OUDE REGEN
In een koude zomer het
moment
dat duurzaam wordt: zware druppels
op de bladeren van een diepe tuin
en hierin verstarrend
tot verleden
het kind aan de nooit meer sluitende
deur naar wat vergeten moest.
Schrijvend, schuif ik
later regen
over regen, bedrog over bedrog,
verwijder me van waar het om ging:
Het ongeziene richt
zich langzaam op,
schemert in een documentair licht
al tot in de eerste van zijn leugens.
ZEKERHEID
De dreigende lucht van
oud groen. De bladeren
die nauwelijks aan de indruk onttrokken
worden, dat hij door een vergeten veld gaat
en vastloopt. De
stilte, en dan de eerste
zware druppels weer. Inkt in zuigend gras en
verder binnenwaarts nog, op het gesloten graf.
De zekerheid dat ik
schrijf, rustig thuis,
aan het raam met uitzicht op deze stad.
Lawaai vanuit de diepte der boulevards.
Toch dacht ik even weer
verdwaald te zijn,
te zoeken naar iets, of iemand, krampachtig
eigenlijk, alsof ik zelf van afhing.
DEUS
EX MACHINA, jrg. 9, no. 34, april-juni 1985.
|