GUILLEVIC


CARRE

Chacun de tes côtés
S’admire dans les autres.

Où va sa préférence?
Vers celui qui le touche
Ou vers celui d’en face?

Mais j’oubliais les angles
Où le dehors s’irrite  

Au point de t’enlever
Les doutes qui renaissent.

 

VIERKANT

Elk van je zijdes,
Bewondert zich in de andere.  

Welke heeft hij het liefst?
Degene die hem raakt
Of degene aan de overkant?  

Maar ik vergat de hoeken
Waar de buitenwereld wringt  

En op het punt staat je de telkens
opduikende twijfels te ontnemen.