VLAGVERTOON
Excerpt uyt
‘Brabantsche Gedenck-Clanck’
Hoort, ja hoort gij
nu als nooit tevoor
hetgeen Adalbrecht
Delahaije, minnezanger
en eervol gast aan
menig luisterrijk hof,
in vervoerende zang
placht te verhalen:
Over de schaamte na
de nederlaag,
de grafelijke banier
beslijkt in het mistig woud
dat respijt bood
voor vernedering, verlies
aan meer dan domein,
ontvallen eer.
Over het rood van de
verboden vrucht
en haar bebloede
lippen onder het duivel-
werend priesterkleed
waar Gods toorn
zich als vanouds
verheft en voltrekt.
Over het gistend
witte levenssap
in de bodemloze
schoot van de Jonkvrouw
in wie iedere
leenheer, elk van zijn vazallen,
de hoogste deugd en
daadkracht weet.
En gedenk, geschapen
op de zesde dag
gaan wij ooit over
in water, aarde, lucht en vuur,
de vier
levensbronnen van ons gewest
waar deze vlag
altoos zal blijven wapperen:
gekranst branden
sterren door hemels blauw.
Anthologie ‘Brabants
vlag- historie en gedichten’.
Uitgeverij Ceedata, 2014.
|