index





SAMENWERKING MET EDITH BONS


Al sinds hun kennismaking in het Javaanse cultuurcentrum Yogyakarta, bijna twintig jaar geleden, volgen kunstenares Edith Bons (1952, Nieuw-Guinea) en Albert Hagenaars elkaars activiteiten. Dat leidt regelmatig tot diverse vormen van samenwerking.
Zo vervaardigde Edith Bons het werk ‘Javanese girl’ voor de bundel ‘Palawija - De derde oogst - The third harvest’ en schreef Albert Hagenaars het essay ‘Edith Bons – 25 jaar kunstenaar’.
 
Het project ‘Samenval - Gabungan’ is het laatste voorbeeld van hun samenwerking, die vooral gebaseerd is op eenzelfde fascinatie voor contrasten als west-oost in het algemeen en Indonesië-Nederland in het bijzonder; man-vrouw; heden-verleden; en traditie-vernieuwing.










‘Samenval - Gabungan’ bestaat uit een gelijknamig boek, optredens en exposities, plus een video.

Het boek bevat 40 afbeeldingen in kleur van schilderijen, driedimensionale werken en een installatie van Edith Bons plus evenzoveel gedichten die Albert Hagenaars daarbij maakte, in zowel het Nederlands als Bahasa Indonesia.
Alle gedichten zijn nadrukkelijk bij de afbeeldingen geschreven en willen daarom ook niet zelfstandig beoordeeld worden.
De heer H.E. Mayerfas (ambassadeur van Indonesië in Nederland) schreef het voorwoord en Barney Agerbeek (dichter, romancier en kunstverzamelaar) de inleiding. Ook hun teksten zijn in beide talen opgenomen.
 
‘Samenval-Gabungan’ werd gepresenteerd in de Indonesische ambassade te Den Haag. Op 9 november 2023 werden daar voor een select gezelschap de eerste exemplaren van ‘Samenval-Gabungan’ uitgereikt aan ambassadeur Mayerfas en diens naaste medewerkster/contactpersoon Ibu Puji Lestari.






V.r.n.l.: Ambassadeur Mayerfas, Edith Bons, Ibu Puji Lestari, AH.




Er werden verschillende toespraken gehouden. Om praktische redenen waren die in het Engels. Albert Hagenaars las onderstaande beschouwing voor:




A FEW WORDS ABOUT THIS PROJECT
 
Dear mr. Ambassador, dear Ibu Puji, dear all!
 
When I became acquainted with Edith’s work, 17 years ago now, I was immediately struck by the characteristics that stood out most strongly to me. These are of course the technical combinations, but above all, because as an author and a poet I think in images, the unique iconography. In work after work she evokes a world that is partly familiar and partly strange, partly figurative and partly abstract.
Most of her themes are usually derived from the relations between Indonesia, where she grew up, and the Netherlands, where she works the most.
 
Her imagery stuck with me and deepened as we got to know each other better. Her work has a silent power; it grows over time instead of fading away, as is the case with much art. It is determined by increasing intrusiveness.
 
The subjects are countless and increasingly transcend the cultures mentioned. In paintings, collages, three-dimensional work and installations, she investigates birth, marriage, giving birth and of course, finally, death: in short, the entire circle of human existence, “condition humaine” as the famous French writer André Malraux used to say: Kondisi Manusia.
 
The motifs she works with include the exuberant nature of her native country, the strong influence of religion (especially compared to that in the Netherlands), the importance of ancient traditions that must be maintained, and the tensions between group culture (the East) and individual culture (the West).
 
Striking are the dots and floral motifs that support or permeate many representations, symbols of the turbulent life-force. No wonder that she repeatedly depicts leaves and lianas or liana-like shapes.
They are the riddles of the blossom, the cells of love, the seeds of our existence and, subsequently, the way in which we, the viewers, deal with them.
 
Once we look at Edith's work long enough and interrogate it, it begins to shape us, to provoke answers. If there is one aspect that Edith's art is definitely not, I have to mention non-commitment. Her works will commit any serious viewer!
 
As a poet, I have been intensively involved with her world, especially in recent years while writing the verses for this book. My original idea, namely to write some poems about her work for a catalogue for example, grew into forty poems for as many works of art.
 
And this is why, your Excellency, dear Ibu Puji, employees of this embassy and the other attendees, there is no more appropriate place in the whole of Europe to offer the first copies of ‘Samenval – Gabungan’ than this part of Indonesia in green The Hague. After all, we are here, factually, ín Indonesia, in a small but important part of your richly varied country that connects us all, in so many respects!
 
Terima kasih banyak, thank you so much, hartelijk dank!





V.l.n.r.: Barney Agerbeek, AH, ambassadeur H.E. Mayerfas, Elzbieta Agerbeek-Namieta en Edith Bons. Foto: Ibu Puji Lestari.





Met het oog op activiteiten ten behoeve van ‘Samenval-Gabungan’ in Indonesië, zijn alle gedichten in zowel Bahasa Indonesia als het Nederlands opgenomen, om en om, bijvoorbeeld bij het werk ‘Moulin noir - Moulin hitam’.





 
Moulin noir - Moulin hitam’. Beeldrechten: Pictoright




Wij zijn één zijn wij.
 
Uit ons kluwt hetzelfde
haar van begeerte en schaamte.
 
Elk kent dezelfde zonde,
zonder welke wij teloorgaan.



Kita adalah satu adalah kita.
 
Dari kita tumbuh rambut mengeriting
yang sama oleh nafsu birahi dan malu.
 
Setiap orang dari kita mengenal
dosa yang sama, tanpa itu kita tersesat.






Pagina’s 38 en 39 in het boek, met het werk ‘Namess mothers I – Ibu-ibu tanpa nama’ en de flankerende verzen.




Als voorpublicatie verschenen werken en bijbehorende teksten in de bladen Brabant Cultureel, Fleurs du Mal en De Schaal van Digther.

Onderstaande eerste literaire reactie verscheen in de Vlaamse recensierubriek De Boekhouding (initiatief van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen).




VERDIEPENDE REGELS EN WIEBELOOGJES
 
Criticus / dichter / vertaler Albert Hagenaars heeft al sedert de vorige eeuw een eigenaardige band met Indonesië, een land dat hij vaak bereisde. Beeldend kunstenares Edith Bons zag er zelfs het levenslicht. Allebei zijn ze getrouwd met een partner uit het eilandenrijk. Vanaf het moment dat ze kennismaakten met elkaars werk hadden ze behalve voor Indonesië ook daar een fascinatie voor. Het lag in de lijn der logica dat daar eens een samenwerkingsproject van moest komen. En dat werd ‘Samenval - Gabungan’, een knap boek met reproducties van 40 kunstwerken van Bons met daarnaast even zo veel gedichten van Hagenaars, in het Nederlands én (daarin door hem zelf samen met zijn vrouw Siti Wahyuningsih omgezet) het Indonesisch.
 
Het ziet er mooi uit. Toen ik het voor heerst bevoelde, besnuffelde (dat doen boekenmensen) en willekeurig opensloeg toonden zich de bladzijden 40/41. Het bij ‘Nameless mothers II’ behorende gedicht zette me onmiddellijk aan het piekeren want het woordveld Naamloze moeders geven een naam / aan zonen en dochters bracht me in semantische vertwijfeling. Het kán wel wat er staat, maar toch ook weer niet: kun je wel iets – een naam in dit geval – geven wat je (naamloos immers) niet hebt? Maar dat gepieker hield rap op omdat het slot me meteen meenam want het gedicht eindigt met het geheimzinnig overtuigende verlies ontkiemt als winst / in gebod en verbod.
 
Gaandeweg werd me duidelijk hoe goed Hagenaars Bons’ oeuvre op zich in heeft laten werken, en hoe onlosmakelijk zijn gedichten met het werk waarbij ze geschreven werden verbonden zijn. Je móet ze naast elkaar zien. Bij alleen Ze parelt van ingehouden leven, / glimlacht van inzicht, ziet // in uw ogen // hoe de lotus, vormend verleden, / haar hoofd uit groeit. // Geluk. ploppen er direct vraagtekens op, maar wanneer je de met een plastic poppenhoofd, acryl, parelkralen en canvas vervaardigde ‘Lotus Girl’ ernaast ziet denk je al snel “Ah, ja!”. Hetzelfde geldt ‘Upside down (androgyn)’ zonder welks afbeelding daarnaast regels als Wij zijn mannen met zwierende borsten, / wij zijn vrouwen met laaiend lid zelfs de meest fervent woke lgbtiqa+-ers in verwarring zouden brengen.
 
Hagenaars grossiert in voor zijn doen compacte verzen in sterke beelden en regels als Elke scheiding maakt ons sterker / dan verlies veronderstelt. en Weet zij of zij droomt of droomt zij / dat zij dit alles opnieuw weet? en Wie bang is voor groen, is bang / voor het leven [….]. Waarbij de blik naar de illustratie links steevast de beleving van de poëzie verdiept en verhevigt.
 
Veel plezier beleefde ik ook aan de technische uitleg waarin wordt aangegeven met welke materialen Bons haar prikkelende objecten vervaardigde. Daaronder rijstaren, kunsthaar op katoen op masoniet, buffelleer op karton, ongepelde rijstkorrels, gouden snoeppapiertjes, klompen en wiebeloogjes.
 
De uitdrukkingskracht en symboliek die deze twee kunstenaars inzetten, zijn doorregen met de Indonesische levensvisie en culturele invloeden. De gehechtheid aan het land komt duidelijk tot uiting in hun werk. Beider creativiteit reflecteert het belang van het verleden, en van thema’s als identiteit, vruchtbaarheid en gemeenschapszin.
Dat vindt de ambassadeur van de Republiek Indonesië in het Koninkrijk der Nederlanden Mayerfas van ‘Samenval - Gabungan’.
 
En dat lijkt me een accurate visie op het project.


 
Daam Noppe, De Boekhouding, november 2023





In het atelier van Edith Bons, in gebouw Bacinol 2 te Delft op 6 mei 2023. Deze foto, van Siti Wahyuningsih, werd gekozen voor de achterzijde van het boek.




Klik hier om onderstaand promotiefilmpje te zien, dat gemaakt werd door Marc Kerkhofs van Bureau HostWriters (Edegem/Den Haag).

 




'SAMENVAL - GABUNGAN'; Edith Bons (beeldend werk) en Albert Hagenaars (teksten); 114 pagina's; Uitgeverij Amazon; 2023; ISBN 9798397846103; Prijs € 20,00 (excl. porti)
 








AANVULLENDE INFORMATIE
 
Edith Bons
 
Barney Agerbeek
 
De Boekhouding (VVL)
 
 
 





index