb niet aan de dood
gedacht. Ik zie door glas hoe regen
neerdaalt. De avond hangt stil en ik
ben doorgelopen. Wij spreken niet
van doodgaan. Niets gaat verloren
in het ruisen, maar niemand wijst
de weg. Zo zal het einde
zijn.
Wie weggaat komt ooit ergens aan.
Bert Bevers
De tijd graaft mij in.
is een sample uit ‘Dagen in Budapest’, bladzijde 37
Dit moet een droombeeld zijn:
is een sample uit DIB bladzijde 23
Ik wandel tussen rozen.
en Ik heb niet aan de dood
gedacht zijn samples uit DIB bladzijde 33
Ik zie door glas hoe regen neerdaalt.
is een sample uit DIB bladzijde 42
De avond hing stil en ik ben doorgelopen.
is een sample uit DIB bladzijde 35
Wij spreken niet van doodgaan.
is een sample uit DIB bladzijde 24
Niets gaat verloren in het ruisen
is een sample uit DIB bladzijde 25
Maar niemand wijst de weg.
is een sample uit DIB bladzijde 26
Zo zal het einde zijn
is een sample uit ‘Gestalte’
Wie weggaat komt ooit ergens aan.
is een sample uit DIB bladzijde 29

‘Dagen in Budapest’ vormt het eerste hoogtepunt in het oeuvre van Rogi
Wieg. |
DODENWAKE
De hele nacht gedacht
dat je dat pretoog
tonen zou.
Maar je lag onnatuurlijk
stil en in je handen
zag ik een steen
en een zakje.
Later, de dag kondigde
zich reeds aan,
een vogel liet zich horen,
wierp ik een laatste blik,
merkte dat jouw
vingers zich bewogen.
Maar het was een vlieg
en jij was dood.
Je zweeg en vergat
te spreken.
Ezra de Haan
GEWICHT
Je dood staat in een sprookje neergeschreven Alles
is verloren
behalve het gewicht Hoeveel kunnen
woorden wegen En hoe lang duurt een gedicht
De vogels hebben alle kruimels opgegeten
Je wil niet meer aan land Alleen nog naar de wolken kijken op het
strand
Ginds zijn alle tijden samen|
En je mag alles vragen|
Eindelijk
Maarten Embrechts

De voordracht van Emma Crebolder. Foto: Siti Wahyuningsih. |
ZUIVER ALS EEN DRIEHOEK, CIRKEL, VIERKANT
Zo langzamerhand begin ik te begrijpen
waarom het leven gaat zoals het gaat
Ik ben geen kind meer
ben niet meer een metertje leven,
zacht slapend voor de kachel
Na kleintje, baby, babám
volgt een lange tocht
waarin elke gedachte een dichtregel wordt
Elke uiting van
talent een godsgeschenk
even zuiver als een driehoek, cirkel, vierkant
Tot klank en kleur abrupt worden vervormd
als een harde lach in een gesloten ruimte
Ik worstel met ontzinde lettergrepen
En dan? telkens
een dag en dan een nacht
Ik grijp de eerste strohalm en buig mee
Mijn laatste verzen zijn in lood gekrast
In bed krom ik mijn rug tot foetusschild
en wikkel me in een deken van stilte.
Barney Agerbeek
HET ONWAARSCHIJNLIJKE
Je schreef: “Dat ik verdwijn is
onwaarschijnlijk, maar wel waar”. Uiteindelijk haalde de tijd je
in,
het richtingloze in hoofd en lijf dat jou voortdurend
klem zette, gevangen hield in een gruwelijk duister.
Toen je wegging, hoog boven alle huizen uit verlost werd
van angst en pijn, er naar eigen wens vleugels groeiden
uit je ruggenmerg, keek je verwachtingsvol de straat in.
Of leek dat maar zo, wilden we je graag terugzien, jou alle
ruimtes met je geliefde Abys laten delen, een paradijselijke
tuin schenken waar het gras van zilver is, een toekomst
vol liefde, gevoelens en verlangens die elkaar steeds
toelachen, zich verdringen om je te gedenken, elke dag.
Frans Budé
SERENDIPITEIT
Frans Budé mocht z’n bijdrage (zie gedicht hierboven) nog wel ‘Het
Onwaarschijnlijke’ noemen; onafhankelijk van elkaar tot stand gekomen
kennen de gedichten van Albert Hagenaars en Frans Budé enkele
frappante overeenkomsten.
Niet alleen staat in beide teksten
“Je schreef” gevolgd door een citaat uit het werk van Rogi Wieg, maar
ook en vooral kwamen beide dichters op de proppen met zilver en gras!
Rogi Wieg zou hierom hebben kunnen grinniken!
Maar jij vond de beslagen stemvork in het hopeloos
verzilverde gras
diep in de grond. En sloeg aan
|
|
tuin schenken waar het gras van zilver
is, een toekomst vol liefde, gevoelens en verlangens die
elkaar steeds
toelachen, zich verdringen om je te gedenken, elke dag.
|

Peter de Rijk, poëzieredacteur bij uitgeverij In de
Knipscheer, stelde een ruime anthologie samen uit het oeuvre
van Rogi Wieg en schreef er een inleiding voor. De titel
evenals de afbeelding op de omslag zijn van de dichter. De
illustratie van het frontispies is van Rogi Wieg en zijn vrouw
Abys Kovács samen.
‘Even zuiver als
de ongeschreven brief’; 388 pagina’s; ISBN 978 90 6265 902 9.
|
|