AAN
KAVAFIS
Zo
ongeduldig en waarvoor nog als de volgende
dag slechts een schuit zonder zeil noch mast is,
een brug over de leegte? Denk aan de oude man
van Alexandrië, aan zijn verborgen schatten
in een
lade tussen de sleutels, een rest tabak,
het versleten profiel van een onttroonde goudhaan.
Een toetersignaal op straat, een versnelde pas
in het trappenhuis zou volstaan
om de
kamer tot leven te brengen, het mollige lijf
van de engel, de striemende en fragiele schoonheid
van de liefde, en zijn stem in het donker
als zout
in
een wonde gewreven, bij het voorbijgaan.
Uit: La Vie Promise
|