GEDEPONEERD VERLANGEN

 

GEDEPONEERD VERLANGEN

De gevel deels ontkleed
en de resterende losanges al losser
en losser in Vlaamse vlagen.

Nu geeft ook de droomvrouw
met opgetrokken wenkbrauwen
van destijds zich weer bloot.

De drang naar haar drank ging teloor
maar de fles tussen rood gelakte
nagels raakte niet leeg. Nooit

zette ze haar aangezette lippen
aan zijn hals want blijven lachen
moest ze, en onhoorbaar klokkend

lonken naar onze grootvaders en vaders,
op de bakfiets of achter een kar,
in weer en wind van broeierige gedachten.

Zoals ze mij iedere dag ondervraagt,
haar mond zich eindelijk sluit,
sprakeloos gulzig, en opent

en sluit en zuigt totdat ik verglaas,
me met al die ontelbaar dode mannen
zo lang in hun ene voornemen

zo kort in scherven brekend ontlaad.

 

Bloemlezing ‘Met nog een geeuw op steen’.
Uitgever: Robert Bosiers (onder auspiciën
van District en Cultuurraad van Hoboken).