KWARTS

Hier, op deze uitgezuurde veenvlakte,
waar clans ooit, bestreken met leem,
schreeuwend tegenover elkaar stonden

heerst nu een vlagend zwijgen.

Geen verschil meer tussen de regen|
en de wind, noch tussen de jongen
vol dromen die jij in de berghut nam

en de grimmige man die je klein kreeg.

Jouw taal bloeit kortstondig als heide,
de mijne schuurt zich open aan graniet
want wat wij delen verbergt niet

wat onze voorouders met recht bevroedden:

de diepte van de lochs en de hoogte
van de heuvels worden slechts verbonden
door het in de annalen gekraste gebed

van de voorganger, bloedend als liefde.





Bloemlezing ‘De Hooglanden’, Uitgeverij Demer, 2014