SEOSAIMHÍN NIC RABHARTAIGH

 

PARKGATE STREET, DUBLIN 1989

Elke donderdagavond reden trucks in een lange rij
langs de kade, onderweg naar God weet waar.
Ze stopten een tijd vlakbij Parkgate Street.
De gordijnen van hun cabines hielden de stad buiten. 

Ook jij stond daar,
naast de lantaarnpaal.
In mijn ooghoek kondigde je aanwezigheid
je bedoeling al aan, maar gaf niets prijs van jou zelf.

Vaak, jou passerend,
loerde ik naar je van make-up stijf staande trekken,
wanneer ik dacht dat je me niet zag
en vroeg me af wat zich afspeelde in je hoofd,
terwijl je stond te wachten op je volgende treffen.

Merkte je mijn verholen blikken op?
Was jij ook nieuwsgierig naar mij,
zoals ik daar voorbij fietste, met opgeheven hoofd
en fris gezicht onderweg naar mijn studiebesognes?

Of was je niet meer dan de hoek
waar je gedachten en gevoelens
stokten?
Zoals al die vrachtwagens,
onderweg naar God weet waar.


Vertaald augustus 1998

 

PARKGATE STREET, DUBLIN 1989 

On Thursday nights the lorries lined the quays
en route to God knows where,
they paused awhile near Parkgate Street,
cab curtains keeping out the city.

You stood there too,
beneath the streetlight.
Your out of focus presence proclaimed your purpose,
yet kept you under wraps.

I passed you many times,
glanced at your hard-baked features when I thought
you weren’t looking,
and wondered what went on inside your head,
as you waited for your next encounter.

Did you take in my stolen stares?
Was the curiosity mutual,
as I rode by, head high,
intent on all my fresh-faced student’s business?

Or, on your corner shift,
were your thoughts and feelings
paused?
Just like all those lorries
en route to God knows where.