DIALOOG

Voor Rogi Wieg

Je schreef me:

“Een goed gedicht moet altijd
een metafysische waarde in zich dragen,
zo persoonlijk mogelijk spreken over onszelf.”

Ik las me:

“In de hellende straten van mijn geboortestad
waande jij je al over de grens, struikelde
je over een verzonnen herinnering.”

Ik schreef je:

“Hand in hand dwaalden we in laat zonlicht
door een vers met koperen koepels, bont,
ruisende rokken en een verwoeste brug.”

Je las je:

“Hoor, het zware ademen van gele gevels,
pianoklanken en knarsende metrowagons
in alle formules voor mijn verdwenen vader.”

We deden het er toe:

Maar jij vond de beslagen stemvork
in het hopeloos verzilverde gras
diep in de grond. En sloeg aan.





Bloemlezing ‘In de kring van menselijke warmte’
Hommage aan Rogi Wieg
Uitgeverij In de Knipscheer, juni 2017