CHARLES BAUDELAIRE | |
VUURPIJLEN I Als
zelfs God niet bestond, dan zou de Religie toch nog Heilig en Goddelijk
zijn. God
is het enige wezen dat, om te heersen, zelfs niet hoeft te bestaan. Wat
z’n bestaan aan de geest dankt, heeft meer levenskracht dan de
materie. De
liefde, dat is de smaak van de hoererij. Er is zelfs geen rechtschapen
plezier dat niet terug te voeren is op de prostitutie. In
een theaterstuk, op een bal, geniet iedereen van allen. Wat
is de kunst? Hoererij. De
opwinding om onder te gaan in de massa is een geheimzinnige uitdrukking
van het genot van de vermenigvuldiging van het getal. Alles
is getal. Het getal is in alles.
Het getal is in het individu. De dronkenschap is een getal. De
voorkeur voor de productieve concentratie moet, bij een gerijpt man, de
voorkeur voor het verval vervangen. De
liefde kan af te leiden zijn van een weldadig gevoelen: de voorliefde
voor de prostitutie; maar zij wordt gauw genoeg aangetast door de drang
om te bezitten. De
liefde wil zichzelf te buiten gaan, opgaan in haar slachtoffer, zoals de
overwinnaar in de overwonnene, maar tegelijkertijd de voorrechten van de
veroveraar behouden. Het
zingenot van een man die er een maîtresse op nahoudt hecht zich aan
zowel de engel als de bezitter. Liefdadigheid en harteloosheid. Het
staat zelfs los van het geslacht, de schoonheid en de diersoort. De
groene schaduwen in de vochtige avonden van de zomermaanden. Immense
diepte van gedachten in de vulgaire zegswijzen, gaten gegraven door
generaties mieren. Jagersverhaal, verwant aan de intieme relatie tussen de meedogenloosheid en de liefde. Fusées.
Oeuvres Complètes- Blbliothèque de la Pléiade. 1975 |
|
|
|
|