VERSAILLES

De nacht een rouwkleed over de voorstad.
Zij is vermoeid en opnieuw oud genoeg
in haar roze bloedende appartement,

om te kunnen luisteren in de ochtendhanden
van een koele gigolo die, nog beheerst,
de bladmuziek met mijn preludes openslaat,

haar glanzende vleugel bespeelt
op het van dauw spiegelend terras
tussen park en paleis en realiteit,

zijn vergroeiing met vrouwen verspeelt,
druppels weemoed op de toetsen.  

Mijn bleke, natte gigolo.


SPROOKJE

Licht donker, licht zwaar, wit zwart,
mijn vingervlug spel met schakelaars.
Ik klik gaten in de nacht, in verveling.

Met zwellende handen drukt zij
tot ik alles vergeet haar harige tong
op de spiegel van zelfverlangen:

Liefste, mijn liefste achter de wallen
van de nacht, wie leest het mooist voor
in de uren van de waanvolle wacht?

Door de ochtend, de dorenhaag,
fluistert ze: ach bezeerde zanger.
Wek me niet, kus me nooit.

 

BLOEMLEZING: ‘EIGEN-LIEFDE ― VERZENBOEK OVER DE LIEFDE’.’
Samenstelling: Thierry Deleu. Tekeningen: Jos Naessens. Uitgeverij Het Schaap. 1982.
ISBN: 90-7051721-3