DE DORSVLOER
Toegezegd uur. Erf en velden
verlaten. De staldeur op een kier.
Zon tekent een scharnier als een bijl.
Gesnuif en gegrom van binnen.
Hengsels knarsen, bevestigen
van oudere wetten de duur.
Duisternis ritselt en bevangt.
Op de dorsvloer heerst
haar lang gevreesde broei.
Klamme lijven glijden genade-
loos om elkaar, verstijven
als een snuit in het kruis.
Besef van een ander weten
in de beet van het vereerde beest:
Beven. Leven.
Even.
Anthologie Schaduw – Poëzie in Hoboken |