DE
DROOM
Iemand
nadert om te zeggen dat zijn leven kapot is
en
om voor je neer te vallen
en
met zijn hoofd op de stoep te slaan.
Zijn
bloed vormt een plas.
En
jij, met zwakke stem, verzoekt
omstanders
om hulp;
jouw
leven neemt zijn wanhoop over.
Hij
blijft maar met zijn hoofd slaan.
Jij
bent het wiens lot bezegeld is;
en
jij valt naast hem neer.
En
dan pas word je gewekt,
het
lijf weg, het bloed weggewassen,
de
etalages oplichtend met hun artikelen.
The
Dream
|