BLOEDZWEET
I:
Spuug
De
fluimen op het asfalt hebben me altijd doen denken
Aan
de bedrukte zijde van de hoofddoek van de heilige vrouwen.
II:
De Vlek
Ik
zag een vettige groene olievlek
Die
uit een machine gelopen was en ik dacht,
Op
het warme plaveisel van de rosse buurt,
Langdurig,
langdurig aan mijn moeders bloed.
III
Want
het witte vel is een nachtelijke uitdrukking
En
in welke woestenij heeft zij niet dagelijks haar stappen gezet?
Een
schaduw — dat is ze — is niet afschrikwekkender,
Noch
obscener, noch kwaadaardiger.
De
man zonder zonde
Is
degene die niet zou moeten sterven, is dus degene
Die
geen enkel verbod zou kennen, is dus degene
Die
helemaal geen gelijke zou hebben, en die niet zou moeten leven.
uit: Sueur De Sang
|