WONEND
IN HET BUITENLAND
We
woonden niet in idioom.
We spraken onverbloemd Engels,
niet versierd door toespelingen.
We schoten wat kleren aan
over ons naakte lijf, schamele botten.
We schaarden ons in rijen in het rijenland,
drongen samen op andere plaatsen,
veranderden van auto’s en kleuren opdat ze pasten
bij de cultuur van ons bestaan,
totdat we oog in oog stonden met onszelf
en beweerden dat we elkaar nooit hadden ontmoet.
Expatriates
CICATRIX
Aanvankelijk
was er slechts een spoor
een
lichte vlek die beslist bleker zou worden.
Zeker
geen moedervlek,
hield mijn moeder me voor,
hoewel ze dacht dat haar dochter aangetast was.
De smet was geen keloïd, geen teken
van
schoonheid of sociale status. Hij spatte
over mijn kin als bebloede scherven
of het
werk van een verlamde
tatoeage-artiest. Mettertijd gaf ik toe
aan de
betovering van z’n hiërogliefen, geweigerde
scheuring, en droeg hem als een talisman.
Cicatrix
– Outside The Fold
MIJN
GROOTMOEDERS UITPAKKEN
Ik
breng ze naar beneden van zolder―
Victoriaanse invaliden die ze eens waren―
om leven te blazen in het stof dat ooit woorden
en
botten was. Pak een groene kralenketting
uit van een epilepsielijder, een doortocht
van een astmapatiënt naar de droge
vlaktes
van Texas. Van een vergaar ik
vier fragmenten in een vijf jaar bijgehouden dagboek,
enig geschenk van de zoon die zij naakt
in
de sneeuw liet dwalen en te laat
liefde gaf. Van de andere voorschriften
voor zwangerschap―pure lucht
en
theekopjes, diepe zuchten en zweet.
Een remedie voor reuma. In verbijstering
gewikkeld, en een droeg
de
onwaarschijnlijke naam van Hoop
haar afzondering mee in, streelde
het dagboek zoals zij nooit
haar
zoon zou doen. Te delicaat
voor de kinderen waar ze steeds zwanger van werd,
gleed Carrie ademloos weg.
Ik
sleep ze van zolder naar beneden als oude koffers,
klap de deksels omhoog om ze van stof te ontdoen
n leg hun stiltes naast elkaar op mijn eigen schap.
Unpacking
My Grandmothers – uit: Outside The Fold
|