
Ontwerp omslag: Anneke Schenk
In Middelburg vindt elke eerste zondag van november de
Kunst- en Cultuurroute plaats. De Werkgroep Poëzie organiseerde voor
de editie van 2019 optredens van dichters op twee locaties: vroeg in
de middag in Galerie Koepoortstraat 6 met Anna de Bruyckere als
gastvrouw en later in The Common House of Elliott in de Lange
Noordstraat, het driftig kloppende sociale hart van het University
College Roosevelt. Op deze tweede locatie stelde Raymond van de Ven de
dichters voor.
Traditiegetrouw werd er ook een bundel met werk
van alle medewerkers gepresenteerd. Dit jaar ontstond die langs
thematische én geografische lijnen.
Gekozen werd voor het
onderwerp Vuur. Het voorwoord meldt: "Vuur geeft warmte, kan een
reinigende werking hebben, staat symbool voor geestdrift, hartstocht
en zuiverheid maar is natuurlijk ook een bron van verzengende
vernietiging."
Als gasten werden dichters uit West-Brabant
geselecteerd. In alfabetische volgorde zijn dat: Tomas de Faoite
(Ierland/Breda), Albert Hagenaars (Bergen op Zoom), Kees van Meel
(Breda), Jan Musters (Roosendaal), Y.Né (Breda), Ruben van Rompaey
(Bergen op Zoom), René Spruijt (Roosendaal) en Ivo Weterings (Wouw).
De titel van de uitgave, 'Sintels', werd ontleend aan een gedicht
van Anna de Bruyckere, de huidige stadsdichter van Middelburg.

Foto: Ram Ram
Albert
Hagenaars schreef een prozaïsch vers en baseerde zich daarvoor, zonder
het woord 'vuur' te gebruiken, op de beschieting van Middelburg in
1940 door de verdedigende Franse artillerie waardoor een groot deel
van de binnenstad teloor ging en niet meer volgens het toenmalige
stratenpatroon werd herbouwd.
Als hekkensluiter van het eerste
programmaonderdeel dreigde hij z'n "hele Zeeuwse oeuvre" voor te
lezen. Dit bleek echter uit slechts drie gedichten te bestaan:
MIDDELBURG, 17 MEI 1940
De zon schijnt. Het is
fris en helder.
Ook zonder veldkijker reikt de blik
verrassend ver.
Boven het kanaal wint een
leeuwerik aan hoogte.
op de Sloedam verschijnen
meer flarden rook.
De gevluchte jongens van de
Peel bewegen
zich traag richting Vlissingen, gaan
tevoorschijn.
Beneden, van de voet van de toren
tot de singels,
ademt de al grotendeels verlaten
stad als vanouds.
Even is er alleen wat wind,
een hoopvol ontbreken
van geruchten en het kuchen
van geschut,
dan slaat een granaat in, in het
hart, en nog een ...
NEHALENNIA
De zee, de zee die zij moest temmen
voor wie haar eerde, liet nimmer af,
spoelde
Ganuenta's tempel weg en sloeg
de godin met
dezelfde vergetelheid
als het volk dat haar tot
uitdrukking bracht.
Votiefstenen erodeerden in
het zure water
waar Scaldis in Mare Germanicum
overging,
gehuil van honden de stuurlui verwarde
en vrachtschepen de donkere stranden op joeg
als in de barre tijden vóór een sterker geloof.
Vruchten verkalkten onder slijk en wier,
breuken groeiden en groeiden mosseldicht.
Onze blik
werd troebeler dan de hartstocht
ver van huis,
vergoed met vreemde munt,
pijpaarde, potterij
of, liever, valse vleierij.
Toen trok een
sleepnet de bodem open,
viel in glinsterende vis
die ene bede bloot:
"leid ons door de woelige
baren, voer mij
langs de zandbanken van de taal"
votum solvit libens merito.
Gepubliceerd in het Zeeuwse literaire
blad Ballustrada.
Themanummer Noord-Brabantse dichters,
mei 2014.
Aanvullende informatie De
cultus van Nehalennia kent nog veel onduidelijkheden. Zij was vanwege
haar attributen (hoorn des overvloeds, appels) in eerste instantie een
godin van de vruchtbaarheid. Rond 200, de tijd waaruit de gevonden
altaren en beelden stammen, schijnt Nehalennia vooral te zijn aanbeden
als behoedster van reizigers in het Noordzeegebied. De verering
concentreerde zich in tempels in Ganuenta (ten noorden van
Colijnsplaat) en Domburg. De tempel in Ganuenta was uitsluitend aan de
godin gewijd, terwijl bij Domburg ook andere goden vereerd werden,
o.a. Jupiter, Neptunus en Victoria. Op de zijkant van een van de
opgeviste altaren is te zien dat in de tempel van de godin door haar
vereerders voedsel werd geofferd. Essentieel onderdeel van de cultus
lijkt de traditie om Nehalennia te beloven dat zij een altaar kreeg
wanneer zij aan de wensen van de reiziger of handelaar tegemoet zou
komen. Op veel altaren staat de naam van de gever en soms ook diens
beroep en plaats van herkomst. De tekst wordt meestal afgesloten met
de standaardformule VSLM, hetgeen betekent: Votum Solvit Libens Merito
ofwel "heeft zijn gelofte ingelost, gaarne en met reden". Andere
godheden die lokaal vereerd werden zijn o.a.: Burorina, Hludana,
Hurstrga, Sandraudiga en Viradecdis.
TERHOFSTEDE
Ontstaan als abdijhoeve, gewijd aan
een man
die wist wat boeten beduidde en valkenier
werd, oog
voor hoogte kreeg, teloorgang
doorgrondde.
Zo de verschansing in resten van
een bedrieglijke
veiligheid, slechts waar te nemen
vanuit de lucht,
met kop tegen een wind die aldoor
ouder wordt.
Een molen, Meermin genaamd, de
muren gevoegd
met roggemeel en kalk, nu beknot in
het vangen
van vlagen, kop en staart verloren in
vermaalde tijd.
En een haven van geringe
diepgang, verland
en verkaveld, zonk waar graan aan
ontspringt
dat soms golft onder biddende
vleugelslag.
Het bestaan van weinigen maar
velen, begrensd
door dijken, sloten en wilgen ter
herinnering aan
kermis, trouwerijen, miskramen en
watersnood;
het lijkt volbracht.
Gepubliceerd in de bloemlezing
'Overburen',
uitgegeven door de gemeente Terneuzen,
december 2017.

Foto: Siti Wahyuningsih

Anita Frenks en Peter Clijsen van Vagantenkost.
Foto: Rico Van De Janckenberg.
ENKELE ANDERE BIJDRAGEN

Anna de Bruyckere (Middelburg,
1987) is anno 2019 de stadsdichter van Middelburg. Zij
schrijft behalve poëzie ook theaterstukken, essays en
verhalen. Ze publiceerde in tijdschrift als Het Liegend
Konijn, De Brakke Hond en Deus ex Machina. In 2020 verschijnt
haar poëziedebuut bij Uitgeverij Cossee. Foto: Ram Ram. |
WATER
eenmaal weg de sintels uit
mijn haar geklopt de slangen getroost tot ze weer dos werden
zacht golvend en zwaar
bij thuiskomst je hoge
schouders een octaaf lager vinden
je stem die weer drijft,
niet langer uitbreekt of verstikt
weten dat we ook uit
water en leemte bestaan
dan de bedding verstevigen
kussen waar het zwaard is verdwenen
Anna de Bruyckere

Juul Kortekaas (Beuningen, 1950)
studeerde aan de Koninklijke Academie voor Kunst en Vormgeving
te 's-Hertogenbosch. Zij werkt vooral met staal en lood,
schildert en schrijft gedichten die zij ook op objecten
verwerkt. Een fragment van haar gedicht 'Avond' prijkt op een
gevel op de Seisdam te Middelburg. Foto: AH. |
PROCESSIELOOP
Totaal onverwacht
stond ik in het dorp waar ik groeide ging zitten op een terras dat
plots 't Hemelrijk wist te zijn met een kelk wijn binnen het
landschap van mijn jeugd.
Zag het kerkgebouw met torenklok
onverbiddelijk als wachter van tijd naast eik en treurbeuk
dieprood van blad.
En even flitste het meisje dat in
Mariaverering vol hemelse gedachten in lange rij processie liep
en naast liturgisch gezang de nachtegaal meende te horen.
Het
oogde nog als vanouds, de kerk, de graven, de bomen de doden
geduldig, de hoop op verrijzenis lag te vergaan.
Op gepaste
afstand zag ik en voelde lichte jeuk, innig toegewijde schepselen
kropen gedienstig in processie opgaand in goddelijke Eik naast
kerk.
Gebrandschilderde ramen spiegelden weergaloos vurig
hersenspinsels als toverformule knagend aan hellevuur.
Juul Kortekaas

Jan J.B. Kuipers (Zaamslag, 1953)
publiceerde ongeveer 75 boeken: non-fictie en fictie voor
volwassenen en kinderen, op het gebied van o.m. geschiedenis,
fantastiek, literair proza en poëzie. Hij ontwerpt
cultuurhistorische routes, houdt lezingen en treedt veelvuldig
op met verhalen en poëzie. In 2005 en 2006 was hij
stadsdichter van Middelburg. |
ACHTER TOPPEN
Soms bezwijkt botergeel
achter toppen Van boom of berg, dat dondert niet Het licht dat
jou al tijden achterliet Om dramatisch te verzaken
Opdat het
onbeschaamde violet Cocotte van het bankroet van je dag Het
duister laat ontwaken Zodat jij slapen, slapen mag
En ergens
anders schrikt een kind Dan wakker van het loeien van de nacht
Het droomde kampvuur en jouw schaduw Dansend, alsof je tegen vuren
iets vermag
Jan J.B. Kuipers

Karel Leeftink (Vlissingen, 1958)
is boswachter en vindt daarom vooral inspiratie in de natuur.
Voor hem geeft taal het leven een stoere stevigheid en frêle
schoonheid. Hij schrijft natuurcolumns in dagblad BN/De Stem.
In 2014 verscheen de novelle 'Geheimen' (2014). In 2015, 2016
en 2017 was hij stadsdichter van Middelburg. Foto: AH. |
OUD NIEUWS
had jou beter mijn
scherven geraapt je schepen met koudvuur verbrand je tafel met
reigers gevuld je glas met lichte weemoed de mooiste zomer uit je
duimen gezogen jouw royale kont een simpel ja had volstaan
In hondsrozen gevlijd elke deur geopend iedere brug gesloten het
gras voor je voeten de mussen van het dak je lijf met meel bestoven
in melk gebaad geschipperd gewikt en gewiekst je lippen gelezen
en uilen in je oksels gebroed een simpel ja had volstaan
je
bed met mortieren bestookt
Karel Leeftink

Kees van Meel (Breda, 1948) is
recensent, organisator van podia, maker van kunst- en
cultuurprogramma's voor radio en tv. Elf dichtbundels van zijn
hand verschenen bij diverse uitgeverijen, o.a. enkele in drie
talen tegelijk bij CLH in Roemenië. Van 2008 tot 2012 was hij
stadsdichter van Breda. Foto: Heleen Dekker. |
VUUR GEBLUST
verzopen zwalkte de dichter
over zijn kruispunt geen zebrapad hield hem nog in toom hij
herkauwde platgetreden paden verder dan air van dichter kwam hij
nooit
zijn eerste verzen leken groenblad later van verlepte
perkamenten stijfheid dichtregels slibden zijn aderen dicht
jenever stookte soms zijn vuurtje op
dan bleek uit die verdorde
woordenbrij een bloem te bloeien onverwacht totdat zijn vlammen
tot vonk verschoten in die duistere nachten hij zijn vuur verloor
hij is me er niet liever om geworden maar maakt mij milder bij
dit struikelen in zichzelf
Kees van Meel

Jan Musters (Bergen op Zoom,
1951) bedient zich regelmatig van het pseudoniem dook. Hij
baseert zich in zijn poëzie op de eerste plaats op de omgeving
van zijn jeugd: weilanden, boomgaarden, houtwallen,
waterlopen, boerderijen. Tevens vormen films, teksten en
alledaagse gebeurtenissen invalshoeken voor zijn werk. |
*
licht likt ruitjes warmte kromt materie
kleurt zwart
contrast alsof het nooit wilt ondergaan in wit blijft
tuimelen tussen wel en niet ontstaan
Jan
Musters / dook

De band Yesterday's Papers. V.l.n.r.: Robbert Jan
Swiers, Bert Hoogerheijde, David Boegheim, Sam Berhitu.

Theo Raats ('s Gravenzande, 1947)
schrijft korte verhalen, columns en gedichten. In het voorjaar
van 2016 verscheen bij Uitgeverij Liverse zijn verhalenbundel
'De onvermijdelijkheid der Dingen'. In 2017 volgde bij
dezelfde uitgeverij de 'Celeste Zaligheden', ook korte
verhalen. In 2013 en 2014 was hij stadsdichter van Middelburg. |
VUUR
Na die eeuwenlange jaren
waarin gruwelijke beloftes zó moeiteloos werden nagekomen dat een
vuurpeloton nog als weldadig werd ervaren wordt de aarde weer
geteisterd door leeghoofdigheid. Want terwijl de wereld
meedogenloos nieuwe presidenten aandraagt omdat aan haat goed
wordt verdiend verbannen moralisten het vuur naar rookpalen en
geïsoleerde cellen met als resultaat dat alle hoofden lijdzaam
buigen omdat het echte vuur ontbreekt. Het is verworden tot een
binnenbrand die claustrofobisch opgesloten zit alvorens verder
af te dalen, omsloten door aarde lucht en water. Voorafgegaan door
loftrompet en hoempapa gaat het heden over in het Nieuwe Heden.
Zo volgt formeel het eeuwig kwijnen in de gewelven van de
wereld waarin het vuur gedoemd is te overleven en toch niet meer te
blijven dan herinnering.
Theo Raats

Ruben van Rompaey (Bergen op
Zoom, 1978) is actief als musicus, componist, dichter en
auteur. Voor studie en werk maakte hij vele reizen naar het
Verre Oosten. Hij publiceerde o.a. in Brabant Literair en
Contemporary Literary Horizon. In 2019 verschenen zijn
debuutbundel 'Houdbare Oevers' bij Poëzie-uitgeverij WEL en de
drietalige bundel 'Dagen in Nanning', bij Contemporary
Literary Horizon. Foto: AH. |
LOTUSTIJD
Yulin China, zomer 2019
Starend naar een oosterse gloed beklijft nevel hoog aan haar
rand
een rauwe stem diep in as verzonken als
zwartgeblakerde momentverstening.
Uitgespuwde lavaresten
verhullen vonken van mijn enige werkelijkheid.
Wentel ik
mezelf in nog zo'n avond en aanschouw haar vlam met rook omhuld
groener dan thee van ongezuiverd water smachtend naar de nieuwe
lotustijd.
Ruben van Rompaey
Anneke Schenk (Goes, 1943) is
behalve dichter ook beeldend kunstenaar. Zij publiceerde o.a.
in het tijdschrift Ballustrada en maakt mappen met gedichten
en prenten. In 2018 kwam haar eerste dichtbundel uit: 'Tijd en
tij', bij Uitgeverij U2pi JouwBoek.nl. In de Herenstraat te
Middelburg prijkt haar gedicht 'Altijd de zee' op de gevel.
Inspiratiebronnen zijn: reizen, herinneringen, natuur en
vergankelijkheid. |
VERDWENEN WARMTE
zover haar dode ogen
reiken staart het huisje op de dijk over het besneeuwde
Vlaamse land
wind giert door lege vensters speelt met resten
van het gebloemde gordijn sneeuw daalt neer op de rode plavuizen
de kachel, haar armen wijd open heeft al lang haar warmte
verloren koud is het blauw van de schouw
voor het raam bij
de koperen kraan dopte zij de bonen, hij hakte het hout voor
het vuur in de keuken
onder de balken op zolder het oude
ledikant vier planken omspannen de leegte
Anneke
Schenk

René Spruijt (Roosendaal, 1948)
bracht zijn jeugd door tussen velden en sloten. Hij was toen
al op zoek naar de esthetiek van modder. Leren zien, bezien en
inzien kenmerken zijn leven in de wereld en in zijn teksten.
Op velerlei manieren geeft hij visuele ervaringen en indrukken
weer: met schilderijen, 3-dimensionale objecten, verhalen en
poëzie. Foto: Kees van Meel. |
VUUR
Al in mijn eerste uur,
wist ik ik ben het water van het vuur op mijn hoofd een
feesthoed met papieren pompon drie kaarsjes op de taart of ik
die in één keer uitblazen kon de pompon zwiepte naar voor en terug
toen ik knikte. ik vulde mijn peuterlongen met lucht boog en
blies. Drie vlammetjes weigerden uit te gaan erger bij het
vooroverbuigen vatte de pompon vlam en zat ik beloftevol naar
mijn volgend jaar als vierde kaarsje zelf reeds te branden nee,
ik heb niet veel met vuur we zongen geen verjaardagliedjes
vertelden verhalen maar spraken elkaar niet gezellig zo naast
het vuur o jaah verhaal na verhaal aten we smalle puntjes
Prometheus' lever.
René Spruijt

Raymond van de Ven (Bramsche,
Duitsland, 1975) woont in Middelburg. Op het podium komt hij,
geboren entertainer, het meest tot recht. In zijn gedichten,
meestal light verse, streeft hij naar helderheid. Ook humor
speelt een grote rol. Foto: Heleen Dekker. |
RUIMTEREIZEN
Vandaag las ik een dichter in
de krant Hij gaf als reden op voor zijn verscheiden Ik heb geen
zin dit leven nog te lijden Verstrooi mij, daar ik reeds ben
opgebrand
maar laat pas dan mijn as verspreiden bij harde
westenwind vanaf het strand zodat ik ook in wijlen tijden overal
weer neder land
Raymond van de Ven

Ivo Weterings (Roosendaal, 1961)
richt zich op herinneringen, de natuur en oude verhalen. Zijn
debuutbundel 'Dood de tijd' (2017) beschrijft met filosofisch
getinte, intieme poëzie het levenseinde. In de bundel
'Beekdalwandelingen' (2019) betrekt hij de lezer in zijn
liefde voor de landschappen rond zijn woonplaats Wouw. Foto:
AH. |
DE ANDERE KANT VAN DE KARMEL
steek
zelf je vuur aan laat het dan niet doven door geloven in een
wolk die uitgroeit tot een regenbui
daal de berg af, adem
zuurstof voed de vlammen, dans tussen brokken van gebroken
stenen verlang, heb lief, leef
trek zo met brandend karos
getrokken door vurige paarden gelouterd en vrij de wereld door
de hemel voorbij
Ivo Weterings

Jacoline Vlaander (Amsterdam,
1964) woont zo'n tien jaar in Middelburg. Zij is freelance
journalist en eindredacteur. Eind 2019 verschijnt bij
uitgeverij Liverse haar boek over de acht stadsdichters van
Middelburg tot nu toe: 'Dichter bij de Stad'. Zij is geboeid
door ontwikkeling, gelaagdheid en samenhang in de menselijke
levensloop. Sinds haar kinderjaren is zij gefascineerd door de
ontoereikendheid van taal. Foto: AH. |
PHOENIX
dat het zo licht
zal zijn en zo koud
je verwacht niet dat je naakte huid nog
naakter lijkt onder het blauwe hemd en
jaren later voor het
vuurpeloton de kolonel zich die langvervlogen middag herinnert toen
zijn vader hem meenam naar het ijs
je verwacht niet dat je
daaraan denkt wanneer je ruggelings naar het donker zult ontvlammen
wit mutsje op en nylon sokjes aan doortastend van jezelf
bevrijd je naam een nummer om je pols
op rubberbanden door de
helle gangen
je verwacht niet dat verdwijnen bij je
binnensijpelt maar hoe herrijs je uit de stilte na het vuren
deuren zwaaien open er wordt op je gewacht
Jacoline
Vlaander

SINTELS; Samenstelling:
Werkgroep Poëzie Middelburg: inleiding Jacoline Vlaander; 36 pagina's; Uitgeverij
Mea Sponte; Middelburg; 2019; ISBN
/ EAN 978-90-76870-37-3 NUR 306.
|