AAN DE AA
 
Haven van Breda
 
Water steeg, overspoelde zonken
en daalde tot drab, gistend drasland
 
en verscheen, hoger dan heugenis,
droeg schepen en kleurde rood
 
voor het al driftiger kloppende hart
van dit handelskern wordend gehucht.
 
Het verdween voor gewapend beton,
neonlicht en uitlaatgassen vulden
 
een parkeerkelder maar het kwam
weerom om weer te stromen
 
door dromen vol rampen
van wie weet wat het ons wil leren
 
over het kenteren in onszelf.




AAN DE MARK
 
I
 
hier te herhalen wat water
vermag: brug en grens vervagen,
vogels en het geklepel
van de kloosterklok
aan de overkant vervangen
het rumoer van ons dagelijks
denken, tot diep
in dit beekschap dat wij
wil worden: thuis
 
 
 
II
 
hier te onthalen wat wolken
beweegt: windstil keren,
inkeren tot oudere stromen
van eigen leven
aan de andere kant
die wij verborgen dachten,
niet afgeleid te worden
van de enige opdracht
als water: overgaan




HET BELEG VAN 'S-HERTOGENBOSCH
 
Volg van hier zijn berekende blik,
nader, behoedzaam als een dader,
 
de geschonden schansen en ervaar
nu in u zelf hoe deze stad zich uit haar
 
schubben en dras verheft, schuldig
haast, verward in verhaal na verhaal.
 
 
 
Bloemlezing ‘Poosplaatsen – Poëzie in het Brabantse land
Uitgeverij Ceedata i.s.m. Stichting trajart, november 2021