
In maart 2015 nodigde pastor/dichter Rob van Uden enkele
auteurs uit om deel te nemen aan een poëzieproject rond Psalm 22.
Uiteindelijk bleven alleen Rob van Uden zelf en Albert Hagenaars over.
In totaal schreven zij om en om 14 variaties op deze psalm. De
eerste twee gedichten, ‘Psalm 22,9’ van Rob van Uden en ‘Psalm 22, 11’
van Albert Hagenaars, werden in mei gepubliceerd in
De Schaal van Dichter.
OP U BEN IK GEWORPEN
VAN DE BAARMOEDER AF
Psalm 22,11
Mijn moeder sloeg de vroedvrouw weg en kreunde als een jonge ram
met zijwaarts getrokken kop.
Dan braken de vliezen. Haar beurse
liezen persten de vrucht van hoop door lippen en klittend haar
tot in het rode licht.
Ruw waren de hennep doeken, hard en
koud de handen die ons los sneden, mij langdurig droog wreven
en aan haar lange speen legden. Ik beet
me vast in dit zwellend vlees, zoog
meer liefde dan zij kon geven en leerde
dat ik in Uw naam een
andere dorst moest lessen; aller vrees bezweren, aller verlangen
naar verlossing bezegelen.
Albert Hagenaars
Laat de ene zorgen
Psalm 22,9
Dat ik hoest en roestig
hijgen eerbiedig, ’t haperend
happen naar de adem
die u hebt ingeblazen;
't geboeid aanvaarden dat u mond op mond mij woorden van leven
op de lippen legt;
’t lef van voeten in de beugels
wanneer ik geen teugel
in handen, of uitkomst voor ogen heb;
omdat u het tobben en twijfelen dat ik zo nodig
meen te hebben, van mij afwentelt, overneemt.
Rob van Uden
|