LILLE
Rijsel, broeiend
bordeel van de herfst,
noordelijke vlagen houden er de brandstapels
van rijshout en frustratie onbesproken nat,
rood van baksteengruis de kloppende kelen.
Elke nacht daalt daar
de onvermoeibare voyeur
van de Boulevard de la Liberté in de mijn
van mijn verlangen af, naar Place aux Oignons
met haar stegenstank van zwammen en zwachtels.
Bij wie door dit decor
voor ontucht vlucht,
wordt herinnering op de droom gekleefd.
Langzaam, laag na laag, naar binnen toe.
Alles blijft in zich besloten. Vlaams.
DRUK,
jrg. 3, no. 1-2, april 1982.
|