BOROBUDUR
I
Naderend
vanuit de berekende hoek. Even
een
trilling tussen ons, een spiegeling van drie-
kantige
zeilen, klapperend in de droge wind,
het
schuren van een bodem over de tijd.
Woestijnzand
knarst in de oeroude lens.
Nog
enkele graden; dan staat de kosmische berg
onder
water en drijft haar tempel als een lotus
op
de spiegeling van wil en materie.
Ik
draai. Aan de brandende baai van Avranches
huilt
de dichtervader om zijn verdronken dochter.
Eeuwen
wentelden hun volheid in ons verdriet.
Ik
was een jonge man en bevocht het niet.
|
BOROBUDUR
I
Approaching
from the calculated angle. Just
a
quiver between us, a reflection of tri-
angular
sails, fluttering in the arid wind,
the
scraping of a bottom over time.
Desert
sand scrunches in the ancient lens.
A
couple more degrees and then the cosmic mountain
is
submerged, her temple drifting like a lotus
on
the reflection of will and matter.
I
turn. At the burning bay of Avranches
the
poet-father weeps for his drowned daughter.
Centuries
revolved their fulness in our grief.
I
was a young man and did not resist.
|
BOROBUDUR
II
Goden
kwamen met staten op en gingen ten onder.
Opnieuw
klimmen we langs de leeuwen omhoog.
De
moessons spoelden ons bloed van de trappen,
over
het laagste terras; dat van naijver, lust en dood.
Een
blanke hand tast in de as naar verzakte strofen:
fruitbomen,
olifanten, rechters, een kleine vrouw
met
een speer, en raakt aan gebroken snaren, mijn liefde
voor
jou. Harde klanken van bewondering, en onbegrip.
Boven
neem ik haar in m’n armen, til haar op.
We
lachen, worden elkaar. Haar rok laat me bloot.
Ik
moest je vader zijn en strijk alles weer glad.
Staten
komen met goden op, gaan eraan ten onder.
|
BOROBUDUR
II
Gods
rose with states and eventually declined .
Once
more we clamber upwards past the lions.
The
monsoons washed our blood off the stairs,
over
the lowest terrace; that of envy, lust and death.
A
white hand feels in the ashes for subsided verses:
fruit
trees, elephants, judges, a small woman
with
a spear, and touches broken strings, my love
for
you. Harsh sounds of admiration, and incomprehension.
On
top I take her in my arms, lift her up.
We
laugh, become each other. Her frock leaves me naked.
I
had to be your father and stroke everything smooth again.
States
rise with gods, who trigger their decline.
|
BOROBUDUR
III
Ik
streel de aders van dit brekend boek, honing
vloeit
uit de stupa en bedekt naam en vorm,
herinnering
aan gemis. Wie niet kan lezen
gaat
stijgend rond, zoekt zijn plaats.
Weet
je al, die laatste nacht in onze lege kamer,
stinkend
van jouw wierook, hoe we luisterden
naar
de muskieten? Ik zou meegaan naar de kliniek,
maar
je schreeuwde, je stak je speer in mij.
In
deze broze ochtendwind eindigt het
spreken,
heerst wrok in een glimlach,
vele
liefdes geleden gebeiteld uit wat
van
geen enkel belang mocht zijn.
|
BOROBUDUR
III
I
caress the veins of this breaking book, honey
flows
out the stupa, covering name and form,
remembrance
of a loss. Who cannot read
goes
climbing round and seeks his place.
Do
you recall that last night in our empty room
that
stank of your incense, how we listened
to
the flies? I was to go with you to the clinic,
but
you screamed, you stuck your spear in me.
In
this frail morning wind the speaking
ceases,
spite rules in a smile,
many
loves ago chiselled out of what
was
devoid of any meaning.
Translation: John Irons
|