ROY FULLER (1912-1991)

 

 

VEERBOOT NAAR DE HAVEN

De oudste en eenvoudigste gedachten
Komen op tegelijk met de antieke maan:
Hoe zij manschappen en artillerie
Glazuurt onder haar bereik,
Oogleden en haar en kelen
Verstijft in liefde en oorlog;
Hoe dit ooit eerder gebeurde.

En hoe de eenzame man
Zijn hoofd opheft en huivert
Van plots scherp inzicht in de dwaasheid,
De oudheid en vorm van deze planeet,
Ongeacht de ingrepen van de mens,
Wat ook zijn beginselen zijn,
De lange, cruciale minuut.

Vannacht kwam de maan
Op over een verstilde haven,
Door verwrongen ijzer en installaties,
En verlichtte de gekapseisde schepen.
O zeker is de fatale afgrond
Dichterbij, klinken de razende voetstappen
Sneller? De zilveren bellenbaan

In het zog van de kiel:
De maan vloeit over de gezichten.
Het moment is voorbij: de krachten
Die het karakter van de leeuw beheersen
Nemen de blik over en spreken:
‘Kun je geloven in een toekomst
Overgelaten aan enkel rotsgrond en wezen?’


Harbour Ferry – The Middle of a War (1942)