OREWOET
Hadewijch
Te lang bezworen? Te kort? Het trillen
tussen hoofd en schoot ving alweer aan,
Brabants gestamel doordrong Latijnse beden
ende mijn herte ende mijn aderen ende alle mine lede
scudden ende beveden van begherten
om zichzelf tot voorbij de minne te verdoen,
niet in overgave maar in de gloed waar zij naar
was vernoemd, van strijd en geweld.
Jc begherde mijns liefs te vollen te ghebrukene ende
te bekinnenne ende te ghesmakene in allen vollen
ghereke
en zij besteeg zijn aardse staat, bezatte zich
aan spijs en wijn, klauwde en beet, ontrukte
hen aan gebod en verbod van klooster en hemel.
Daer na quam hi selve te mi, ende nam mi alte male
insine arme ende dwanc mi ane heme
en met stijf gesloten ogen ervoer zij hoezeer zijn
lijf
eiste dat zij hem nogmaals wilde in een lust die
groter
dan woede, overvloediger dan offergaven was.
Nu hevestu mijns ghesmaect ende ontfaen van buten
ende van binnen; Ende du heves verstaen
die eneghe weghe die gheheel in mi beghinnen.
E-zine Fleurs du Mal, 11 maart 2021
CRÉNOM
Charles Baudelaire
De plavuizen waren hard in de Saint-Loup
maar minder dan de hospitaalbedden die wachtten.
Al voor de val begon de glijvlucht in de afasie
op uiteindelijk dat ene woord na. Inniger
klampte hij zich daaraan vast dan aan de trouwe
hoer die het venijn om zijn jeugd heen schoof.
Alles nog weten, wensen te kunnen. Hij scherpte
z'n zinnen aan de krimpende ring van de spraak
waar hij ooit met pijnlijk geduld het ingesnoerde
vel
van vermocht te tuchtigen tot schandaal en verbod.
Hij rook de wierook weer, mama, en werd jonger
dan in zijn oudste gedicht, waarde elke nacht
dagenlang tussen bezielde stammen rond, versloeg
als Lupus de draak die alle woorden verslond,
en kletste en zwetste, tierde als nooit tevoren,
kwam niet meer tot bedaren.
E-zine Fleurs du Mal, 29 maart 2021
VOORGEVOEL
H. Marsman
Hij met ontstekingen in de longen,
bloed en etter, blaffende dagen, wekenlang
in bed, in niet aflatende strijd.
En die andere hij, niet veel jonger, getroffen
door flitsen uit het schoolboek, in borst en maag
de dood in een schaars verlicht ruim.
Beiden ouder. Hij met de als kalmte
vermomde vrees dat een nacht op zee
daadwerkelijk het einde zou worden.
En hij afwisselend wetend en radend in besef
van een doffe plof, scheurend ijzer, geschreeuw.
Dan benamen donker en kou de adem,
knarste het schip, nam de druk toe,
schoof het zuchtend naar de bodem,
het zwart schuimende dal der Durance,
in een hart voorgoed doordrenkt van azuur.
E-zine Fleurs du Mal, 6 april 2021
|