VIERDUIZEND
DAGEN EN NACHTEN
Om
een gedicht geboren te laten worden
Moeten er dingen gedood worden.
Wij moeten veel dingen doden,
Schietend, moordend, vergiftigend, veel waar we van houden.
Kijk!
Uit de lucht van vierduizend dagen en nachten,
De stilte van vierduizend nachten, het licht van vierduizend
dagen―
En dat alles omdat we de tong van een vogeltje nodig hadden―
We hebben ze allemaal uit de lucht geschoten.
Luister!
Van alle regendoordrenkte steden en de ijzer uitbrakende hoogovens,
Van de werven en de kolenmijnen van midden in de zomer,
De liefdes van vierduizend dagen, het verdriet van vierduizend
nachten―
Dit
alles omdat we de tranen van een enkel uitgehongerd kind nodig
hebben―
We hebben ze allemaal omgebracht.
Herinner
je! Dit alles omdat we de terreur van één armetierige hond wilden
Die ziet wat wij niet zien,
Die hoort wat wij niet horen,
De grillen van vierduizend nachten, de koude herinneringen aan
vierduizend dagen―
We hebben ze allemaal vergiftigd.
Om
een gedicht geboren te laten worden
Moeten wij zijn evenbeeld doden.
Dit is onze enige wijze om de doden terug te brengen,
En dit is de wijze waarop we het moeten doen.
Naar
de Engelse vertaling van Geoffrey Bownas en Anthony Thwaite
|