PEGASOS
De
vleugels die ik zag noemden zij leugens.
Leren nu hoe hun hoon te weerstaan
en te begrijpen waarom ze niet konden geloven
in het in de leeszaal ontdekte wonder
en
dat nooit zouden willen geloven. Ze vlogen
me aan; het verscheuren van de bladzijden klonk
als het zware geruis van zijn zich ontvouwend
wezen dat, in woorden, ooit het mijne zou worden.
Ik
denk nog vaak me niet te hoeven herinneren
hoe ik aan zijn bezwete flank hing, mijn gezicht
in
de weeïg stinkende natte manen duwde
toen zijn vleugelslag van verlangen me verhief
uit
de hagel van kleine harde vuisten.
|
|
PEGASO
Llamaban mentiras a las alas que vi.
Ahora aprendo a soportar su burla,
a entender su incredulidad ante el milagro
recién
descubierto en la sala de lectura
y que se negaban a creer. Volaban hacia mí,
sonaban las páginas rasgadas
como
el crujido rotundo al desplegarse su ser
que, con las palabras, sería mío algún día.
A veces pienso que no quiero recorder
cómo me aferraba a su costado sudoroso,
cómo apretaba mi cara contra sus crines empadas
cuando me alzaba su aleteo nostálgico
sobre
aquella lluvia de puños.
Juan
M. Muñoz |