DAT WAT RESTTE  

Uitgestorven gewaande monsters
stroomden uit hun grotten, holen en nesten.
De mensheid doofde,
een walm stank restte.  

Geboren gewaande nazaten
vloeiden niet uit hun gebarende moeders.
De mensheid verscheen niet,
een dorre hoop restte.

 

ALTER EGO, een bundeltje met 16 jeugdgedichten,
gestencild in een oplage van slechts enkele exemplaren
en voorzien van een tekening van eigen hand.
Eigen beheer, 1973.